Zo’n 10 jaar heb ik gewerkt bij de Brede School Academie (BSA) in Utrecht. Kinderen volgen er, vrijwillig, drie uur extra onderwijs per week, gericht op het verkleinen van hun taalachterstand. Ze worden specifiek op hun motivatie geselecteerd. Toch haken er wel eens kinderen af omdat ze het niet meer leuk vinden. De anderen vinden het ook niet altijd leuk, maar zetten toch door. Waarom? Zij willen iets bereiken en beseffen dat ze daarvoor hun taalachterstand weg moeten werken. Het zijn de kinderen met ambitie.
Ambitie is naar mijn mening minstens zo belangrijk als de bekende trits basisbehoeften competentie, relatie en autonomie van Deci & Ryan. Ambitie zorgt ervoor dat je aan de slag gaat en doorzet, ook als het lastig of saai wordt. Het zou zo maar eens de sleutel kunnen zijn om kinderen ‘aan’ te zetten. Naar zo’n sleutel was ik al heel lang op zoek – en niet alleen ik, weet ik uit gesprekken met collega’s, ouders en zelfs kinderen.
Een ambitieuze leerling creëert in zekere zin zijn eigen energie om te leren. Heel efficiënt voor het onderwijs, waar tijd en geld schaars is en waarvan veel kinderen afhankelijk zijn voor een -gelijke- kans op een stabiel plekje in de maatschappij. Daarom is het vreemd én een gemiste kans dat ambitie nauwelijks is onderzocht. Reden voor mij om zelf op onderzoek uit te gaan.
Ik ben begonnen met het afnemen van interviews met diverse professionals, ex-leerlingen van de Brede School Academie en een ouder uit deze doelgroep. Boeiende gesprekken, waar ik de volgende (werk)definitie uit heb gedestilleerd:
Ambitie is het wilsbesluit als resultaat van een proces van reflectie op jezelf en de wereld, om een persoonlijk doel te bereiken en de – soms moeilijke – weg te gaan die daarvoor nodig is.
De definitie omvat een wil, een doel, een weg en een proces en daarnaast het wilsbesluit als cruciale motor die je in beweging zet en houdt. Een ambitie is krachtiger naarmate zij meer is gebaseerd op persoonlijke keuzes (en dus niet op die van je omgeving) en zij meer aanzet tot handelen in het hier en nu.
Een definitie is handig voor de dialoog. Maar, als je ambitie wilt benutten en bevorderen, hoe doe je dat dan? Kort gezegd: kinderen veel laten zien van de wereld, ze leren denken in termen van wilsbesluiten, ze leren te reflecteren op wat zíj zelf belangrijk vinden, ze ruimte geven om persoonlijke doelen te stellen en ze te leren wat je in het hier en nu kunt doen om daar dichter bij te komen. Kinderen die kunnen verwoorden wat ze aan hun lessen hebben om persoonlijke ambities te bereiken, zullen met meer energie aan de slag gaan en blijven.
Ik noem het ‘ambitiegericht onderwijs’ en hoe langer ik er nu onderzoek naar doe, hoe meer ideeën ik krijg om er concreet vorm aan te geven. Ik ben dus ook maar vast begonnen. Zo voer ik op de BSA gesprekken met kinderen over het verschil tussen iets leuk vinden en iets willen. Soms hóór je het kwartje vallen; als ze dan besluiten iets te willen, nemen ze wat ze minder leuk vinden op de koop toe. Ook laat ik kinderen nadenken over wat ze willen bereiken en wat ze déze week nog kunnen doen om daar een stapje dichterbij te komen. ‘Mogen we het echt helemaal zelf bepalen, juf?’ ‘Ja dat mag’ en dan gaan ze los, uit zichzelf: informatie zoeken over soorten dokters, een nieuwe inrichting ontwerpen voor de woonkamer en dit uitvoeren, hulp vragen aan een vriendin om een flikflak te maken en nog eens goed in de stof duiken om een 10 te halen voor een spreekbeurt. Er ligt ook al een concreet plan om volgend schooljaar met een basisschool een ‘kinderambitieclub’ op te richten.
Borrelt er al iets bij u? Neem dan het wilsbesluit om samen met mij te onderzoeken hoe we meer kunnen doen met de ambities van leerlingen. Want, waar een wil is, is een weg!
Froukje Hoobroeckx is onderwijsadviseur bij Het ABC in Amsterdam. Ze schreef het essay “Waar een wil is…” dat via dit mailadres ([email protected]) is op te vragen.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven