Samen met een collega start leerkracht Anneke de week. ‘Hoe was jullie weekend? Heeft iemand nog iets meegemaakt wat-ie nooit eerder had gedaan?’ Vingers schieten omhoog en het gesprek komt op gang. Via de computer komen ondertussen de eerste gegevens over de gezondheid en gemoedstoestand van de leerlingen al binnen: sommige blijken nog wat vermoeid, maar de meeste voelen zich op hun gemak.
Anneke rondt het gesprek af. ‘Kijk maar eens op jullie tafel wat je vandaag mag doen!’ De leerlingen zien op de digitale tafel wat hun taken zijn en gaan aan de slag. Kinderen die behoefte hebben om rustig op gang te komen, gaan naar de stilteruimtes. Leerlingen die de dag liever met actie beginnen, gaan naar de projectruimte. Augmented reality zorgt ervoor dat alle leerlingen zich in een betekenisvolle leeromgeving bevinden die op ieder individueel is afgestemd (Hololens op YouTube. Geraadpleegd op 2 november 2017).Een leerling met een fascinatie voor natuur ziet een natuurgerelateerde omgeving die hem of haar inspireert, een ander ziet misschien meer kunst. In de leeromgeving worden ook samenwerkingsprojecten geprojecteerd, zoals de bouwtekeningen voor het bouwen van een stevige brugconstructie. Afhankelijk van de wens van de leerkracht kunnen deze samenwerkingsprojecten door de hele klas worden bekeken, bijvoorbeeld ter inspiratie. Het aanbod van een gepersonaliseerde leeromgeving is vergelijkbaar met het gepersonaliseerde aanbod dat Netflix laat zien, gebaseerd op persoonlijke voorkeuren en andere gebruikersstatistieken.
Er klinkt een ping. Het systeem geeft een notificatie: een leerling heeft behoefte aan instructie. Dit kind vindt het moeilijk om hulp te vragen. Anneke wacht nog even met het bieden van hulp, maar houdt wel een oogje in het zeil. Dit had ze laatst nog met haar collega Ellen besproken, bij het bevestigen van het handelingsplan dat het systeem had aanbevolen. Het systeem houdt de voortgang van alle individuele leerlingen bij. Ellen houdt zich bezig met de statistieken die voor haar inzichtelijk zijn gemaakt. Anneke loopt rond en komt nog even terug op een gesprek van vorige week met een van haar leerlingen.
Het bovenstaande klinkt misschien als verre toekomstmuziek, maar tegenwoordig zie je al aspecten van deze omgeving terug. Daarbij moet je denken aan het optimale zuurstofgehalte, of de optimale hoeveelheid zonlicht voor de werknemer. Iedereen weet dat je beter gedijt in een omgeving die op jouw voorkeur is aangepast; ook thuis wil iemand de temperatuur wat hoger, en de ander wat lager. Slimme huizen spelen hier slim op in. Slimme werkplekken ook. Waarom zou dit in het onderwijs anders zijn?
Sensoren worden steeds kleiner en steeds meer gemeengoed. Tegenwoordig bepalen sensoren in slimme horloges al je beweging en je hartslag. We weten ook dat bepaalde fysische waardes invloed hebben op het leerproces (Lindau, M., Almkvist, O., & Mohammed, A. (2016). Effects of Stress on Learning and Memory. Stress: Concepts, Cognition, Emotion, and Behavior, 153-160. doi:10.1016/b978-0-12-800951-2.00018-2). Hoe lang gaat het duren voordat de sensoren in de stoel waarop je zit, of de pen in je hand, kunnen bepalen wat je nodig hebt om het leerproces goed te doorlopen?
Spannend? Ja. Discussie waardig? Ja, dat denk ik wel. Eén ding is zeker: de rol van de docent verandert, maar docenten zijn ook in de toekomst onmisbaar.
Joost Noordeloos is student Onderwijswetenschappen
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven