‘We doen elkaar geen pijn met woorden, zoals schelden’, ‘Bespreek dingen als iets niet goed gaat of goed voelt’, ‘Behandel elkaar zoals jijzelf ook behandeld wilt worden’. Tussen deze handgeschreven leefregels staan de heuse handtekeningen van Tijn, Nicole, Lotte, Stan en hun klasgenoten. Wie juf Rachèl een beetje kent, weet dat elke leerling uit haar bijzondere klas aandachtig heeft meegeschreven aan deze ‘huisregels’. Want niets spreekt vanzelf in een klas met twintig hoogbegaafde kinderen. Ze willen allemaal weten waarom de dingen zijn zoals ze zijn.
In de zomer van 2009 stond Rachèl van den Bos (47) op de drempel van een ongewis avontuur. De meubels moesten nog uit het magazijn komen, passend lesmateriaal was er nauwelijks, maar ze had in al haar enthousiasme al ‘ja’ gezegd tegen haar nieuwe baan: lerares van een Leo-klas met twintig hoogbegaafde leerlingen op basisschool D’n Heiakker in Deurne. Niet een plusklas, maar fulltime onderwijs. Het experiment bleek op haar lijf geschreven, maar daarover straks meer.
De biotoop van Rachèl heet een middenbouwgroep te zijn, maar de jongste uit haar klas is zes jaar oud en cognitief gaat het wel tot het niveau van groep 8. Ze heeft dus een hele basisschool in één lokaal. Wat haar leerlingen gemeen hebben is ‘een vol hoofd’, zoals ze het zelf geregeld zeggen. ‘Juf, mijn hoofd zit zo vol.’ Een IQ van 130 of hoger samen met een groot creatief denkvermogen (en vaak een negatief zelfbeeld) leidt ertoe dat deze kinderen vastlopen in het reguliere onderwijs. Sommigen hebben wel twee klassen overgeslagen als ze binnenkomen, maar een kind van acht blijft in gevoels- en belevingswereld toch een kind van acht. Het plezier van leren zijn ze vaak onderweg kwijtgeraakt.
Haar eigen lagere school was ook geen malse ervaring. Als Haags importkind kon ze moeilijk wennen aan haar Brabantse dorpsschool. ‘Luste gij streùf?’ vroeg een moeder van een vriendinnetje ooit aan haar. Het klonk niet echt lekker, maar dat was het wel: een pannenkoek. Ze voelde zich buitengesloten en onveilig. De leraren waren streng; het slechtste rapport van de klas werd vilein aan allen voorgelezen. Verplicht drie keer bidden per dag. ’s Avonds deed ze snel nog een extra weesgegroetje om haar plekje in de hemel veilig te stellen. Haar jongere zus deed er alles aan om te blijven zitten uit angst dat ze bij de schreeuwende leraar een deur verder terecht zou komen. Zij mocht uiteindelijk naar een andere school, maar Rachèl moest van haar ouders de rit uitzitten. ‘Ik heb ze dat lang kwalijk genomen, maar ja, het zou anders mijn derde basisschool worden.’
Ze wil maar zeggen: negatieve ervaringen hebben een enorme impact op kinderen. ‘Een kind moet zich in de eerste plaats fijn voelen in een klas.’ Ze snapt goed dat ouders soms kiezen voor een andere school voor hun kind. ‘Soms past het gewoon niet.’
In haar Leo-klas komen hoogbegaafde kinderen, na veel frustraties, min of meer thuis. Op hun school werden ze vaak met moeilijke werkjes in een hoekje gezet. ‘Maar juist hoogbegaafde kinderen hebben veel aandacht en uitleg nodig. Je moet elk kind als individu zíen,’ zegt ze gedreven.
Maar zo eenvoudig is dat niet, weet ze uit eigen ervaring. Zelfs bij haar eigen dochter Fleur zag ze pas heel laat dat er iets vreemds aan de hand was. Ze was slim en had al een klas overgeslagen. En op een dag zei ze: ‘Mam, als dit het leven is, dan wil ik niet meer leven.’ Dat zinnetje was een mokerslag. Had ze iets gemist? Fleur belandde bij de psycholoog die voorstelde om een intelligentietest te doen. Uitslag: 100% hoogbegaafd.
Rachèl: ‘Achteraf valt alles als een puzzel in elkaar, maar ik schaam me dat ik het van mijn eigen kind niet gezien heb.’ In de box maakte haar dochter strak symmetrische bouwwerkjes, gespiegeld in elke hoek, op haar derde legde ze puzzels van zeventig stukjes, en in groep 3 kon ze al complete boekjes lezen. ‘Knap hoor, maar in de klas liep ze nooit voorop. Nu weet ik waarom: ze deed er alles aan om niet op te vallen. Later vertelde ze dat ze uit verveling rekensommetjes maakte op basis van het patroon van de gordijnen. Als er een oneven getal uitkwam, moest ze opnieuw beginnen.’ Fleur is nu 15 en heeft zichzelf na de Leo-klas gelukkig weer teruggevonden.
Die ervaring was voor Rachèl de grootste drijfveer om alles te leren over hoogbegaafdheid en dat komt haar nu uitstekend van pas. ‘Als kinderen hier op hun plek zijn, zie je vaak al na een paar maanden dat de problemen verdwijnen. Ze slapen ’s nachts beter, de agressie verdwijnt, ze voelen zich veilig onder gelijkgestemden.’ Ze mogen eindelijk uitblinken, krijgen les in Chinees en leren schaken van vakdocenten. Soms komt een natuurkundeleraar van het gymnasium lesgeven. ‘Je moet de lat hier niet te laag leggen. Deze kinderen zijn gewend de beste in hun klas te zijn. Ze namen het sleepliftje van top naar top, maar nu moeten ze soms lopen. Als ze beginnen te morren, weet je dat het echte leren is begonnen.’
Leren leren, leren denken en leren leven. Dat zijn de drie pijlers van het Leo-onderwijs. Bij leren leven is nu het thema: 100% jezelf. Rachel neemt dan bijvoorbeeld een ballon mee en blaast hem op. ‘Wie voelt zich soms een opgeblazen ballon? Wanneer ben je helemaal leeg? “Ik doe wel stoer,” zei onlangs een leerling, “maar dat ben ik helemaal niet. Eigenlijk ben ik nooit 100% mezelf.”’ Een vol hoofd gaat vaak gepaard met een vol hart.
Sommige leerlingen zijn zo zwaar op de hand, dat een kleine tegenvaller hun hele weekend kan vergallen. Rachèls truc is simpel, maar effectief: ze stuurt standaard elk kind met een compliment het weekend in. Jara schreef een briefje voor de journalist: ‘Dit is een superklas met een superjuf.’ Daar lijkt geen woord aan gelogen.
Dit artikel is verschenen in de rubriek Biotoop in Didactief, maart 2015.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven