Er zijn op dit moment in Nederland enkele duizenden thuiszitters: leerplichtige kinderen die een (lange) tijd geen onderwijs volgen. Ondanks veel maatregelen om thuiszitten te voorkomen en verminderen, zoals de Wet passend onderwijs in 2014, het Thuiszitterspact in 2016, en het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst in 2017, nam het aantal (geregistreerde) thuiszitters de afgelopen jaren toe, laat de Evaluatie Passend Onderwijs zien.
Meer inzicht in omstandigheden waaronder leerlingen thuis komen te zitten is nodig om thuiszitten te voorkomen of verminderen. Op basis van tachtig casussen van de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) waarbij sprake is van thuiszitten, onderzocht het Kohnstamm Instituut welke factoren bij deze groep leerlingen een rol spelen in het ontstaan of in stand houden van thuiszitten. De 80 onderzochte casussen zijn niet representatief voor álle thuiszitters in Nederland: het is een selecte steekproef van leerlingen waarbij ouders een conflict met de school voorlegden aan de GPO. Op basis van het onderzoek geven we drie aanbevelingen die professionals in het onderwijs kunnen helpen om passende oplossingen te vinden.
Bij meer dan de helft van de casussen speelde een probleem in de relatie tussen de school en ouders. Vaak vonden ouders dat zij slecht of veel te laat waren geïnformeerd door de school over hoe het met hun kind ging op school, of waren de school en ouders het oneens over welke ondersteuning de leerling nodig heeft.
Deze uitkomst laat zien hoe belangrijk het is dat scholen investeren in een goede relatie met ouders. Voor leraren en intern begeleiders/ondersteuningscoördinatoren betekent dat regelmatig en zorgvuldig communiceren, maar ook luisteren naar het verhaal van ouders en hier begrip voor tonen. In een goede en gelijkwaardige relatie met ouders maken leraren gebruik van de kennis van ouders over de thuissituatie en ondersteuningsbehoeften van hun kind. In deze selecte steekproef kwam verwijdering van leerlingen relatief veel voor. Juist wanneer een leerling van school verwijderd dreigt te worden, kunnen intern begeleiders het schoolteam trainen in de communicatie met ouders en/of zelf een actieve rol spelen in deze gesprekken.
Wat is er bekend uit literatuur? Ook vanuit eerder onderzoek (Ingul, Havik, Heyne, 2019 en Dullaert, 2019) is bekend dat misgelopen communicatie tussen de school enerzijds, en de ouders of het kind anderzijds, een oorzaak kan zijn van thuiszitten. De Evaluatie Passend Onderwijs laat daarnaast zien dat scholen het bij het zoeken naar oplossingen als een belemmering ervaren wanneer ouders niet meewerken aan een verwijzing naar het speciaal onderwijs. |
In iets minder dan de helft van de casussen van thuiszitters noemden ouders of de school dat de school te weinig zicht had op de ondersteuningsbehoeften van de leerling. Volgens ouders heeft de school vaak onvoldoende zijn best gedaan om goed zicht te krijgen op wat een leerling nodig heeft. Volgens de school hebben leraren vaak wel geprobeerd om hier zicht op te krijgen maar lukte dit niet, bijvoorbeeld omdat ouders geen toestemming gaven om bepaalde gegevens van het kind in te zien.
Dat te weinig zicht op ondersteuningsbehoeften veel voorkomt bij casussen van thuiszitters, wijst op het belang van vroeg signaleren van problemen. Goed zicht op wat een leerling nodig heeft, is een vereiste voor scholen om een passend aanbod te kunnen bieden: hoe eerder hier zicht op is, hoe eerder aanpassingen in het aanbod gemaakt kunnen worden. Hierbij is het belangrijk voor scholen om – in samenwerking met ouders – op zoek te gaan naar achterliggende oorzaken van problemen. In veel van de casussen was bijvoorbeeld agressief gedrag een reden voor het verwijderen van de leerling. Omdat aan agressie vaak andere problematiek ten grondslag ligt, is het belangrijk om in een vroeg stadium op te sporen wat de aanleidingen zijn voor dit gedrag.
Wat is er bekend uit literatuur? Verschillende onderzoeken laten zien dat scholen verzuim regelmatig te laat signaleren (Dullaert, 2019 en Batenburg, Dokter, Mulder, 2006). Het vroeg signaleren van verzuim en het onderzoeken van de oorzaken van het verzuim, kunnen belangrijke manieren zijn om thuiszitten te voorkomen (Van Sleeuwen & Heyne, 2020; Lubberman, Bertling, & Duysak, 2019; Sleeboom, Buysse, Hermanns, & Hillhorst, 2009). Hoe eerder wordt ingegrepen als het op school moeilijk gaat, hoe groter de kans dat begeleiding effect heeft en problemen niet verergeren. Het is hierbij zinvol om leraren te begeleiden in het voeren van gesprekken over verzuim met ouders. |
In een derde van de casussen van thuiszitters noemden ouders of de school problemen met de zorgplicht. Het gaat hier bijvoorbeeld om een school die voor een plaats op een andere school had moeten zorgen, maar daar niet in is geslaagd. Of om een school die ouders adviseert om het kind bij een andere school aan te melden omdat daar een beter aanbod is, terwijl de school volgens de ouders wel een passend aanbod kan bieden. Ook zijn er situaties waarbij ouders er zelf voor kiezen om hun kind niet naar school te laten gaan, vooral omdat zij ervaren dat de schoolomgeving onveilig is voor het kind.
Deze uitkomst benadrukt dat er aandacht nodig is voor het naleven van de zorgplicht. Intern begeleiders/ondersteuningscoördinatoren kunnen het schoolteam helpen om bij situaties waar sprake is van het niet toelaten of verwijderen van een leerling, na te gaan of de regels rondom zorgplicht goed zijn gevolgd en inschatten of er risico is op thuiszitten. Zelfs als een besluit over toelating of verwijdering gegrond is, kunnen scholen reflecteren op de vraag of professionalisering mogelijk is, zodat bij een volgende vergelijkbare situatie de school de leerling wel de benodigde steun kan bieden.
Wat is er bekend uit literatuur? Ook in de literatuur komt naar voren dat de zorgplicht niet altijd wordt uitgevoerd zoals bedoeld. De Evaluatie Passend Onderwijs laat zien dat de meeste scholen zelf vinden dat zij zich aan de zorgplicht houden, maar dat niet altijd vinden van andere scholen. Bijvoorbeeld wanneer scholen ouders in de oriëntatiefase adviseren hun kind bij een andere school aan te melden (het zogenoemde ‘wegadviseren’). (Ledoux en Waslander, 2020 en Schoevers & Van Eck, 2020 en Hoogeboom, Roelofs en Slump, 2015) |
Meer info
Zicht op thuiszitten: Geschillen over toelating, verwijdering of ontwikkelingsperspectief van (dreigende) thuiszitters. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO)
Lees vanaf donderdag 13 mei ook Drie vragen aan Eke Krijnen die conflicten over thuiszitters onderzocht (Didactief, mei 2021).
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven