Volgens de 'cultuurwethouder' van Deurne lezen kinderen steeds meer op tablets en is een bieb niet meer nodig..
Gelukkig wordt de kleine Esther door haar (groot-)ouders ruim voorzien van boeken en wordt ze dagelijks voorgelezen. Toch vonden haar ouders het ook belangrijk dat zij leerde om naar de bieb te gaan, maar daar probeerde de wethouder dus een stokje voor te steken.
Inmiddels is de regionale bibliotheekdienst bezig om op een aantal Deurnese scholen een BOS, een 'Bibliotheek Op School' te realiseren. Het gaat nog niet zo hard, heb ik inmiddels begrepen, want niet alle scholen staan te trappelen.
Dat geldt trouwens niet alleen voor Deurne. Bij een BOS is het de bedoeling dat scholen, bibliotheken en gemeentebesturen samenwerken om iets moois tot stand brengen. Ik mocht in de afgelopen anderhalf jaar als Kinderboekenambassadeur een aantal van dit soort bibliotheken openen. Op sommige scholen is het een feest. De gemeente doet mee met een flinke subsidie; de school betaalt jaarlijks een vaste bijdrage per kind en de bibliotheek levert boeken en een paar uur per week begeleiding.
Maar een school moet natuurlijk nog meer doen. De uitleen regelen met behulp van ouders of de oudste leerlingen; leerkrachten die regelmatig over nieuwe boeken vertellen of een boekenkring houden en de ouders goed informeren over het belang van leesplezier.
Mijn enige punt van kritiek is, dat kinderen vaak maar één keer in de week of eens in de veertien dagen hun boeken mogen ruilen. Je zult maar met een 'stom' boek in je kastje zitten en een week moeten wachten tot je iets anders mag uitzoeken. Een goede schoolbieb is iedere dag open. Uit praktische overwegingen een vast uurtje, maar kinderen kunnen er dan ook allemaal terecht.
Eén school had dit slim opgelost. Drie keer per week was er iemand in de bieb om te adviseren, maar de kinderen konden er wel elke dag naartoe. Ze hadden geleerd om hun eigen boeken in te scannen.
Kortom: je moet als school écht kiezen voor een BOS en er voor 100% voor gaan.
Laatst was ik op een school die als enige bijdrage een paar oude kasten beschikbaar had gesteld. 'We moesten van ons bestuur zo'n BOS,' zei de directeur gelaten, 'maar we hebben nou eenmaal andere prioriteiten.'
Ik had de neiging om deze mevrouw met een boek op haar hoofd te meppen, maar ik hield me in en legde uit waarom lezen en leesplezier zo belangrijk zijn. Het is verbeelding, emotie en empathie. Én het is handig, want als je lezen leuk vindt, doe je leeservaring op. Dan hoef je niet meer te schrikken als juf of meester zegt: 'Voor de volgende week goed lezen én leren bladzijde 10 t/m 20 uit je geschiedenisboek.' Dan denk je niet: hoe kom in 's hemelsnaam door al die letters heen. Nee, je gaat gewoon geschiedenis doen.
Jacques Vriens is kinderboekenambassadeur en auteur van bekende kinderboeken als Achtste groepers huilen niet en de Meester Jaap-serie.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven