Onderzoek

Aan de praat door rijke vragen

Tekst Nienke Smit
Gepubliceerd op 13-05-2021 Gewijzigd op 13-09-2021
Beeld Shutterstock
Gemiddeld stellen docenten Engels één vraag per minuut. Maar voor geanimeerde gesprekken in de klas is meer nodig.



Interactie vanachter een scherm, zo ondervindt menig leraar bij het onderwijs op afstand, is lastig. Toch valt het in de klas ook niet altijd mee om leerlingen aan de praat te krijgen, zo blijkt uit lesobservaties bij veertig docenten Engels in 3, 4 en 5 havo/vwo. De docenten stelden veel vragen, gemiddeld één vraag per minuut en sommigen zelfs meer dan honderd per les. Maar leerlingen beantwoordden ze doorgaans niet of uiterst kort. Rijke interactie kwam zeer zelden voor.

Het gangbare patroon was een gesloten docentvraag en een kort leerlingantwoord (maximaal drie woorden). Docenten stelden zelden open vragen en als ze dat al deden, leidde dit bij slechts 13% van de vragen tot uitgebreide antwoorden, waarna de interactie meestal meteen weer terugzakte naar gesloten vragen en korte antwoorden.

Heel herkenbaar, zeiden 57 andere docenten Engels desgevraagd. Volgens hen ligt dat niet aan gebrekkige taalvaardigheid van leerlingen, maar spelen emotionele factoren een rol: ze kunnen het wel, maar ze doen het niet. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor de docenten: met rijkere, meer open vragen zouden ze een levendigere interactie kunnen bewerkstelligen. Zeker als, aldus de docenten zelf, dit wordt gecombineerd met formatieve evaluatie.
Om leraren te helpen het patroon te doorbreken is een didactische lesobservatieaanpak ontwikkeld. Hiermee kunnen docent en leerlingen samen hun eigen taalgedrag onderzoeken, evalueren en verbeteren. Ze staan bewust stil bij hoe ze samen kunnen bijdragen aan betekenisvolle en levendige interactie. Zo kunnen ze samen stap voor stap toewerken naar rake vragen en rijke antwoorden. 
 

Aanpak: lesobservatie om rijke interactie te bevorderen

Observeren:

1   Wat voor soort vragen heeft de docent het meeste gesteld tijdens deze les?

  • Retorische vraag (geen antwoord mogelijk / verwacht)

  • Gesloten vraag (antwoord staat van te voren vast)

  • Verhelderende vraag (antwoord valt af te leiden uit de lesstof)

  • Open (antwoord staat niet vast)
     

2.   Wat voor soort antwoorden hebben de leerlingen het meeste gegeven?

  • Geen

  • Simpel (1-3 woorden)

  • Compleet (hele zin)

  • Complex (meer dan een hele zin)


3    Wat deed de docent als de leerlingen geen antwoord gaven? En hoe reageerden de leerlingen hierop?

  Wat deed de docent als de leerlingen een lang antwoord gaven? Hoe reageerden de leerlingen hierop?

  Welke open vragen zijn er gesteld?

  Hebben de leerlingen ook vragen gesteld? Zo ja, wat voor soort vragen?


Evalueren (zorg dat een samenvatting van de observaties zichtbaar is):

  Wat valt jullie op aan de observaties?

  Wat vraag je je af?
 

Afspraken voor de volgende keer:

  Wat wil je de volgende keer samen opnieuw zo doen?

10  Wat zou je de volgende les samen willen veranderen?

11  Wat willen jullie de volgende keer niet meer doen?

12  Waar zijn jullie trots op?



Nienke Smit, Get It Together: Exploring the Dynamics of Teacher-Student Interaction in English as a Foreign Language Lessons. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 2021.

Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2021. 

Click here to revoke the Cookie consent