Hij had er zojuist zijn inaugurele rede gehouden als buitengewoon hoogleraar. Dat lag hem wel: niet ontgonnen terrein met een goed gevoel voor het bijzondere in kaart brengen, mensen mobiliseren en hen het vertrouwen geven dat zij door eigen inspanning verder konden komen. Daar gaf hij dan graag richting aan met zijn grote kennis en zijn vaardigheid, hoewel altijd met gezond verstand, een belangrijk instrument naar zijn mening voor een pedagoog.
Veelzijdig was zijn bekwaamheid. Hij kende het metier van het wetenschappelijk onderzoek en zijn valkuilen, beoefende het met precisie en wist altijd vruchtbaar samen te werken. Aan zijn docentschappen en voordrachten zullen velen met plezier terugdenken, sterker, zullen velen hem blijven kennen als van grote betekenis voor hun professionele ontwikkeling. Als docent was hij even systematisch als hij als onderzoeker was, maar tegelijk creatief met zijn studenten.
Niet omdat dat verwacht werd, maar omdat hij wist dat deze manier van werken op dit moment zijn studenten zou helpen zichzelf verder te helpen. Kees was graag gefundeerd aan het werk. Je moest weten waar je mee bezig was. Dat maakte hem voor zeer velen een betrouwbare steunbron of je nu lezer van zijn werk was, student, promovendus, iemand die om een beleidsadvies verlegen zat of collega. Maar tegelijk is heel typerend voor zijn werk geweest dat dat nooit tot afhankelijkheid leidde. Hij liet niet na op te roepen tot eigen verantwoordelijkheid, tot reflectie op eigen werk, tot kennisname van de literatuur, tot professioneel gesprek, kortom tot leren, blijvend leren en wel met elkaar. Definitieve oplossingen komen er niet, we kunnen wel proberen het steeds beter te doen en daarvoor heb je elkaar nodig.
Zijn werkleven lang heeft Kees van der Wolf zich ingespannen om wetenschappelijke kennis, theorie en praktijk bij elkaar te brengen met de praktijk als eerste oriëntatie. Hij is hier voorbeeldig geweest, in woord, daad en geschrift en heeft zich hier misschien wel het meest onderscheiden. Van meet af aan benadrukte hij bijvoorbeeld het belang van de context of zijn collega's daar nu wel of niet zo gelukkig mee waren. Je moest weten van de achtergrond van kinderen als je hun problemen wilde begrijpen. Of, ander voorbeeld, onderzoek en theorie kunnen je helpen, maar passen nooit precies bij jouw probleem als leraar of groepsleider. Jij bent eerst zelf aan zet met je ervaring en je intuïtie. Hij benadrukt dit nog eens in zijn voor praktijkmensen belangrijke laatste boek , Succesvol omgaan met gedragsproblemen, dat hij schreef met zijn vrouw Tanja van Beukering, zelf bekend auteur, en met Theo Veldkamp: kijk eerst goed, denk eerst na voordat je zogenaamde succesvolle strategieën gaat gebruiken, al helemaal als het om gedragsproblemen gaat. Met dat laatste voelde hij zich het meest vertrouwd: gedragsproblemen. We zullen zijn autoriteit in deze zeer missen.
De Nederlandse (ortho)pedagogiek heeft een eminente vertegenwoordiger verloren. Zijn aanwezigheid was een vanzelfsprekendheid. Dat is niet meer. Wij zijn hem dankbaar voor het vele dat hij achterliet.
Tekst Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek Universiteit Utrecht, directeur NIVOZ.
Gepubliceerd op 18 december 2014.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven