Onlangs fungeerde ik als assessor tijdens de vaardigheidstoets van een anamnesegesprek. De eerstejaars studenten hbo-verpleegkunde tonen tijdens dit summatieve toetsmoment aan dat ze de gezondheid van een simulatiepatiënt op methodische en persoonsgerichte wijze in kaart kunnen brengen. De studenten krijgen voorafgaand 20 minuten om de casus voor te bereiden en het anamnesegesprek duurt maximaal 15 minuten. Met aansluitend feedback en de beoordeling.
De student was in paniek geraakt
vanwege de spanning van het toetsmoment
De laatste student van de dag kwam ietwat gespannen de toetsruimte binnen. Nadat ik de procedure kort toelichtte, opende ze het gesprek met de simulatiepatiënt. Met een trillende stem: ‘Goedemiddag mevrouw, mijn naam is Maud Jansen (de naam van de student is om privacyredenen gefingeerd, EO). Ik ben verpleegkundige in opleiding en ik bezoek u om meer te weten te komen over u en uw gezondheid. Alles dat u mij vertelt is vertrouwelijk en zal ik niet delen met, uh, dat, uuh, uuuh, met, … shit …’. Daarna volgde een ongemakkelijke stilte van enkele seconden. Zowel de simulatiepatiënt als de student zeiden niets meer. De student was in paniek geraakt vanwege de spanning die het toetsmoment met zich meebracht.
In een split-second beredeneerde ik wat mijn opties waren in de rol van assessor. Optie 1: Ik kon kiezen om niets te zeggen en af te wachten wat er zou gebeuren. Ik zou dus niet interveniëren in het toetsmoment. Dit leek mij theoretisch een logische optie, maar ook enigszins gevoelloos omdat de spanning mogelijk te hoog op zou lopen voor de student. Optie 2: Ik kon kiezen om het toetsmoment stop te leggen, omdat de student onprofessioneel handelde. Ze vloekte immers (‘shit’) en ze viel stil. Het stopleggen van de toets leek mij echter te radicaal. Stoplegging zou in mijn ogen fataal zijn geweest voor het zelfvertrouwen van de student. Optie 3: Ik kon kiezen om te interveniëren in het toetsmoment door de student op haar gemak te stellen, bij de hand te nemen, en positief te bekrachtigen. Met deze laatste optie hoopte ik het meeste leerrendement te bereiken zonder afbraak van zelfvertrouwen – ondanks dat ik de student dan een helpende hand toereik hetgeen discutabel is tijdens toetsing. Ik koos desalniettemin voor optie 3.
Assessor: ‘Ik merk volgens mij dat je het gesprek spannend vindt. Klopt dat?’
Student: ‘Ja, best wel.’
Assessor: ‘Oké. Dat is geen probleem. Veel studenten hebben daar last van. Tot nu toe verloopt jouw anamnesegesprek goed. Ik heb als feedback opgeschreven dat je je professioneel voorstelt, dat je goed oogcontact maakt en dat je een open houding hebt. Ik stond bovendien op het punt om op te schrijven dat je privacy kwesties goed communiceert met de simulatiepatiënt.’
Student: ‘Ow.’
Assessor: ‘Ei-gen-lijk is er op dit moment geen reden om ongerust te zijn over jouw beoordeling.’
Student: ‘[verbaasd] Oké?’
Assessor: ‘Hoe had je het gesprek willen voortzetten met de simulatiepatiënt?’
Student: ‘Ik wilde aangeven dat ik de informatie niet zou delen met andere personen. En vervolgens wilde ik vragen hoe mevrouw zich op dit moment voelt.’
Assessor: ‘Hoe zou je het vinden om nu alsnog aan te geven bij de simulatiepatiënt dat informatie niet gedeeld wordt met andere personen en daarna te vragen hoe mevrouw zich op dit moment voelt? En vervolgens doorgaan met het anamnesegesprek.’
Student: ‘Dat lijkt me een goed plan.’
Assessor: ‘Dan gaan we dat toch gewoon doen. Dat kan jij. [korte pauze]. Succes Maud.’
Vervolgens hervatte de student het gesprek conform ons plan. Een kundig, diepgaand en methodisch anamnesegesprek volgde waarin de student persoonsgericht communiceerde met de simulatiepatiënt. Ogenschijnlijk zonder overmatige spanning. De student had in mijn ogen voldaan aan de leerdoelen die getoetst werden.
Het doel van deze blog is allerminst om mijn eigen redenatie en handelen te rechtvaardigen, noch om te bepleiten wat de gouden standaard in deze situatie is. Sterker nog; ik wil de lezer uitnodigen om mijn redenatie en handelen – positief en/of negatief – te bekritiseren. Maar wat ik vooral wil bereiken is dat hbo-docenten bewust zijn van de impact die hun beoordelende rol heeft en beargumenteerd handelen daaromtrent.
Edwin Oberjé is gepromoveerd en docent hbo-verpleegkunde bij Zuyd Hogeschool. Reacties naar [email protected]
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven