Iedere school een eigen A-Team

Tekst Eva Naaijkens en Sarah Bergsen
Gepubliceerd op 06-09-2022
Beeld Dorieke Zevenbergen
Schoolleiders Eva Naaijkens en Sarah Bergsen - Door het onderwijs incidenteel een zak geld te geven kun je niet aan duurzame professionele ontwikkeling van lerarenteams werken. Maar juist dat is keihard nodig in het Nederlandse onderwijs.

Minister Wiersma heeft een masterplan gepresenteerd om de basisvaardigheden van onze leerlingen te verbeteren. In totaal trekt Wiersma voor dit plan 1 miljard euro uit. Scholen kunnen bijvoorbeeld tijdelijk subsidie aanvragen voor het inhuren van een adviesbureau of een interventieteam dat tijdelijk schoolteams kan ondersteunen in het verbeteren van die basisvaardigheden.

De minister heeft vast goede intenties. Inderdaad, de leerprestaties dalen al zo’n 20 jaar, maar de huidige kwaliteitsproblemen los je niet op met een masterplan  gebaseerd op wéér een tijdelijke geldstroom. De afgelopen jaren zijn er al vaker incidentele miljarden over de schutting van het onderwijs gegooid; het heeft niet of nauwelijks geleid tot betere resultaten. Wij zien meer kansen in het structureel en duurzaam investeren in het onderwijs.

 

Iedere school een eigen A-Team

De enige serieuze manier om tot kwaliteitsverbetering van het onderwijs te komen is lerarenteams in staat stellen om zélf expertise op te bouwen. Er moet permanent worden geïnvesteerd in het verbeteren van de kennis en kunde van de vakmensen voor de klas, met aanpakken waarvan we weten dat ze kansrijk zijn. Iedere school zou een team van experts moeten hebben, een soort A-Team, om het overgrote deel van de dagelijkse complexe vraagstukken zélf te kunnen oplossen. Om bermbrandjes te blussen, voordat het vuur onbeheersbaar wordt.

Werken in het onderwijs wordt vaker dan gemiddeld emotioneel zwaar of moeilijk gevonden. Dat is niet gek; er zitten tegenwoordig geregeld leerlingen met stevige problematieken in grote klassen die veel tijd en aandacht vragen. Deze leerlingen vragen vaak om een specifieke aanpak die niet iedere leraar zomaar beheerst. Daarom moeten leraren elkaar kunnen helpen en ondersteunen waar nodig, net zoals het A-Team dat deed in de tv-serie in de jaren tachtig. B.A. Baracus had de spieren en technische vaardigheden, Face kreeg met zijn charmes alles geregeld en Murdock vloog het team met elk denkbaar vliegtuig uit het nauw. De leider, Hannibal, maakte de plannen en gezamenlijk kreeg het A-Team vrijwel alles voor elkaar.

Leraren komen doorgaans niet als een B.A. Baracus van de opleiding af. De meest kansrijke manier om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren is daarom hen (bij) te scholen in effectieve aanpakken en interventies. Leraren die zich kunnen professionaliseren blijken ook een hogere mate van werkgeluk te ervaren. Professionalisering en structurele vervolgcoaching door experts maakt ze competenter en doordoor ook gelukkiger als professional. Niet onbelangrijk, nu het lerarentekort nog steeds stevig toeneemt. Bovendien maakt, zo is onze ervaring, het werken in een A-team het beroep van leraar aantrekkelijker en kan het de uitstroom richting externe adviesbureaus verminderen. Je behoudt de vakmensen voor de school.

 

Een zwart gat

Maar die tijdelijke subsidies of interventieteams van Wiersma kunnen toch geen kwaad? Jawel, want met tijdelijke geldstromen kan een organisatie niet anders en beter worden ingericht. En dat anders organiseren is wel nodig, als je serieus aan een eigen A-Team wilt bouwen. Leraren hebben namelijk veel tijd nodig om zich (als team) te kunnen professionaliseren, maar de leerlingen moeten ook les krijgen, ouders willen op gesprek. De kwestie in een school is: the show must go on. Dit vraagt veel tijd en energie van leraren. Alles moet in het teken staan van het lesgeven van de leraar en het leren van de leerling in de klas. Leraren en schoolleiders zouden hun tijd niet moeten verdoen met schoonmaken, het doen van klusjes in de school en te veel administratieve taken. Leraren moeten zich eigenlijk alleen maar bezighouden met lesgeven, en daar nóg beter in worden.

Ik hoor u zuchten, er gaat toch al genoeg en heel veel geld naar het onderwijs? Dat kan zo zijn, maar dat merken wij niet op de werkvloer. En al die subsidies lijken te verdwijnen in een zwart gat. Waar zijn de subsidies gebleven voor het verbeteren van de ventilatie op scholen? Nog steeds hebben veel scholen hun ventilatiesysteem niet op orde en zijn schoolgebouwen oud en gedateerd. Waar zijn al de coronamiljarden aan besteed? Joost mag het weten.

Besturen wijzen scholen geld toe op basis van het aantal leerlingen dat zij hebben. Zij doen het overgrote deel van de uitgaven. In de praktijk hebben schoolleiders maar zeggenschap over een klein deel van de begroting. En in dat kleine deel zit te weinig speelruimte om duurzaam te investeren in het verbeteren van de kennis en kunde van de vakmensen in de klas.

De overheid zou er dus voor moeten zorgen dat er niet alleen structureel geld gaat naar het verbeteren van de basisvaardigheden, maar er ook op moeten toezien dat dit geld daadwerkelijk de werkvloer bereikt.

 

Veel initiatieven, weinig tijd

We worden op dit moment bekogeld met kennis over effectieve aanpakken en interventies. De menukaarten, artikelen, boeken en websites vliegen ons inmiddels om de oren. We weten best wat goed onderwijs is, dat is het probleem niet. Het probleem is dat leraren nauwelijks tijd hebben om daar eens geconcentreerd kennis van te nemen en de inzichten uit te proberen in hun eigen praktijk: dáár moet het geld vooral naartoe.

Scholen hebben een ingewikkelde en steeds bredere taakstelling. Maar de basisbekostiging van het Rijk schiet tekort om die taak goed uit te voeren en de overheid stuurt met incidentele financiële injecties. Daar kunnen scholen geen langetermijnbeleid op voeren. OCW lijkt meer bezig met ontwikkelingshulp dan met het doelgericht verbeteren van het onderwijs. Geef scholen(netwerken) naast waardering, de permanente middelen om een eigen A-Team te kunnen opbouwen, zodat elke school straks voldoende is toegerust om zelf haar kinderen adequaat voor te bereiden op de toekomst. We’d love it if that plan comes together.

 


 

 

 

 

 

 

 

Eva Naaijkens is directeur op de Alan Turing School in Amsterdam en schoolleider Sarah Bergsen gaat een tweede Alan Turingschool starten.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent