Kritische noot
De antwoorden van mijn leerlingen hebben mij ook afgelopen zomer weer inzicht gegeven. Maar het gebruik van een competentie instrument behoeft eerst een kritische noot. Korthagen (2013) vraagt zich af of goed docentschap te vatten is in een competentielijst. Goed leraarschap omvat ook subjectieve elementen die niet in een competentielijst te meten zijn. Bijvoorbeeld de kwaliteit van contact met leerlingen. Een competentielijst meet dus niet alles wat je wil weten. Er staat bijvoorbeeld niet in dat ik mijn leerlingen heb geholpen een eigen speelfilm te maken om zo het groepsgevoel te verbeteren. Er staat ook niets in de competentielijst over de leerling die ik iedere vrijdag huiswerkklas gaf omdat zij zo gemotiveerd is om te willen presteren. Ik lees ook niets over de leerling die nu op school aanwezig is omdat we bij absentie, gelijk naar huis belden om haar naar school te krijgen. En ik lees al helemaal niets in de uitslag over dat dansje dat ik maak om bij leerlingen die even moeten wachten, een glimlach te ontfutselen.
Het inzicht
Maar de feedbackscan bleek zeker aandachtspunten voor mij te bevatten. Ik heb mijn leerlingen te weinig verantwoordelijkheid in de les gegeven. Ik liet ze weinig zelfstandig doen en ik ben ook niet altijd even open naar ze geweest. Ondanks dat ik weet dat autonomie, relatie en competentie broodnodige zuurstof voor de leerling zijn (Stevens, 2002 ). En ik weet ook dat directe feedback een hoog leerrendement oplevert (Hattie, 2014). Maar het is makkelijk praten. De werkelijkheid voor de klas is weerbarstiger (Stevens). In de werkelijkheid van mijn leerlingen heeft schelden met 'je moeder' meer waarde dan alle onderwijs theorieën bij elkaar. En hun wereld, dat is ook mijn wereld.
Dat beeld uit de feedbackscan over mijn docentschap, triggerde mij. Geïnspireerd door Stevens (2002) om met leerlingen te filosoferen over de ideale lesweek, ben ik de afgelopen weken de dialoog met ze aangegaan. Wat is voor jou de ideale les? Wat doet de docent? Wat doen de leerlingen? En hoe meten we de voortgang? Mijn leerlingen wisten precies wat ze wilden: ze wilden inderdaad meer autonomie, meer verantwoordelijkheid, meer samenwerken, meer digitale opdrachten, minder toetsen en een flesje water tijdens het maken van de toets. 'Dan maak je je toets beter, juf. Water is goed voor je hersenen, heb ik ergens gelezen', opperde een wijsneus.
Actie in de tent
Ik heb stap voor stap, in overleg met de leerlingen, hard werkende klassen bewerkstelligd. Leerlingen die samenwerken, autonomer keuzes maken en hun verantwoordelijkheid nemen. Er heerste een gezellige sfeer en er was uiteraard een flesje water voor bij de toets te verkrijgen bij de juf. Het leert mij keer op keer, ook als ervaren docent, dat het mijn eigen overtuigingen zijn die disbalans veroorzaken, niet de leerlingen.
Bijna weekend. Ik zit alleen in de klas, de leerlingen zijn al naar huis. Ik ga op mijn bureaustoel zitten en ik ben tevreden. Het waren turbulent weken. Mijn leerlingen zijn verder gekomen. En ik? Ik blijf leren van mijn leerlingen en van hun inspirerende woorden. Wat een pracht vak.
Lotte van Kempen is werkzaam als stafdocent en mentor klas 2BBL op specifiek VMBO-school De Rotonde in Breda. Ze volgt de master Leren en Innoveren aan de Marnix Academie in Utrecht. Ze nam deel aan het panelgesprek over feedback geven aan leerlingen dat Didactief organiseerde op 8 oktober tijdens de uitreiking van de Toptalentprijs 2015.
Referenties
Hattie, J. (2014). De impact van leren zichtbaar maken. Rotterdam, Nederland:
Bazalt.
Korthagen, F. (2013). Authenticiteit en betrokkenheid als basis voor goed
onderwijs. In L.M. Stevens. (Red.), Leraar wie ben je? (pp. 25-33).
Apeldoorn, Nederland: Garant.
Onderwijscoöperatie. (2004). Bekwaamheidseisen VO en BVE.
Stevens, L.M. (2002). Zin in leren. Apeldoorn, Nederland: Garant.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven