Amsterdam, Frederik Roeskestraat 94

Tekst Sjoerd Karsten
Gepubliceerd op 15-02-2016
Sjoerd Karsten - De Roeskestraat in Amsterdam-Zuid zou in een kleinere plaats Schoolstraat heten; er staan verschillende scholen. De straat is gemakkelijk bereikbaar met de auto en dat is prettig voor populaire scholen met leerlingen uit de wijde omgeving.

In het gebouw op nummer 94, nu onderdeel van de Britse school van Amsterdam, huist in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw een New Age-achtige school met de naam van de Griekse filosoof Plato. De Platoschool, die de waarden ‘zelfkennis, discipline, harmonie, vrijheid en spiritualiteit’ in het vaandel draagt, komt in 1996 negatief in het nieuws omdat er kinderen worden geslagen.

Slaan als pedagogisch middel is in het onderwijs al eeuwenlang een controversieel onderwerp. Rond 1900 gaat door de opkomst van de kindgerichte pedagogiek voor het eerst een tegenwind waaien tegen de gangbare praktijk van kleinering en het pak slaag voor kinderen. Niet iedereen is het met die kritiek eens. Toch worden in Nederland, anders dan in de omringende landen, lijfstraffen al vroeg officieel verboden. Maar aan dit verbod wordt weinig de hand gehouden. Daarom laat in Amsterdam de gemeente in 1902 een circulaire uitgaan waarin onderwijzers die slaan nadrukkelijk met ontslag worden bedreigd. Er wordt ook meteen een voorbeeld gesteld door een gymnastiekleraar daadwerkelijk te ontslaan.

Een corrigerende tik op 
de billen was heel gewoon

De onderwijzerswereld is hierover hoogst verontwaardigd. In 1905 dient de Amsterdamse afdeling van de Bond van Onderwijzers een petitie in waarin om opheffing van het verbod wordt gevraagd. De petitie spreekt van ‘vandalistische messentrekkende grote stadsjeugd’. De gemeente geeft niet toe. De onderwijzers voelen zich machteloos en de discussie blijft voortslepen. Nog in 1938 wordt een schoolmeester, die een jongen een lichte hersenschudding heeft geslagen, door de rechtbank in Den Bosch vrijgesproken, omdat ‘mocht worden aangenomen, dat de meester de bedoeling had de jongen op te voeden.’
Juist als in de jaren tachtig ook de ‘opvoedkundige tik’ van ouders strafbaar wordt gesteld, start er in Amsterdam-Zuid een basisschool waar het slaan op de billen gewoon wordt gevonden. De school is in 1983 opgericht door studenten aan de School voor Filosofie, een beweging die uitgaat van ‘de eenheid van alle dingen’. Hun onderwijsfilosofie is een allegaartje van ideeën van Indiase goeroes, Russische mystici, Jezus en uiteraard Plato, de naamgever van de school. Op de nieuwe school krijgen leerlingen naast gewone vakken ook filosofie, Indiase dans, meditatie en Sanskriet. De regels zijn streng, meisjes mogen geen broeken dragen en jongens worden verplicht een overhemd met das aan te trekken. De ouders betalen zonder problemen het hoge schoolgeld, omdat ze er ‘zoveel voor terugkrijgen: een prachtig gebouw, aparte dans- en zangles, en eigen schooltuinen.’ Ook de Cito-scores zijn goed. Maar dan gaat het mis.

In 1996 komen de eerste berichten naar buiten dat lijfelijke straffen gemeengoed zijn. Een corrigerende tik heet het vergoelijkend. Ook tijdens bokslessen worden sommige leerlingen tot bloedens toe geslagen. Een oud-leerling spreekt over de ‘zwartste bladzij uit mijn leven.’
De politie grijpt in, deelt boetes uit, de banden met de School voor Filosofie worden verbroken en de regels versoepelen. Het gaat een tijdje goed, tot in 2000 weer aangifte van mishandeling wordt gedaan. Deze keer heeft de directeur twee leerlingen geslagen. De man wordt uit zijn functie ontheven, maar blijft wel als leraar aan de school verbonden. Sommige ouders spreken over ‘incidenten’, anderen zeggen dat het goed mis is. De slechte reputatie doet de school de das om. Leerlingen blijven weg. Een fusie met een andere eliteschool uit dezelfde straat mislukt. De subsidie stopt en in 2002 sluit de school. Precies honderd jaar na de beruchte ‘slagcirculaire’ van de gemeente Amsterdam.

 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent