En bij het examen Nederlands zouden de auteurs het afgelopen jaar hun eigen teksten niet meer snappen. Docenten waren bang dat ze zelf nauwelijks een voldoende zouden halen. Antwoorden waren vatbaar voor meerdere interpretaties en discussie. De examenstof was geen afspiegeling van de jaren onderwijs.
Dit zijn flinke problemen, waarop de staatssecretaris en het verantwoordelijke College voor Toetsen en Examens (CvTE) tot nu toe onvoldoende reageren. Dat is illustratief voor de wijze waarop men omgaat met klachten over examens – en ik citeer de staatssecretaris: ‘Het ging niet om foute examenopgaven, maar het betrof een meningsverschil over de interpretatie van de vraag.’ Als een examenvraag op meerdere manieren te interpreteren is, is het per definitie een slechte vraag.
Ik stel voor dat Cito, dat de examens maakt, samen met het CvTE, de vakvertegenwoordigers uitnodigt om fouten in kaart te brengen en voor betere examens te zorgen. Docenten moeten voortaan niet alleen worden geconsulteerd, maar ook daadwerkelijk betrokken bij het examenproces. Als wij docenten serieus nemen als professionals behoren zij een formele rol te krijgen in het geheel.
Iets anders dat mij zorgen baart, is het gebrek aan openbaarheid en daarmee controleerbaarheid bij de digitale examens in het vmbo. Eventuele fouten in het examen kunnen zo niet worden opgespoord. Dit gaat ten koste van de scholier. Een examen waarvan de kwaliteit niet te controleren is, heeft een zwaar negatief effect op het civiel effect van het diploma. Het lijkt mij dan ook een slecht idee om digitale examens verplicht te stellen voor de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderopleiding van het vmbo, zoals het CvTE voornemens is te doen.
Paul van Meenen, Tweede Kamerlid (D66)
Dit artikel verscheen in de rubriek 'Rondom het binnenhof' in het januari/februarinummer 2017.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven