De betekenis van ‘passend onderwijs’ dijt steeds verder uit. In 1995 verwees de term naar het recht op ‘adequaat’ onderwijs voor kinderen met een handicap. Nu betekent passend onderwijs steeds vaker dat de school een antwoord moet hebben op alle soorten behoeften van alle kinderen. Of het nu gaat om leer- of gedragsproblemen, emotionele problemen of problemen thuis. Zo wordt passend onderwijs steeds breder: eerst sloeg het op een deel van de leerlingen, nu op allemaal. Bovendien gaat het allang niet meer alleen over onderwijs. In de hoorzittingen die de Tweede Kamer net voor het zomerreces hield, ging het meer over problemen met de jeugdhulp dan over problemen met het onderwijs in de klas. Een paar maanden nadat de wet Passend onderwijs van kracht was geworden, deed de nieuwe Jeugdwet zijn intrede. Alle vormen van jeugdhulp – variërend van een gesprek met de maatschappelijk werker tot behandeling voor verslaving of gedwongen opname in de jeugdpsychiatrie – vallen sindsdien onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Een van de doelen van deze enorme operatie is een efficiënter gebruik van middelen. Daarom werd direct bij de invoering een bezuiniging opgelegd. Ondertussen blijft de vraag naar jeugdhulp stijgen.
Dat knelt. En niet een beetje. Niet alleen bij de jeugdhulp en de jeugdzorg, ook in scholen. In sommige regio’s en wijken verloopt de aansluiting en afstemming tussen onderwijs en jeugdhulp soepel, in andere regio’s zijn er grote en urgente problemen. Strikt genomen zijn de strubbelingen door de invoering van de Jeugdwet en de bijbehorende bezuinigingen niet het gevolg van passend onderwijs. Maar leraren en schoolleiders hebben daar – volkomen terecht – geen enkele boodschap aan. De consequenties komen de scholen in, waar ze ook vandaan komen.
Zo dijt de betekenis van passend onderwijs uit, naar steeds meer leerlingen en steeds meer knelpunten. Werkdruk, volle klassen, wachtlijsten bij de jeugdhulp; in de beeldvorming komt het allemaal door passend onderwijs. Wetenschappers noemen dat concept creep: steeds meer betekenissen ‘kruipen’ een concept binnen. Het risico is dat leerlingen met de grootste ondersteuningsbehoefte aan het kortste eind trekken. Als passend onderwijs over iedereen en alles gaat, wordt het moeilijker om de ‘echte zorgleerlingen’ in het vizier te houden en is er ook minder geld om hen adequaat te ondersteunen.
De minister vindt dat de term passend onderwijs te hoge verwachtingen wekt en wil daarover met betrokkenen in gesprek. Het wordt nog een hele toer om het containerbegrip passend onderwijs weer op te schonen.
Sietske Waslander is hoogleraar Sociologie. Lees hier al haar columns voor Didactief.
Deze column verscheen in Didactief, oktober 2018.
Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan TIAS School for Business and Society. Binnen het GovernanceLAB verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs, en participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in verschillende TIAS opleidingen. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.
04-09-2018
14-04-2017
15-06-2018
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven