Passend onderwijs is bedoeld om onderwijs op reguliere scholen te bieden aan kinderen met allerlei problemen die het leren belemmeren. Dit streven past naadloos in de transformatie achter de decentralisatie van de jeugdhulp naar gemeenten. Die is immers gericht op het normaliseren van de aanpak van opvoed- en opgroeiproblematiek.
De samenwerkingsverbanden en gemeenten hebben dan ook belang bij een nauwe samenwerking. Vele professionele handen maken het zware werk met kwetsbare kinderen lichter. Scholen kunnen profiteren van jeugdhulp ín de scholen om kwetsbare kinderen in het reguliere onderwijs te houden en daarmee kosten te besparen voor speciaal onderwijs. Leraren worden zo ‘ontzorgd’, kunnen zich focussen op lesgeven en gebruikmaken van tips van jeugdhulpprofessionals hoe om te gaan met kwetsbare kinderen. Andersom kunnen leraren voor de jeugdhulpprofessionals in de gaten houden of de geboden hulp ook voldoende effect sorteert. In zorgadviesteams kunnen jeugdhulp en passend onderwijs op elkaar worden afgestemd. Daarmee kan ook het beroep op dure jeugdhulp worden teruggedrongen. En daar profiteren de gemeenten financieel weer van.
Mijn beeld van de huidige samenwerking tussen passend onderwijs en jeugdhulp is er een van niet ingeloste beloftes. Op papier is voldaan aan de wettelijke verplichtingen, maar van veel innovatieve samenwerkingspraktijken is geen sprake. Zowel onderwijsinstellingen als gemeenten waren de afgelopen tijd vooral druk met de instrumentele kant van hun eigen grote operatie.
Oplossing voor thuiszitters is lakmoesproef
De wetgever was er blijkbaar ook niet helemaal gerust op dat de samenwerking vanzelf tot stand zou komen en bedacht de merkwaardige wettelijke verplichting tot ‘op overeenstemming gericht overleg’. De vraag is of een wettelijke verplichting echt gaat helpen om het verschil te maken in de uitvoeringspraktijk.
Wellicht is het slechts een kwestie van tijd voordat de financiële prikkel zijn werk gaat doen, maar ik denk dat er meer nodig is. In mijn ervaring komen doorbraken alleen tot stand als op veel plekken tegelijkertijd in kleine stappen van onderop het wiel opnieuw wordt uitgevonden. In duizenden leeromgevingen waarin professionals vanuit het onderwijs en de jeugdhulp compromisloos werken met de bedoeling om kwetsbare kinderen zich te laten ontwikkelen tot volwaardig participerende burgers. Leeromgevingen die alleen tot duurzame systeemverandering leiden als ze rugdekking krijgen van bestuurlijke leertafels. Het ontketenen van professionele samenwerkingsenergie van onderop is een top-down-activiteit waarin ook bestuurders zelf leren innoveren, gevoed door concrete casuïstiek vanuit de uitvoeringspraktijk.
De lakmoesproef voor succes is wat mij betreft of we erin slagen om een oplossing te vinden voor de thuiszitters. Pas als het gelukt is om een oplossing te vinden voor deze zeer complexe doelgroep, is het bewijs geleverd dat onderwijs en jeugdhulp excellent samenwerken.
Deze column verscheen in Didactief, april 2015.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven