De hbs is een nieuwbakken onderwijsvorm, bedoeld voor jongens uit de burgerij, die niet verder willen studeren, maar koopman of ondernemer willen worden. De school krijgt een prominente plek in de statige Parkenwijk, die grenst aan de uitgestrekte domeinen rond het zomerpaleis van koning Willem III. Deze hbs draagt zelfs het predicaat Koninklijk, omdat de koning zo gul is om enkele duizenden guldens te doneren voor het schoolgebouw. De directie trekt uit het hele land leraren aan. Een van hen is Jan Martinus Smit, zoon van een Amsterdamse timmerman, die met hart en ziel streeft naar verheffing van het culturele peil der natie.
Schoolcommissie vindt dat Smit met z’n lezingen de regering minacht
Smit is een man vol idealen, een vooruitstrevend liberaal en vrijdenker, kind van een roerige en opstandige tijd. Toch aanvaardt hij met graagte in 1879 op 27-jarige leeftijd een baan als leraar natuurkunde en kosmologie in het rustieke provincieplaatsje. Hij maakt zich zeer geliefd bij zijn leerlingen door zijn amusante en heldere wijze van lesgeven. Aan de ouderen geeft hij drukbezochte avondcolleges. Ondertussen maakt hij zich zorgen over de relatie tussen overbevolking en seksuele moraal. Daarom richt hij met andere bekende liberalen uit Amsterdam in 1881 de Neo-Malthusiaanse Bond (de latere NVSH) op. Namens deze bond propageert Smit overal in het land geboortebeperking, om het lot van vrouwen uit de ‘mingegoede klasse’ te verlichten. Hij is tegen vrijwillige onthouding, omdat, zo zegt hij, geslachtsdrift net als eten of drinken een behoefte is, die men niet kan doden maar die men moet leren controleren.
Ook op andere manieren probeert Smit de minderbedeelden te helpen. Hij luistert naar hun klachten en maakt zich de tolk van hun sociale ongenoegens. Zo neemt hij het op voor de lokale boeren die hun akkers geruïneerd zien, wanneer Willem III weer eens met zijn genodigden op de landerijen rond Het Loo op jacht gaat. Dat levert hem een forse reprimande op van burgemeester Van Hasselt en de schoolcommissie. Zij zijn van mening dat Smits uitvallen naar Willem III het aanzien van de school beschadigen en dat zijn radicale gedachtegoed de mentale ontwikkeling van de leerlingen bedreigt. Maar Smit laat zich niet kisten en beroept zich op de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting.
Na de dood van zijn vrouw, in 1885, raakt Smit steeds verder betrokken bij de beweging voor algemeen kiesrecht. Hij houdt overal in het land spreekbeurten over de noodzaak van een kiesrecht voor allen; volgens ooggetuigen leerzame en geestige betogen. Maar de plaatselijke schoolcommissie beschouwt zijn lezingen als minachting van de regering en een teken van ‘politiek agitatorschap’. De landelijke pers bemoeit zich ermee en beschuldigt de voorzitter van de schoolcommissie, jonkheer Mollerus, van regentesk gedrag. Dat drijft de situatie op de spits en uiteindelijk wordt Smit in 1888 ontslagen. Een golf van protest rolt over het land. In het ontslag ziet men een beknotting van de rechten van alle ambtenaren, het zou immers betekenen dat een leraar of ambtenaar er openlijk geen politieke mening op na mag houden.
Smit laat zich door het ontslag niet weerhouden en sluit zich aan bij de socialistische beweging van Domela Nieuwenhuis, die grote populariteit in de noordelijke provincies geniet. Hij bekleedt vele baantjes en probeert te emigreren, tot hij in 1891 weer als leraar natuurkunde wordt aangenomen aan de hbs in het ‘rode’ Warffum, een gemeente waar hij veel sympathie ontmoet. Men prijst alom zijn ijver, oprechtheid en enthousiasme als leraar.
Sjoerd Karsten is emeritus hoogleraar Onderwijskunde. Bekijk hier alle korte docu’s van Wandelen met Sjoerd Karsten.
Dit artikel verscheen in de rubriek 'Wandelen met Sjoerd Karsten' in Didactief, januari/februari 2018.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven