Het Onhebbelijke Kind

Tekst Cindy Stienstra
Gepubliceerd op 26-02-2020
Leren houden van het onhebbelijke kind, vraagt je te houden van het onhebbelijke in jezelf. De oplossing ligt zelden in de samenstelling van de klas.

Hij pruttelt nog een ‘dan had u mijn huiswerk maar vaker moeten controleren’, voordat hij ontregeld mijn glimlach beantwoordt. Ik besluit dat ik dol op hem ben, op al zijn dwarsheid, zijn oeverloze gemopper, zijn scherpe, beschuldigende toon, op zijn tomeloze passiviteit. In een flits zie ik zijn weerstand voor wat het is: een signaal dat het niet goed hem gaat. Verleid door oprechte benieuwdheid laat ik mijn angst te soft te zijn, samen met mijn punctuele resultaatgerichtheid varen, en stel hem de vraag: ‘Wat wil je me eigenlijk zeggen?’

Hoewel het nog een jaar zou duren voor hij en ik het antwoord vonden, sloeg het moment van míjn besluit een gouden bordje in mijn tijdlijn. Voortaan was er een ‘voor’ en een ‘na’. Door zijn eerlijke, assertieve, dappere houding beperkte hij de periode waarin lesgeven me meer energie kostte dan het mijn leerlingen opleverde, ik regelroepend tegen de stroom inroeide, waarin ik orde houden verwarde met leren, tot een zeer schappelijk minimum. Het was het moment waarop ik leerde te houden van Het Onhebbelijke Kind.

Het onderwijs is er vol van, zo bezworen collega’s en opleiders me. De truc is te leren ermee om te gaan, ze ‘kort’ te houden, te beteugelen en zo nodig te isoleren. In iedere klas heb je er wel een paar. Onhebbelijke kinderen. Met mijn zachte, betrokken karakter zou ik geheid moeite krijgen met allerlei gespuis uit deze groep, zo werd mij voorspeld. Goedgelovig twijfelde ik vooral veel aan mijn vermogen om te gaan met ‘lastig’ gedrag om zo precies datgeen te creëren wat ik het meest vreesde: Onhebbelijke kinderen.

Toen ik de overduidelijke signalen niet meer kon negeren, kwam het besef dat ik ze zelf produceerde. Suf achteraf, echt suf, want onderwijzers berichten uiterst tegenstrijdige kenmerken over deze groep leerlingen. Zo beweren grote groepen dat het vooral opstandige jongens zijn, laten anderen zich het bloed onder de nagels vandaan halen door koninginnengedrag van de meiden, zag ik trends om vooral het ongepolijste irritant te vinden en hadden anderen juist last van het ‘verwende’ gedrag van de beter bespraakte leerlingen. De onhebbelijke leerling is te druk of te passief, te eigenwijs of te volgzaam, onopgevoed of overaangepast, te netjes of te slordig, te eerlijk of juist sluw. Afhankelijk aan wie je het vraagt.

We produceren ze zelf, die onhebbelijke kinderen. In iedere klas minstens één, maar liefst een paar meer voor de broodnodige backup. Leerlingen waarvan we onszelf verzekeren dat als ze er even niet zijn, we beter kunnen lesgeven. Dat de rest van de klas dan ook beter af is. Waarop we al het slechte en ongewenste projecteren, opdat we het met een gekleurd uitstuurbriefje naar de gang kunnen verbannen. Zodat we weer door kunnen. Waarmee?

Hoe ik dat over het hoofd heb kunnen zien is me een raadsel, maar sinds ik leerde houden van het onhebbelijke kind heb ik er nooit meer eentje in de klas gehad. Acht jaar lang. Zonder onhebbelijk kind. Niet dat het universum me geen uitdagingen bood hoor, laat daarover geen misverstand bestaan. Op mijn slechtste dagen sleepte mijn diepe verlangen inclusief les te geven, om niemand buiten te sluiten, me er doorheen. In den beginne zocht ik nog roestig naar de verborgen parel der moed achter een grote mond, vond ik onderdrukte eerlijkheid in een leugen, ontdekte ik leiderschap in opstandigheid. Later zocht ik samen met mijn leerlingen naar, de ook voor hen vaak onzichtbare, kwaliteiten. Wat ik in hen vond, ontsloot ik ook in mezelf.

Leren houden van het onhebbelijke kind, vraagt je te houden van het onhebbelijke in jezelf. De oplossing ligt zelden in de samenstelling van de klas. De innerlijke uitdaging aangaan brengt oneindig veel meer dan leuke lessen. De omvang en waarde van verborgen schatten laten zich moeilijk voorspellen, maar in het verleden behaalde rendementen verzekeren me dat het vrij lastig is om niet te houden van een net ontdekte kwaliteit.

Onhebbelijke kinderen spiegelen onze eigen voorwaardelijkheid ten aanzien van menswaarde. Ten aanzien van onze eigenwaarde. Laten we ze dankbaar zijn, want ze maken ons betere mensen.

 

Cindy Stienstra heeft bijna tien jaar biologie gegeven op diverse scholen in Noord-Holland. Ze coacht nu collega’s.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent