Nieuws

Afstand en nabijheid

Tekst Masja Lebouille
Gepubliceerd op 08-07-2021 Gewijzigd op 08-07-2021
Besmette collega’s, lege klaslokalen en stapels zelftesten. Didactief-redacteur en leerkracht Masja Lebouille blikt terug op de laatste maanden van een hobbelig schooljaar op de Burgemeester de Vlugtschool.

De eindstreep van dit schooljaar is in zicht. Terwijl ik tafels en stoelen opstapel en het stof achter de kasten veeg, overheerst de opluchting. Omdat we deze periode konden afmaken zonder derde lockdown. Omdat de meeste leerlingen gewoon konden doorstromen naar het volgende leerjaar. Omdat er een plan ligt om hiaten aan te pakken en het nu tijd is om terug te schakelen en op te laden.

De onzekerheid nam afgelopen jaar de overhand. Leven van persconferentie naar persconferentie, tussendoor steeds opnieuw de coronacijfers erbij pakkend. Met als dieptepunt zes weken afstandsonderwijs in januari en februari. Want hoewel mijn collega’s wisten dat het de verkeerde kant op ging, kwam de tweede schoolsluiting als een klap in het gezicht. We rekenden erop dat dat niet nog een keer zou gebeuren –door de eerste keer wisten we hoeveel schade het zou aanrichten- maar deze keer was het nog veel langer en ingrijpender.

Waar in het voorjaar 2020 nog het optimisme overheerste, leek de situatie nu bijna uitzichtloos. De lockdown duurde maar en de besmettingen wilden niet dalen. Oude dilemma’s dienden zich opnieuw aan. De (niet-leerplichtige) vierjarige die online nooit verschijnt en van wie de ouders onbereikbaar zijn: kun en mag je er iets aan doen? Die leerling die in de badkamer je les volgt – hoe spreek je ouders daarop aan en wat kun je doen om te helpen? Tot waar reikt jouw verantwoordelijkheid én plicht als leraar – om die vraag draaide het vaak. Ik weet niet of ik daar inmiddels het antwoord op heb gevonden.

 

Dagboekfragment– Voorjaar 2021

Een meisje in mijn kleutergroep heeft het virus. Het goede nieuws is dat ze slechts milde symptomen heeft, het slechte dat ze al een paar dagen besmettelijk is. Meteen spoel ik in gedachten de afgelopen dagen terug. Op welke momenten ben ik dichtbij haar geweest? Toen ze struikelde op het schoolplein, de knoop van haar broek niet los kreeg of ik haar leerde knippen met de meeknipschaar? Hoewel de gedachte aan het virus continu op de achtergrond sluimert, is afstand houden niet altijd een optie. Nabijheid zit in een klein hoekje.
De hele klas, waaronder ikzelf en mijn duo, moet in quarantaine. Dat hoeft maar vijf dagen te duren, mits hun ouders hun kroost laten testen en dat kan best een dingetje zijn. Niet altijd vinden ze de weg naar de GGD of accepteren het idee van een wattenstaafje in de neus van hun kind. Zelf fiets ik dat weekend langs de teststraat en krijg een halfuur later al de uitslag: gelukkig negatief.

 

Toen we op 8 februari weer open mochten was er blijdschap, maar ook ongerustheid over de veiligheid op school. Hopelijk schiet het op met vaccineren, zeiden mijn collega’s tegen elkaar. Want het onderwijs leek soms echt op gatenkaas. Leerkrachten die niet naar school konden komen omdat zij wachtten op een testuitslag. Leerlingen die thuis moesten blijven vanwege een besmetting in het gezin. Ondersteuners die tegelijk digitaal én fysiek moesten lesgeven aan kleine groepjes. We maakten er het beste van, maar schoten voor ons gevoel regelmatig tekort.

Toen de groep 6- leerkracht in quarantaine moest omdat ze had gewandeld met een besmette vriendin, voelde het lerarentekort extra urgent en pijnlijk. ‘Ik wil jullie vragen om ook in je persoonlijke contacten rekening te houden met de anderhalve meter,’ vroeg de directie. ‘We hebben geen menskracht om de gaten op te vangen.’ Een lastig spanningsveld: natuurlijk moesten we ons aan de coronaregels houden, maar complete isolatie kon je ook van leraren niet verwachten.

 

Dagboekfragment – Voorjaar 2021

Die maandag hangt slechts een handvol kinderen hun jas aan de kapstok en wandelt het lokaal binnen alsof het een dag is als alle andere. Van de meeste ouders heb ik niets meer gehoord – ze mogen ook nog steeds de school niet in - en daarom vraag ik steeds voorzichtig: ‘Heb je een coronatest gedaan?’ Testdiploma’s (geen officieel testbewijs) worden uit rugzakken getrokken en ik krijg demonstraties van de dokter met het wattenstaafje. Eén meisje kijkt me niet-begrijpend aan. Een snel telefoontje met moeder leert dat ze nog niet bij de GGD is geweest. Ik leg uit hoe ze een afspraak kan maken en even later haalt ze haar dochter op.

 

Onmisbare leraar

Onderwijs zonder menselijke nabijheid kun je eigenlijk geen onderwijs noemen, besefte ik dit schooljaar. Zeker niet als het om jonge kinderen gaat. Zonder oogcontact, dagelijkse een-op-eenmomenten en een klopje op de schouder kom je niet ver. Online vond ik dat het afgelopen jaar nog niet zo makkelijk te organiseren.

