Amsterdam, Vondelpark

Tekst Sjoerd Karsten
Gepubliceerd op 30-03-2015
Sjoerd Karsten - Mei 1969 is de maand van radicale acties in het Nederlandse onderwijs. Universiteiten worden bezet, maar ook middelbare scholieren komen in actie. Op zaterdag 3 mei demonstreren Amsterdamse scholieren met steun van de pas opgerichte Werkgroep Kritiese Leraren in het Vondelpark: ‘Wat eindexamen? Niks eindexamen!’.

Zij protesteren tegen het ‘alles-of-niets’-karakter van het examen dat leerlingen in korte tijd onder grote psychische druk zet. Zo kan onmogelijk een representatief beeld gevormd worden van de kennis die in zes jaar school is opgedaan. Het eindexamen is een loterij en de ongeveer vierhonderd leerlingen dienen bij het Paleis van Justitie een aanklacht in tegen de schoolbesturen, ‘omdat zij de Wet op de kansspelen overtreden’.

Eind jaren zestig komen velen in opstand tegen allerlei gezagsuitingen. Voor scholieren is dat natuurlijk het gezag van de leraar. Maar tegen wie moet de leraar dan protesteren? Een groepje linkse leraren, de Kritiese Leraren, weet het wel. Zij vinden dat wij in een onrechtvaardige samenleving leven. Die is onder het mom van ‘opvoeding’ al vrij lang bezig kinderen systematisch te ‘vervormen’ met starre sjablonen. Het feit dat kinderen zelfs voor een creatief vak als tekenen een rapportcijfer krijgen, geldt voor hun voorman Anton Oskamp als het ultieme bewijs van schoolse disciplinering. Volgens het Rode boekje voor scholieren, dat hij samen met Claartje Hülsenbeck en Jan Louman in 1970 publiceert, is de ‘verborgen doelstelling van het onderwijs: geen vrije mensen, maar platgewalste meelopers’. Oskamp doet dan ook een oproep om kinderen niet langer te onderwerpen aan dit onrechtvaardige systeem, maar hun wensen centraal te stellen.

Scholen zouden geen vrije mensen voortbrengen, maar meelopers

Die oproep valt niet overal in goede aarde. Een mavo-directeur spreekt in een ingezonden brief in Het schoolblad de vrees uit dat deze leraren een wereldrevolutie via het onderwijs willen ontketenen. In België legt een verontruste minister van Justitie beslag op de oplage van het Rode boekje voor scholieren. In Nederland is het boekje een groot succes: in drie maanden tijd worden 125 duizend exemplaren verkocht. Een uitzending van AVRO’S Televizier vergroot het tumult. Het Rode boekje wordt een geschrift waar iedereen het over heeft, maar dat weinigen echt hebben gelezen.

Het boekje bevat ook een pleidooi voor vrijere seksuele omgangsvormen voor scholieren. Dat is voor een van de voormannen, Helge Bonset, een belangrijk punt. Hij is op een school in Hilversum ontslagen, omdat hij als leraar Nederlands met de klas een van de boeken van de vrijmoedige Remco Campert las.

Het leeuwendeel gaat echter over het schoolsysteem waarbij toetsen en examens de grote boosdoeners zijn. Daarom richten de Kritiese Leraren al snel hun pijlen op het nog jonge Cito. In 1968 neemt dit instituut in Amsterdam de eerste eindtoets af om te voorspellen voor welk schooltype een kind het meest geschikt is. Twee jaar later wordt die toets landelijk aangeboden.

De Kritiese Leraren zien dat als een ongewenste ontwikkeling. Volgens hen is ‘selectie een van de middelen om de bestaande maatschappij met haar ongelijkheid in stand te houden’. Speerpunt van hun actie is een onderdeel van de eindtoets: de spellingstoets. Omdat de leraren voor spellingsvereenvoudiging zijn, neemt die toets in hun ogen veel te veel plek in. De tijd zou beter aan taalontwikkeling kunnen worden besteed.

De Kritiese Leraren besluiten de spellingstoets te saboteren. Op 28 februari 1972, een dag voor de geplande afname, kunnen ouders op het actiecentrum van de beweging de opgaven en antwoorden van de toets ophalen. Een golf van verontwaardiging komt over het land. Alle Amsterdamse schoolhoofden veroordelen deze actie als een ‘onrechtmatige daad’. Het Cito ziet zich genoodzaakt om de spellingstoets voor het hele land te schrappen en kondigt aan de toetsopgaven voortaan verzegeld naar de scholen te sturen.

Oskamp geeft in de media ruiterlijk toe dat de toets is ‘gegapt’, maar hij wordt niet vervolgd. Dit blijkt de laatste spraakmakende actie te zijn; langzaam bloedt de beweging dood. Alleen de Nijmeegse afsplitsing brengt in 1975 nog een anti-Citokrant voor alle scholen uit.

Bekijk hier de korte documentaire van Sjoerd Karsten over protesteren in het Vondelpark.
Sjoerd Karsten is emeritus hoogleraar Onderwijskunde.

Deze column is verschenen in Didactief, maart 2015.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent