Onderzoek

Acht tips voor de tussentijdse toets

Tekst Kim Dirkx, Desirée Joosten-ten Brinke en Gino Camp
Gepubliceerd op 01-10-2019 Gewijzigd op 04-02-2020
Hoe ziet een goede tussentijdse toets eruit? Studies uit de geheugenpsychologie maken duidelijk wanneer je leerlingen er het meest van opsteken.

Je vraagt het je vast weleens af als je een tussentijdse toets wilt geven: uit wat voor type vragen moet zo’n toets nou eigenlijk bestaan? En hoeveel tijd zit er idealiter tussen opeenvolgende toetsen? Onderzoek uit de geheugenpsychologie kan helpen: daarin wordt onder meer gekeken hoe je tussentijdse toetsen het beste kunt vormgeven als je ze wilt inzetten als oefenstrategie. Een toets geeft niet alleen inzicht in hoe goed een leerling de stof tot dusver beheerst, door een tussentijdse toets onthouden je leerlingen de stof ook nog eens beter dan wanneer ze die gewoon nogmaals zouden bestuderen. Dit heet in de geheugenpsychologie het retrieval practice-effect (herhaald oefenen). Daarnaast blijkt uit onderzoek dat gespreid oefenen, over langere tijd, beter werkt dan kort na elkaar oefenen: het distributed practice-effect.

Figuur 1. Een standaard retrieval practice-experiment, met factoren die beïnvloeden hoeveel de leerling ervan leert. Lag is de tijd tussen het opnemen van de stof en het eerste toetsmoment, retentie-interval is de tijd tussen de tussentijdse toets en de eindtoets.


Uit studies naar bijvoorbeeld verschillende soorten leermaterialen, vragen en afnamemomenten is veel bekend over hoe de ‘beste’ tussentijdse toetsen eruitzien. Deze informatie hebben wij verzameld uit 110 onderzoeken (voornamelijk uit de Verenigde Staten). We zijn uitgegaan van de ontwerpvragen voor (formatieve) toetsen van onderzoekers Van der Vleuten en Driessen (2000): welke leermaterialen zijn bijvoorbeeld geschikt? En van welke vorm leren leerlingen het meest?

Op basis van de literatuur hebben we acht richtlijnen geformuleerd voor (formatieve) tussentijdse toetsen:

1. Kies het liefst een combinatie van open en gesloten vragen. Meerkeuzevragen zorgen voor een grote dekking van de leerstof, open vragen voor diepgang bij het ophalen van informatie.

2. Geef in je feedback het goede antwoord. Die correctie is essentieel, met name als de leerling niet het goede antwoord weet en in plaats daarvan het foute antwoord geeft. Als je zorgt dat leerlingen het goede antwoord opslaan in het geheugen, komt dit de volgende keer weer boven. Jouw feedback versterkt bovendien de geheugenpaden van de leerling: het goede antwoord onthouden ze dan alleen maar beter.

3. Voor het beste moment is er een handige vuistregel: neem de eerste tussentijdse toets af nadat ongeveer 20% van de hele leerperiode (tot aan de summatieve toets) verstreken is. Niet eerder, want het heeft pas zin als de leerling de stof goed heeft bestudeerd en dus zo veel mogelijk informatie kan ophalen uit het geheugen.

Figuur 2. De 20%-regel: na een vijfde van de leerperiode geef je een tussentijdse toets.

 

4. Toets dezelfde stof maximaal drie keer (als je meer dan één tussentijdse toets geeft). Hoe vaker de leerling iets moet ophalen uit het geheugen, hoe beter hij de stof onthoudt – maar bij drie keer is de piek bereikt.

5. Stem inhoud en niveau van de (formatieve) tussentijdse toets af op de summatieve toets: stel in beide toetsen vragen over dezelfde informatie en op hetzelfde cognitieve niveau (bijvoorbeeld begrip).

6. Tussentijdse toetsen kun je inzetten in alle schoolvakken en domeinen, en bij allerlei leermaterialen en opdrachten (van boeken en woordenlijsten tot sommen en filmpjes): volgens de literatuur zijn al dit soort settings geschikt.

7. Gebruik tussentijdse toetsen in ieder geval voor het onthouden, begrijpen en toepassen van informatie: hiervoor is het bewezen effectief, vergelijkbaar met herhaald oefenen en gespreid oefenen.

8. Bed (formatieve) tussentoetsen in het toetsprogramma in. Als toetsvorm en -moment van tevoren vastliggen, bied je je leerlingen de beste kans om zo veel mogelijk van zo’n toets te profiteren.

Kim Dirkx e.a., Ontwerprichtlijnen voor formatief toetsen vanuit de geheugenpsychologie. 1 + 1 = 3? Open Universiteit/Welten-instituut, 2019. Download het complete rapport met uitgebreide richtlijnen op nro.nl (projectnummer 405-17-711).

 

Referenties:

Van der Vleuten, C. P. M., & Driessen, E. W. (2000). Toetsing in probleemgestuurd onderwijs. Wolters Noordhoff, Groningen.


Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2019.

 

Verder lezen

1 Toetsen als leerstrategie
2 Tips voor gespreid leren

Click here to revoke the Cookie consent