Ook van ouders voelde ik me dit schooljaar verder verwijderd dan normaal. Op en in de school waren ze niet welkom. Oudergesprekken via Google Meet vormen een uitdaging, zeker als je elkaars taal niet spreekt en de verbinding niet meewerkt. Bij gebrek aan beter knoopten ouders een praatje aan door de spijlen van het hek, als ze hun kind aan het einde van de dag kwamen ophalen. En terwijl ik tegelijkertijd de juiste kleuter probeerde te koppelen aan die ene neef met mondkapje op, praatte ik ouders in een paar zinnen bij over de ontwikkeling van hun kind.

Dagboekfragment – Voorjaar 2021
Diezelfde ochtend stuit ik op een e-mail van een bezorgde vader in mijn inbox, getiteld ‘Brandbrief corona’. Hij maakt zich zorgen om de gemakzucht en onverschilligheid van de andere ouders in de klas, plus het gebrek aan controle door leraren. Zelf leverde hij zijn dochter die ochtend weer op het schoolplein af. ‘Niemand vroeg naar testuitslagen en de GGD stuurt voor zover ik weet geen data naar de school. De enige linie van verdediging is blind vertrouwen in de ouders. Maar is dat vertrouwen wel gerechtvaardigd?’ Ik begrijp zijn zorgen – die heb ik zelf ook - maar vanwege de privacywet zijn persoonsgegevens beschermd en mogen we ouders niet om testbewijzen vragen. Zoals directeur Sandra Dannenburg hem terugmailt: ‘Dit is niet alleen een probleem van de Vlugt, maar een landelijk probleem op alle scholen. Ik vind het dan ook nog steeds onbegrijpelijk dat leerkrachten die in de risicogroep vallen niet eerder in aanmerking komen voor een vaccinatie terwijl ze er wel dagelijks voor kiezen er te staan voor de kinderen in ons land.’

“Vijf negatief geteste kinderen, meer wordt het niet” appt mijn duo me later die week. Veel ouders zien het niet zitten hun kind te laten testen, om uiteenlopende redenen. Ik respecteer hun keuze, maar baal er ook van: weer een onderbreking in het programma en onrust over wat komen gaat.

Na tien dagen (de tijd die je zonder coronatest in quarantaine moet blijven) kijken vijfentwintig gezichten me verwachtingsvol aan in de kring. Gelukkig is niemand erg ziek geworden. Niet eerder waren mijn leerlingen zo luidruchtig in de huishoek, de winkel of tijdens het spelen met lego. De onrust van de afgelopen dagen moet eruit.

 

Voor de leerlingen kwam school dit jaar in een ander daglicht te staan. Zo blij waren ze om elkaar na 8 februari weer te zien. Even weg bij hun ouders, broer en zus: een nieuwe kans om hun identiteit buiten het gezin te ontdekken en te spelen met kinderen die ze zelf uitkozen. Des te pijnlijker vond ik het om leerlingen die met een kuchje of verstopte neus op school kwamen weer naar huis te sturen. Het zette ook niet altijd zoden aan de dijk. Liet ik een snotterige leerling op maandag ophalen, verscheen hij de volgende dag met onveranderde klachten gewoon weer bij mijn duo. Ik kon de ouders ook begrijpen: je kind thuishouden kan best een opgave zijn en sommigen zijn de helft van het jaar verkouden.

 

Dagboekfragment – Voorjaar 2021

Eind juni ontstaat er onrust in het team als Mark Rutte nieuwe versoepelingen aankondigt: alleen de anderhalve meter afstand en mondkapjesplicht in het OV blijven gelden. Betekent dat ook dat ouders weer welkom zijn in de klassen? De gedachte aan een bomvolle spelinloop en drukte in de smalle gangen maakt veel los. Niemand heeft zin om vlak voor de zomervakantie nog besmet te raken of in quarantaine te gaan. Een paar dagen blijft het onduidelijk wat het schoolbestuur en het Breed Bestuurlijk Overleg op dit vlak van de Vlugt verwachten. Maar dan hakt de directie de knoop door: ouders tot en met groep 4 zijn weer welkom op het plein, maar nog niet in het gebouw. Onze eigen versoepelingen tillen we over de zomervakantie heen, als iedereen er weer opgeladen tegenaan kan.

 

Nu begint de zon letterlijk en figuurlijk weer te schijnen op school. Voorzichtig maken mijn collega’s plannen voor volgend schooljaar. We kijken vooruit: naar een zinvolle besteding van de NPO-gelden, het werven van nieuwe collega’s, het kennismaken met een nieuwe groep. We zoeken elkaar weer op voor een wandeling, lunch of een fysieke vergadering. Een quarantainevrij schooljaar, daar kijkt iedereen naar uit. Minder zorgen, meer rust en regelmaat. Eindelijk weer tijd om je te richten op wat écht belangrijk is. Want hoe mooi de onvoorspelbare kant van het onderwijs ook kan zijn en hoe goed leraren kunnen improviseren: afgelopen jaar was het iets too much.

 

Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.https://didactiefonline.nl/aanbieding 

Verder lezen

1 In de biotoop van Masja Lebouille
2 Update: in de biotoop van Masja Lebouille

Click here to revoke the Cookie consent