Dordrecht, Max Gootelaan

Tekst Sjoerd Karsten
Gepubliceerd op 30-04-2015
Sjoerd Karsten - Het laantje dat vernoemd is naar de oud-inspecteur-generaal, Max Goote, ligt wat achteraf in de Dordtse wijk met veel scholen. Dicht tegen de spoorlijn, een achterafstraat waar je nog een auto kan parkeren. De straten met de namen van bekende pedagogen als Montessori en Kohnstamm hebben een veel prominenter plek.

Het is bijna symbolisch voor de bescheidenheid van de persoon Goote en de onbekendheid van het beroepsonderwijs waar hij de voorvechter van was. Op zijn straatnaambord staat ‘stimulator beroepsonderwijs’. Volkomen terecht. Als er na de oorlog één figuur is opgekomen voor het beroepsonderwijs, dan is hij het wel. Hij wilde de afstand tussen het algemeen vormend en het beroepsonderwijs verkleinen. Toekomstige burgers moesten niet gereduceerd worden tot hun beroep, maar alzijdig worden gevormd. Zijn invloed gaat echter veel verder. Hij was een echte volksverheffer en ook een typische polderaar. Hij was de belangrijkste man achter de Mammoetwet, de grootste onderwijshervorming van de afgelopen vijftig jaar.

In 1919 had het beroepsonderwijs wel al een wettelijke status gekregen, maar de scholen hadden veel vrijheid om hun eigen leerplan in te richten en het onderwijs werd vooral in de avonduren gegeven. Daar stond weinig geld van diezelfde overheid tegenover. Dat veranderde na de oorlog. Het hele onderwijs na de lagere school ging op de schop. Daartoe waren al eerder de nodige pogingen ondernomen, maar die waren allemaal mislukt. De politiek geslepen minister Cals slaagde, met hulp van de zeer kundige ambtenaar Goote, wel. Cals wilde vooral een einde maken aan de chaos van instellingen en regelingen. Goote was meer geïnteresseerd in de onderwijskundige kant, namelijk een betere doorstroming en gelijke kansen. Hij was zelf opgeklommen, had de HBS gevolgd, was ingenieur geworden en had lange tijd in het middelbaar beroepsonderwijs gewerkt. Daarom wilde hij dat onderwijs uitdrukkelijk bij het hele stelsel van voortgezet onderwijs betrekken.

Beroepsonderwijs was heel lang
geen overheidstaak

Voorheen was het beroepsonderwijs altijd als een buitenbeentje beschouwd: typisch ‘blauwe boorden’-(ambachtschool) of ‘witte schorten’-onderwijs (huishoudschool). Dat was begonnen bij Thorbecke die vond dat het beroepsonderwijs geen overheidstaak was, in tegenstelling tot zijn hbs. Het beroepsonderwijs moest opleiden voor een beroep. Het was zeker niet bedoeld als algemene vorming. Dat zouden die kinderen niet aan kunnen, een standpunt dat veel pedagogen, zoals Kohnstamm, in de jaren vijftig nog steeds hadden. Dat gezichtspunt veranderde met de Mammoetwet.

In de Mammoetwet werd gesteld dat het beroepsonderwijs wel degelijk een overheidstaak was. Het had als doelstelling voor te bereiden op een beroep. Dat was een typische formulering van Goote, omdat hij ruimte zocht voor algemene vakken en maatschappelijke vorming. Een keuze voor voortgezet onderwijs was in zijn ogen niet langer een voorrecht of een kwestie van stand. Het was voor iedereen.

Goote kwam uit een gereformeerd middenstandsgezin. Hij was bescheiden en leefde volgens de toenmalige staatssecretaris ‘beneden zijn stand’ in een eenvoudige woning in Den Haag. Afkomstig uit Zeeland werd hij een echte polderaar. Hij bracht alle onderwijsorganisaties bij elkaar om de Mammoetwet na aanname in 1963 verder uit te werken. Na drie jaar overleg stelde Goote trots vast: “Niemand kon, als het over onderwijs gaat, geheel zijn zin krijgen. Maar dit soort overleg van Overheid en mensen uit de praktijk is uniek. Dit vindt nergens plaats.” Dit overleg kwam daarna nog regelmatig bijeen, maar werd in 1975 afgeschaft. Een overleg dat bij onderwijsvernieuwingen in de jaren tachtig en negentig volgens de commissie Dijsselbloem node werd gemist.

Goote was een grote, rijzige man, vaak met een sigaret in de hand. Wat stug en verlegen, maar hij zocht steeds het debat op. Als niet-katholiek werd hij als de ambtelijke baas van het ministerie van onderwijs gepasseerd. Zo ging dat nu eenmaal in verzuild Nederland. Hij werd wel inspecteur-generaal van het onderwijs. De manier waarop hij die taak uitvoerde, bracht de latere premier Cals tot een Sinterklaasversje in Oudnederlands: “Wy inspecteeren in het lant; Met wyze en toch straffe hant; Wie misdoet valt dra door de mant; En vliegt vervolgens aan de kant.”

Sjoerd Karsten is emeritus hoogleraar Onderwijskunde.

Bekijk hier de bijbehorende documentaire van Sjoerd Karsten. 

Verder lezen

1 Wandelen met Sjoerd Karsten: De strijd van het beroepsonderwijs

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent