De onderwijzer en de onmacht

Tekst Angela van den Berkt
Gepubliceerd op 06-02-2015
Angela van den Berkt - VPRO Tegenlicht zond zondag 1 februari de documentaire 'De onderwijzer aan de macht' uit. Volgens Tegenlicht is er een emancipatiebeweging op gang in het onderwijs. De traditionele aanpak sluit niet langer aan op de samenleving. En dus gaan innovatieve onderwijzers op zoek naar alternatieven.

Tijdens de Tegenlicht MeetUp in Utrecht kwamen woensdag 4 februari Utrechtse docenten en geïnteresseerden bijeen om met sprekers Jelmer Evers (auteur 'Het Alternatief', docent UniC en te zien in de documentaire) en Marleen Haage (fractievoorzitter PvdA, docent HU) verder te debatteren over het onderwerp.

In de zaal is de drang naar vernieuwing onder de docenten voelbaar, maar ook de onmacht. Marleen Haage herkent dit uit haar eigen praktijk: "Soms vraag je 's morgens wel eens aan je collega's: wat geven we vandaag de bureaucratie te eten, en wat besteden we aan innovatie?" Volgens haar is het niet zozeer de overheid, maar zijn het vooral managementsystemen die de innovatie op scholen tegenhouden.

Hoofdinspecteur primair onderwijs Arnold Jonk beweert in de documentaire dat scholen vanuit de overheid gezien een enorme vrijheid hebben om het onderwijs zelf in te richten zoals zij dat willen. Jelmer Evers denkt dat het wel meevalt met deze vrijheid. "Waarom moeten alle vakken op hetzelfde niveau worden getoetst? Waarom niet Engels op vwo-niveau en Frans op havo-niveau behalen?" Hij probeerde iets soortgelijks voor een leerling van hem te realiseren, maar stuitte bij de overheid op onwil.

Het toverwoord van de avond is 'eigenaarschap'. Leraar en leerling moeten eigenaar van hun onderwijs worden. "In een idealere situatie houdt de overheid zich alleen bezig met het 'wat' en de scholen met het 'hoe'," vindt Marleen Haage. "Daarbij moet onderwijsvernieuwing niet alleen mogelijk zijn voor de happy few. Ook op scholen in achterstandswijken is het interessant."

Jelmer Evers plaatst hier een kanttekening bij. Wat Tegenlicht volgens hem niet laat zien, is dat onderwijsvernieuwing soms op een dystopie uit kan lopen, een samenleving met akelige kenmerken waarin men liever niet wil leven. "In Amerika bijvoorbeeld, ging het hand in hand met de privatisering van scholen. Het resultaat is dat de kwaliteit van het onderwijs tussen arme en rijke kinderen nogal verschilt. In achterstandswijken krijgen honderd leerlingen les van één leerkracht onder de noemer 'onderwijsvernieuwing'. In werkelijkheid is er sprake van armoede." Volgens Jelmer moet innovatie in het onderwijs voorzichtig geïmplementeerd worden en met een lange-termijn visie in het achterhoofd.

Bij het tweede deel van de Tegenlicht MeetUp krijgen de aanwezigen de mogelijkheid om zelf met innovatieve ideeën aan de slag te gaan. Ik zie dezelfde vonk van enthousiasme in hun ogen als ik bij mezelf en collega's wel eens zie tijdens een inspirerende studiedag. Het nare is, dat ik weet dat die vonk vaak weer verloren gaat in de dagelijkse methodetoetsen, trendanalyses en prestatieverwachtingen. We praten steeds over vernieuwing, maar wat kunnen we doen om échte verandering in het onderwijs teweeg te brengen? Wat hebben wij als docenten nodig?

Het advies van Jelmer en Marleen is om klein te beginnen: "Al heb je maar een uurtje, ga niet zitten vergaderen, maar probeer eens iets nieuws." Ik denk dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Ik denk dat we het groots aan moeten pakken, zoals de voorbeelden in de Tegenlicht documentaire laten zien. Laten we beginnen onszelf niet langer te beschouwen als vakarbeiders, om de mooie woorden van Laurent Chambon van het Hyperion College uit de documentaire te gebruiken, maar als ingenieurs van het onderwijs.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent