Nieuwe ongelijkheid

Tekst Sietske Waslander
Gepubliceerd op 26-02-2019
Eens was de universiteit een vrijplaats waar academici zich lieten drijven door intellectuele nieuwsgierigheid. Het was een instituut waar onderzoekers en studenten konden leren, exploreren en ontdekken.

Ik prijs me zeer gelukkig dat ik die tijd nog mee heb gemaakt. Toen ik studeerde, was het niet ongebruikelijk om wekelijks met vier of vijf studenten op de werkkamer van de hoogleraar bij elkaar te komen. Duiken of verzaken was er niet bij, iedereen was altijd uitstekend voorbereid. Tijd was ondergeschikt: als een discussie interessant was, duurde het college zomaar een uur langer. Befaamd waren de wetenschapsfilosofische vakken: uren discussiëren over een paar zinnen in een boek. Daar heb ik leren lezen en nadenken. Op die manier studeren was fantastisch.
Maar het is ook evident dat zo veel luxe onhoudbaar is. Zo had een docent veel tijd gestoken in het ontwikkelen van een nieuwe methode voor een gevorderd statistiekvak. We volgden dat vak met z’n tweeën. Het eerste jaar werd ook direct het laatste jaar voor dat vak. Het handgeschreven collegedictaat ligt als een stil bewijs van vervlogen tijden in mijn boekenkast.

 

Achterstandsgroepen
nemen geen deel aan
university colleges

 

Het contrast met de huidige universiteit kan bijna niet groter zijn. Sinds de eeuwwisseling is het aantal eerstejaars studenten bijna verdubbeld. Het budget groeide bij lange na niet met dezelfde snelheid mee. Studenten drommen nu met honderden tegelijk samen in theaterzalen. Docenten hebben het veel te druk om echt feedback te geven. De leergemeenschap, waar beleidsmakers zo graag over praten, krijgt op veel plaatsen helemaal geen kans om te ontstaan. Omwille van doorstroom en rendementen worden studenten bij de les gehouden met iedere week een opdracht of een toets. Studenten hebben niet voor niets last van stress.

Onder de noemer van toegankelijkheid en gelijke kansen wil minister Van Engelshoven de deuren van de universiteit nog wijder open zetten. Maar de vraag moet zijn: wie krijgt toegang tot wat? De universitaire bachelor is verworden tot een verlengde middelbare school. Voor veel delen van de universiteit geldt dat de explosieve groei van het aantal studenten het academische karakter van het onderwijs tot ontploffing heeft gebracht. Dat wat de universiteit ooit was, is nu vooral te vinden in honours-trajecten en university colleges. Studenten uit achterstandsgroepen participeren daar nauwelijks in. In de tweeëntwintig bladzijden van haar beleidsbrief over gelijke kansen in het hoger onderwijs rept de minister met geen woord over die nieuwe ongelijkheid. Het getuigt van een armoedige opvatting van toegankelijkheid.
 

Sietske Waslander is hoogleraar Sociologie. Kijk hier voor meer columns.

Deze column verscheen in Didactief, maart 2019.

Verder lezen

1 Rondom het Binnenhof: kansen
2 Wordt dubbeltje ooit kwartje?
3 Gelijke kansen in het vo

Een ogenblik geduld...

Sietske Waslander

Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan TIAS School for Business and  Society. Binnen het GovernanceLAB verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs,  en participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in  verschillende TIAS opleidingen. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.

Gerelateerde artikelen
Blog

Rondom het Binnenhof: kansen

26-02-2019
Elke maand gaan onderwijskenners, politici en bestuurders in gesprek over een brandende kwestie.

Onderzoek

Wordt dubbeltje ooit kwartje?

07-12-2018
Afkomst, gender en milieu blijven wereldwijd hobbels (of juist kruiwagens) op weg naar een succesvolle (school)loopbaan.

Nieuws

Gelijke kansen in het vo

29-01-2019
Minister Slob pleit voor een betere overgang van havo naar vwo.

Click here to revoke the Cookie consent