De ervaring leert dat schoolbesturen met de beste intenties plannen maken om een antwoord te formuleren op krimp, maar dat ze vergeten de belangrijkste stakeholders te betrekken. De dorpen en de ouders worden dan geconfronteerd met de plannen en voelen zich niet betrokken. Lange procedures vol strijd zijn vaak het gevolg. Wat we veel horen, is dat schoolbesturen en ook wethouders zeggen: we moeten de dorpen en ouders meenemen in onze plannen. Ze bedoelen dan: we moeten ze laten vinden wat wij willen. Deze tijd vraagt om een andere benadering en dat is dat ouders en dorpen betrokken worden aan het begin en dat de plannen samen gemaakt worden. Dit lijkt misschien meer tijd te kosten, maar in de praktijk blijkt dat de oplossingen hierdoor creatiever en beter worden.
Soms lijkt het of fusie de enige oplossing is bij krimp. We moeten ons afvragen of het wenselijk is dat scholen verdwijnen en daarmee het eigene van die scholen. Het wordt meer eenheidsworst – leerfabrieken – waar de kinderen wel goed onderwijs krijgen, maar waar weinig plaats is voor unieke talenten en kwaliteiten. Dankzij kleine scholen kunnen kinderen naar een school in de eigen context van het dorp. Wij zouden schoolbesturen en gemeenten willen uitdagen verder te kijken en samen met dorpen en ouders te zoeken naar oplossingen. Dit komt de leefbaarheid ten goede, de kwaliteit van onderwijs en de vrijheid van ouders om een school te kunnen kiezen die bij hun kind past.
Sonja Hofstee, voorzitter Stichting Behoud Kleine Scholen.
Dit artikel is verschenen als onderdeel van de rubriek Rondom het Binnehof van Didactief (oktober 2015). Lees ook de bijdrage van Henk Bakker over dit onderwerp.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven