Erfenis LOF in beeld

Tekst Marjolein Zinkstok
Gepubliceerd op 15-12-2021
Enthousiasme en inhoudelijke deskundigheid zijn niet genoeg als je als leraar innovaties wilt doorvoeren. Het vraagt inzicht in veranderprocessen en een vaardigheid als collega's meekrijgen. En ook belangrijk: lummeltijd, ongeplande tijd en ruimte, zeggen leraar-onderzoekers.

Wat en hoe leren leraren van onderwijsvernieuwingen die ze zelf initiëren en hoe draagt dat bij aan hun professionalisering? Dat was de vraag van het onderzoek Grenzen verleggen van het LerarenOntwikkelFonds (LOF). Acht leraar-onderzoekers bevroegen 32 leraren uit alle schooltypes die, al dan niet met LOF-subsidie, vernieuwingstrajecten hadden opgezet op hun school.

Tussen 2016 en 2021 zette het LerarenOntwikkelFonds (LOF) zich in voor de versterking van de beroepsgroep leraren. Het bood leraren uit het primair-, speciaal-, voortgezet onderwijs en mbo budget, begeleiding en een netwerk om een eigen project voor beter onderwijs in de school uit te voeren.

 

‘Uit het onderzoek blijkt dat leraren niet zo veel leren over het onderwerp van hun innovaties. Daar zijn ze al expert in’, zegt Marco Snoek. Hij is lector Leren & Innoveren bij het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding aan de Hogeschool van Amsterdam en begeleider van de onderzoekers. ‘Ze leren vooral hoe je vernieuwing of verandering organiseert. Dat is niet verwonderlijk. Op de lerarenopleiding hebben ze vooral lesgeven geleerd. Vernieuwen vraagt andere kwaliteiten: je moet mensen enthousiasmeren en meekrijgen, en je moet hobbels nemen. De wrijving, frustraties en spanningen die ontstaan in het proces van vernieuwen, vormen de bron voor het leren van die nieuwe kwaliteiten. De spanning moet dan niet te klein en niet te groot zijn en er moet ook sprake zijn van succeservaringen. Ook moeten leraren ondersteuning krijgen bij hun innovatietraject.’

Geen speelbal

Een andere uitkomst is dat leraren het lastig vonden te benoemen wat ze geleerd hadden in het proces van hun onderwijsvernieuwing. ‘Zonde’, vindt Snoek. ‘Als je niet expliciet kunt maken wat je ervan leert, wordt het moeilijk om er erkenning voor te vragen. Dat is zonde voor de leraar, maar ook voor de school. Veel scholen nemen te weinig tijd om te bedenken wat ze leren van de innovatieprojecten van hun leraren.’

Snoek vindt het belangrijk dat leraren bezig zijn met onderwijsvernieuwingen. ‘Het onderwijs verandert voortdurend. We moeten leraren uitdagen om zelf aan de slag te gaan met vernieuwing en de regie te nemen. Dat maakt het leraarschap aantrekkelijk. Kennis over veranderprocessen en de vaardigheid om collega’s mee te krijgen zijn ook goed voor leraren die geen ambitie te hebben om zelf het onderwijs te vernieuwen. Het kan helpen voorkomen dat ze speelbal van onderwijsvernieuwing en verandering van buitenaf worden.’

Lummeltijd

Voor innovatie is niet alleen geplande tijd en ruimte nodig, maar ook ongeplande tijd en ruimte. Lara Meijer, mbo-docent en een van de leraar-onderzoekers, vond dat een verrassende uitkomst. ‘Je hebt als het ware lummeltijd nodig. Allerlei bijeenkomsten, activiteiten of reizen kunnen onverwacht zorgen voor nieuwe inzichten, een doorbraak of een ruimere blik.’ Ze vond het leuk om in het onderzoek veel te leren over andere onderwijssectoren. ‘Ik zag bijvoorbeeld dat vernieuwing in het po vooral in de klas of op locatie gebeurt, met de naaste collega’s. In het vo gebeurt het in de secties of sectieoverstijgend. Het mbo is groter en daar doen we veel samen met het bedrijfsleven.’ Door dit en ander onderzoek wordt Meijer zich meer bewust van waar ze mee bezig is. ‘Je hebt je eigen waarheid: zo doe ik het. Als je onderzoek doet, ga je meten en vraag je je af of die waarheid wel klopt. En je leert: als ik het anders aanpak, is het misschien effectiever. Door mijn onderzoekswerk ben ik anders voor de klas gaan staan. Ik kijk verder dan het klaslokaal door alles wat ik gelezen heb over leerprocessen.’ Het onderzoek bracht Meijer ook variatie in haar werk. ‘We waren één dag in de week gedetacheerd bij LOF. Het was heerlijk om dat te doen, even los zijn van de eigen werkplek. Je ziet ook wat voor mooie dingen er elders gebeuren. We kregen zoveel energie van die interviews!’

Draaiorgelmodel

Het werk wordt leuker en afwisselender door vernieuwingen, vindt vo-docent en onderzoeker Rudy Jonker. ‘Door continu nieuwe ervaringen op te doen daag je jezelf uit en blijf je jezelf prikkelen. Wat je bij innovatie voor elkaar krijgt, helpt je ook bij je lessen. Je wordt alerter en houdt je ogen open. Zonder te vernieuwen kun je nog steeds een goede docent zijn, maar dan ligt het risico van een draaiorgelmodel op de loer.’ De vernieuwing moet wel vanuit docenten zelf komen. ‘Bij innovaties van bovenaf leren ze ongetwijfeld veel over die innovatie zelf, maar minder over het draagvlakproces. Om te bereiken dat leraren echt leren van een vernieuwing, moet de schoolleiding op haar handen zitten, blijkt uit het onderzoek. Dan is de opbrengst groter dan het doel van de innovatie en is het leerproces van “hoe krijg ik het voor elkaar?” blijvend. Toen ik docenten uit het onderzoek voor de tweede keer sprak, bleek dat ook wel: sommige waren al voor andere projecten gevraagd.’

Bevestiging

Meijer en Jonker hebben eerder allebei zelf een vernieuwingstraject gedaan en vinden de ondersteuning van onderwijsvernieuwingen door LOF waardevol. Meijer: ‘Het is fijn dat je van een onafhankelijke partij een zakje geld krijgt om iets te ontwikkelen waar je nieuwsgierig naar bent. Je krijgt ondersteuning van coaches en er zijn kennisdeelmomenten. Het is een opsteker, zowel voor degene die het aanvraagt als voor de school.’ Jonker zag de LOF-subsidie voor zijn vernieuwingstraject als een bevestiging. ‘Ons idee is dus goed, want ze hebben er geld voor over. Dat zorgde ook binnen de school voor erkenning. Ik begeleid nu zelf als teacher leader ontwikkelprocessen op school.’

Leven lang ontwikkelen

Hoe kan de rol van de leraar als innovator worden versterkt? Snoek: ‘We kijken wat mogelijk is in de lerarenopleiding, maar het curriculum is al overladen. Maar na de opleiding ben je niet klaar; je hebt nog 40 jaar te gaan. Je kunt je ook ontwikkelen in een post-hbo leergang of master Leren & Innoveren. Ondersteuning van leraren die innoveren is in ieder geval belangrijk. LOF maakte dat mogelijk. Nu wordt het de uitdaging voor scholen om die ondersteuning zelf te organiseren. Want ik gun het iedere leraar om zo’n innovatieproces door te maken.’

Het onderzoek 'Grenzen verleggen. Professionalisering tijdens innovaties door leraren' kun je hier downloaden. 

 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent