Onderzoek

Behoud het centraal examen

Tekst Anne Luc van der Vegt en Jaap Scheerens
Gepubliceerd op 01-10-2019 Gewijzigd op 04-02-2020
Beeld Flip Franssen/Hollandse Hoogte
Het CE is waardevol, concluderen Jaap Scheerens en collega’s na een internationale vergelijking. Het maakt vervolgonderwijs toegankelijk, motiveert leerlingen en scholen, en bevordert gelijke kansen.

Stel dat we het centraal examen (CE) zouden afschaffen of meer flexibel maken, zou dat geen voordelen bieden? Leerlingen hoeven dan niet meer tegelijk door dezelfde ‘hoepel’ te springen en scholen krijgen de ruimte om het curriculum te vernieuwen. Aantrekkelijk vooruitzicht misschien, maar er is een andere kant van de medaille. Wij hebben de voor- en nadelen van het CE op een rijtje gezet, aan de hand van een uitvoerig literatuuronderzoek en een internationale vergelijking van enkele voorbeeldlanden. De studie mondt uit in een outline van benodigd onderzoek om de evidence base van toetsing- en examenbeleid te versterken.
De bezwaren tegen het CE zijn bekend. Voor leerlingen is het een stressvolle aangelegenheid, omdat ze op één moment moeten laten zien wat ze geleerd hebben. Sommige scholen zien het als een keurslijf dat vernieuwing in de weg zit. Voorbeeld: steeds meer scholen willen af van de traditionele schoolvakken. Maar als het examen in zicht komt, moeten ze noodgedwongen weer onderwijs per vak geven. Typisch een geval van teaching to the test en dus onwenselijk, aldus de kritiek.

Nu is afschaffen een heel radicale maatregel. Er wordt ook wel gepleit voor meer ‘maatwerk’ bij het CE, onder meer door de mogelijkheid om per vak examen te doen op verschillende niveaus en in verschillend tempo. Wat kan daarop tegen zijn?

 

Civiel effect

Tegenover de beperkingen staan belangrijke voordelen. Een veelgehoord argument vóór een gestandaardiseerd CE is het zogeheten civiel effect. Dankzij deze standaard weten opleidingen in mbo, hbo en universiteit wat het minimumniveau is van instromende studenten. Juist het feit dat leerlingen allemaal door dezelfde ‘hoepel’ hebben moeten springen, geeft vertrouwen dat ze het vervolgonderwijs aankunnen. Om deze reden waarschuwde de Onderwijsraad in het advies Maatwerk binnen wettelijke kaders (2015) voor een flexibel examen: een gevolg zou kunnen zijn dat vervolgonderwijs extra toelatingseisen gaat stellen. Dat zou de toegankelijkheid van het onderwijs beperken.

 

Examen motiveert

Het lastige van dit soort redeneringen is natuurlijk dat ze tamelijk hypothetisch zijn. We hebben in Nederland sinds jaar en dag een CE, het blijft raden wat de gevolgen zijn als we dat afschaffen. Wat kan helpen, is internationaal vergelijkend onderzoek. Analyses van de data uit de internationale onderzoeken PISA en TIMSS wijzen erop dat in landen met een gestandaardiseerd examen de onderwijsprestaties over het algemeen beter zijn dan in landen zonder zo’n examen. Hoe komt dat? Het examen motiveert. Voor leerlingen is het een reden om extra goed te leren, voor de school om te streven naar een hoog slagingspercentage. Daar kijkt de inspectie immers naar. En dankzij het CE hebben we ook op landelijk niveau een indicatie hoe het gesteld is met de onderwijskwaliteit.

Nu is het wel zaak voorzichtig te zijn met conclusies op basis van internationale vergelijkingen. Naast het examen zijn er allerlei andere factoren van invloed op het prestatieniveau. Bovendien zijn er uitzonderingen op de regel. Vlaanderen scoort bijvoorbeeld hoog in de rankings, maar heeft geen centraal examen.

 

Gelijke kansen

Bij prestaties gaat het natuurlijk niet alleen om gemiddelden. Minstens zo belangrijk is de kwestie: wat betekent het examen voor gelijke kansen? Ook hiernaar is internationaal vergelijkend onderzoek gedaan. Wat blijkt? In landen met een CE zijn de effecten van de sociaal-economische achtergrond van leerlingen op hun schoolprestaties kleiner. Vooral in landen met verschillende schooltypen in het voortgezet onderwijs, zoals Nederland, lijkt het CE een positieve invloed te hebben op gelijke kansen. Met andere woorden: als we het CE afschaffen, zou de kansenongelijkheid weleens sterk kunnen toenemen. Natuurlijk streven scholen naar goede resultaten voor al hun leerlingen, maar verantwoording op basis van standaardtoetsen blijkt toch een belangrijke stimulans om iedereen gelijke kansen te bieden.

Het Vlaamse onderwijs past wat dit betreft helemaal in het plaatje. Al zijn de gemiddelde resultaten goed, de kloof tussen autochtone leerlingen en leerlingen met een migratieachtergrond is zeer groot, volgens de meest recente analyses van data van het internationale PISA-onderzoek.

 

Betere balans

Het huidige vo-examen heeft een mooie balans tussen standaardisering en maatwerk. Alle leerlingen worden beoordeeld met dezelfde meetlat van het CE, maar die bepaalt slechts de helft van het examenresultaat. Scholen kunnen met het schoolexamen schoolspecifieke accenten leggen en andere toetsvormen gebruiken.
Jammer is alleen dat dit veel te weinig gebeurt. Docenten en schoolleiding zien het schoolexamen in de eerste plaats als een voorbereiding op het CE, bleek onlangs weer uit onderzoek van Oberon naar kwaliteitsborging van het schoolexamen. Binnen het schoolexamen is echter alle ruimte voor maatwerk, naar vorm en inhoud. Als scholen die ruimte meer benutten, is de balans in ons examen er niet alleen in theorie, maar ook in de praktijk.

Jaap Scheerens, Arnold Brouwer, Piet Sanders, Bernard Veldkamp en Anne Luc van der Vegt, Fundamentele vragen over examens en toetsing. Oberon, 2019 (NRO-projectnummer 40.5.18461.001). De auteurs zijn verbonden aan Oberon, Universiteit Twente en Research Center voor Examinering en Certificering.

 

Standaard eindtoets po

Dezelfde mechanismen die in het voortgezet onderwijs bedreigend zijn voor gelijke kansen, gelden ook in het primair onderwijs. Naar aanleiding van de recente plannen van minister Slob waarschuwden hoogleraren Methodenleer en Statistiek eind juni in Het Parool voor het volledig privatiseren van de eindtoets, waarmee de standaardisering in gevaar komt, en voor een blind vertrouwen in het oordeel van leraren. Niet omdat zij willens en wetens discrimineren, maar omdat mensen nu eenmaal vatbaar zijn voor vooroordelen en stereotyperingen. En die werken zelden in het voordeel van leerlingen in achterstandssituaties. Juist daarom is een standaard eindtoets een goed idee, zoals ook een gestandaardiseerd examen wenselijk is. Niet om daar blind op te varen, maar als objectief gegeven naast het oordeel van de school.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2019.

Click here to revoke the Cookie consent