De laatste jaren is de aandacht voor basisvaardigheden groot. Terecht, want goed kunnen lezen en schrijven is belangrijk. Tegelijkertijd is het belangrijk dat leerkrachten voldoende aandacht besteden aan het overdragen van kennis over de wereld, haar inwoners, de historie en de natuur. Deze kennis is onontbeerlijk, omdat het een cruciale voorwaarde is voor tekstbegrip.
Wie meer weet, begrijpt teksten beter én kan sneller nieuwe kennis koppelen en onthouden. Het lezen van teksten draagt bij aan het vergroten van kennis over de wereld. De leeropbrengst is hoger wanneer leerlingen begrijpen wat ze lezen en de inhoud kunnen koppelen aan kennis die ze al hebben. Kennis fungeert als mentaal klittenband waar nieuwe en aanvullende kennis aan vast blijft kleven. Kennis van de wereld is daarmee een belangrijke pijler voor leesonderwijs. Kennis zorgt ook voor het vergroten van kansengelijkheid. Met veel aandacht voor kennis zijn leerlingen uit kansarme milieus minder op thuis aangewezen. Tot slot zorgt kennis ervoor dat leerlingen informatie beter kunnen duiden, kunnen filteren. Ze kunnen feiten en fabels, nieuws en nepnieuws beter van elkaar scheiden. Basisvaardigheden zijn dus gebaat bij een kennisrijk curriculum. Belangrijk hierbij zijn netwerken van kennis die bestaan uit samenhangende concepten.
Goed taalonderwijs kan niet zonder wereldoriëntatie en vice versa. Deze vakken bieden de kennisrijke contexten, thema’s en achtergrondinformatie die onmisbaar zijn voor effectief taalonderwijs. De leeropbrengst hiervan is hoger wanneer leerlingen begrijpen wat ze lezen en de inhoud kunnen koppelen aan kennis die ze al hebben. In plaats van losse teksten bij begrijpend lezen aan te bieden, kun je leerlingen ook laten lezen over wereldoriënterende thema’s. Combineer dit altijd met de vakdidactiek van het betreffende vak, dan ontstaat er een win-winsituatie. Dus, inventariseer de voorkennis: misconcepties staan in de weg van tekstbegrip én het opbouwen van nieuwe kennis uit een tekst. Investeer in woordenschatonderwijs en in achtergrondkennis over de wereld en verbind begrijpend-leesonderwijs met (vakdidactisch sterke) lessen wereldoriëntatie.
Deze tekst is niet alleen namens mijzelf, maar ook namens een brede vertegenwoordiging van lerarenopleiders van diverse pabo's in Nederland, het KNAG (Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap), VGN Kleio en hoogleraren: Anneleen Stienaers, Anouk Adang, Carla van Boxtel, Jans Koene, Stijn Hulshof, Friso Mout, Anton Bakker, Arjan Visser, Bianca van der Molen, Elwin Savelsbergh, Frank Van Herwaarden, Henrike Luijk, Karianne Djoyoadhiningrat-Hol, Léjon Saarloos, Marc ter Horst, Marije Vlaar, Marian Blankman, Yvonne Ahrend, Rianne Tolsma, Marion Ooijevaar-Smidt, Marjan de Groot, Marjolein den Ouden, Meereke Bosua, Miriam Zwinkels, Paula Bonekamp-Ritter, Roeland van Westerop, Ruben Derycke, Sietske Dreschler en Tine Beneker.
Anne de Klerk is docent aardrijkskunde en geschiedenis aan de Hogeschool Utrecht.
Dit artikel verscheen eerder in NRC in gewijzigde vorm.
1 PISA: om stil van te worden
2 Het gelijk van Hirsch: kennis telt
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven