Steeds meer projecten binnen het onderwijs zijn erop gericht de contacten tussen ouders en leerkrachten te versterken. Onlangs bracht het SCO-Kohnstamm Instituut maar liefst drie evaluatierapporten uit waarin ouderbetrokkenheid een rol speelt. Het meest in het oog sprong de pilot Huisbezoeken, een project van Capabel. Capabel is een langlopend preventieproject gericht op jongeren tot achttien jaar in het Amsterdamse stadsdeel Bos en Lommer. Een buurt met veel laagopgeleide migranten. Huisbezoek is de basis van een goed contact tussen ouders en leerkrachten. Ouders weten leerkrachten beter te vinden en leerkrachten begrijpen leerlingen beter. Het succes van de pilot deed de gemeente Amsterdam er toe besluiten om € 850.000 beschikbaar te stellen voor huisbezoeken in het eerste leerjaar van het basis-, het voortgezet en het speciaal onderwijs. Aanbevelingen in de evaluatie waren namelijk: scholen moeten er vroeg mee beginnen en er moet financiële en personele ruimte voor gemaakt worden. Huisbezoek kost veel tijd. Samenwerking met instellingen rondom school en jeugd is nodig om door te kunnen verwijzen bij problemen. Ouderbetrokkenheid is een strategie die verschillende doelen kan dienen, vertelt Annemiek Veen van het SCOKohnstamm Instituut. Zij is betrokken bij zowel de evaluatie van het Huisbezoek-project als het project ‘Ouderbetrokkenheid in Oud-West’ én de overall-evaluatie van het project van Capabel in Bos en Lommer. ‘Wat verstaan we onder een goede relatie met ouders, is de allereerste vraag die een school zich moet stellen. Meer ouders in de school is dan vaak het antwoord. Maar wat wil je dan met die ouders? Om die vraag te kunnen beantwoorden moet je de behoeften van ouders, leerlingen en de school kennen. Sommige scholen inventariseren deze behoeften systematisch via een vragenlijst, andere hebben oudercontactpersonen die hun oor te luister leggen.’ Dit kan leiden tot activiteiten waarbij moeders met elkaar in gesprek gaan over opvoeding en onderwijs. Het project Capabel doet dat bijvoorbeeld van oudsher al rond het consultatiebureau. Dergelijke activiteiten zijn er ook op de basisschool. Dan gaat het met name om taal- en opvoedcursussen of speluitleen. Ouders voelen zich hierdoor vrijer op school. Ze weten beter wat er gebeurt en stappen over het algemeen gemakkelijker op een leerkracht af. De evaluatie wijst er wel op dat continue aandacht voor de relatie met de ouders nodig blijft. Aandacht voor de ouders maar ook aandacht voor de leerkrachten. Annemiek Veen: ‘Allerlei activiteiten verbinden aan de school kan weliswaar het onderwijsondersteunend gedrag van ouders vergroten. Maar tegelijkertijd moeten leerkrachten de contacten met de ouders op een goede manier aangaan. Dit vraagt om scholing en training. Dat gebeurt ook, al vanaf het begin van de jaren negentig.’
Zo hebben de basisscholen in Bos en Lommer een oudercontactpersoon, vaak een taak van de directeur. De oudercontactpersoon is de spil tussen ouders en de leerkrachten. Hij stuurt de ouderactiviteiten aan en creëert ook binnen het docententeam draagvlak voor een betere relatie met ouders. Het stadsdeel zorgt ervoor dat de oudercontactpersonen van verschillende scholen met elkaar overleggen. Er is een gestructureerd opvoedingsondersteunend, ontwikkelingsstimulerend en onderwijsondersteunend aanbod ofwel O&O&O. In Oud-West draait het project Ouderbetrokkenheid helemaal om de oudercontactpersonen. Hier zijn het geen leerkrachten of directeuren, maar zijn de oudercontactpersonen speciaal voor deze functie aangesteld. Ze leggen contacten binnen en buiten de school en introduceren en organiseren activiteiten. Die activiteiten beginnen hun vruchten af te werpen: ouders leren Nederlands, praten met andere ouders, voelen zich thuis op de school en weten beter de weg naar buurtvoorzieningen, zoals de bibliotheek, het buurthuis en het zwembad
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven