Ofsted

Tekst René Kneyber
Gepubliceerd op 22-12-2012
René Kneyber - Docenten zijn in de hele wereld hetzelfde.’s Ochtends aan de koffie van een workshop van Dylan Wiliam in London begint twee tafels verderop een Engelsman te verhalen over een autistische leerling.  

De precieze details ontgaan me, maar het heeft te maken met kleine groene mannetjes en een schoorsteen en bang zijn. Ik zie om me heen dat alle docenten, inmiddels zitten er een stuk over dertig, met een half oor mee luisteren. Na het luidruchtige verhaal van de docent ontspant iedereen zichtbaar. Verhalen over leerlingen zijn aan de andere kant van de Noordzee dus ook ijsbrekers.

In Engeland is Dylan Wiliam een grootheid. Vroeger docent, nu adviseur voor de regering, en in de zaal zitten zo’n 70 docenten. Wiliam komt vertellen hoe ze eenvoudig de resultaten van hun leerlingen kunnen verbeteren. De docenten zijn enthousiast en hebben ogenschijnlijk veel liefde voor hun vak. Tot de term Ofsted valt. ‘But what about Ofsted?’ vraagt iemand. Er gaat een siddering door de zaal. Wiliam kijkt moeilijk en begint te praten in afkortingen die ik niet begrijp. Een paar minuten later valt de term weer. Siddering. Afkortingen.

‘Wat is Ofsted?’ vraag ik in de koffiepauze. Ofsted blijkt de Inspectie van Onderwijs in Engeland. ‘Vroeger, ’ vertelt een iets oudere docente, ‘kwam Ofsted en dat kondigden ze een maand van te voren aan.’ Dus dan werden de beleidsstukken uit de kast getrokken, afgestoft en aangepast. De lokalen werden opgeruimd, de schilderijen recht gehangen. Maar dat veranderde. ‘Op een gegeven moment kondigden ze het twee weken van te voren aan, daarna een week, daarna twee dagen, nu helemaal niet meer.’ Ze kijkt er ongelukkig bij. ‘We leven nu eigenlijk in permanente angst.’

Van een gewaardeerd instituut tot een soort Nazi’s die razzia’s plegen met nul-komma-nul gezag. Tijdens de groepsdiscussies wordt het er niet beter op. Tegenover me zit een man bij wie Ofsted kortgeleden nog langs is geweest. Ze zaten in de les: Ze vonden het goed. De uitleg, de werksfeer, de interacties. Allemaal prima. Tot de werkboeken open gingen. Daarin had de leerkracht geen geschreven commentaar geschreven. Hij kreeg een 3.

Tijdens de lunch tref ik twee docenten, een man en een vrouw. Hij zit op zijn mobieltje te kijken, en zij zit beleefd tegenover hem. Zouden ze getrouwd zijn? Ze blijken uit Schotland naar Londen verhuisd te zijn, voor de stad, niet voor het onderwijs. In Schotland was het onderwijs veel beter, want daar krijg je al het vertrouwen van de regering en van ouders. ‘Dat was hier wel even slikken.’ Zegt ze. ‘Met Ofsted enzo.’ De man legt zijn Iphone weg en begint aan zijn halve kip – zo worden ze hier geserveerd. ‘Het is toch raar, dat je goed opgeleide professionals zo wantrouwt.’ Zegt hij. ‘Het zou ondenkbaar zijn in Schotland. De vakbond zou daar meteen een einde aan maken.’ Tja, zeg ik. In Nederland staat ongeveer 15 procent onbevoegd voor de klas. De man verslikt zich en zet het hem op een hoesten. ‘Dat zou illegaal zijn in Schotland.’ Niet eens onwenselijk. ‘Dat zou echt illegaal zijn.’ Voegt hij er aan toe met nog steeds een rood gezicht. Hij schudt zijn hoofd. De vrouw prikt beleefd in haar eten.

Als de vrouw en ik naar het toetje lopen, ontspant ze zichtbaar. Toch getrouwd, of zou ze gewoon een hekel aan haar collega hebben? Ze praat nu honderduit. ‘Ik zou fruit moeten pakken, maar ik neem een taartje.’ Zegt ze demonstratief, maar ik begrijp niet precies voor wie. ‘Wil je er ook slagroom bij?’ vraag ik. Maar dat gaat haar te ver.

Ik neem ook een taartje. Daarvan blijkt de bodem keihard. De Schotse vrouw zit weer in haar zwijgzame modus naast me. Ze hakt agressief op de bodem van de taart in. De vrouw tegenover me kijkt me geamuseerd aan. ‘Je mag het ook met je handen eten. Doe je gewoon alsof het een koekje is.’

Is het niet raar dat een land dat zesde staat op de wereldranglijst, zichzelf op zo’n manier aanpakt? Wie verzint zoiets. ‘Michael Gove verzint zoiets.’ Zegt de vrouw tegenover me. Nu begint iedereen aan tafel zuur te kijken. ‘Dat is de man die gaat over onderwijs. Hij wil graag dat iedereen les krijgt zoals hij zelf les heeft gehad.’ Nog zo iemand die denkt dat hij het beter weet dan de onderwijzers zelf. ‘In Nederland hebben we daar een gezegde voor: “Niet gehinderd door enige kennis”.’ Iedereen lacht. Maar niet heel blij.

Docenten zijn in de hele wereld hetzelfde. ’s Ochtends aan de koffie van een workshop van Dylan Wiliam in London begint twee tafels verderop een Engelsman te verhalen over een autistische leerling. De precieze details ontgaan me, maar het heeft te maken met kleine groene mannetjes en een schoorsteen en bang zijn. Ik zie om me heen dat alle docenten, inmiddels zitten er een stuk over dertig, met een half oor mee luisteren. Na het luidruchtige verhaal van de docent ontspant iedereen zichtbaar. Verhalen over leerlingen zijn aan de andere kant van de Noordzee dus ook ijsbrekers.

In Engeland is Dylan Wiliam een grootheid. Vroeger docent, nu adviseur voor de regering, en in de zaal zitten zo’n 70 docenten. Wiliam komt vertellen hoe ze eenvoudig de resultaten van hun leerlingen kunnen verbeteren. De docenten zijn enthousiast en hebben ogenschijnlijk veel liefde voor hun vak. Tot de term Ofsted valt. ‘But what about Ofsted?’ vraagt iemand. Er gaat een siddering door de zaal. Wiliam kijkt moeilijk en begint te praten in afkortingen die ik niet begrijp. Een paar minuten later valt de term weer. Siddering. Afkortingen.

‘Wat is Ofsted?’ vraag ik in de koffiepauze. Ofsted blijkt de Inspectie van Onderwijs in Engeland. ‘Vroeger, ’ vertelt een iets oudere docente, ‘kwam Ofsted en dat kondigden ze een maand van te voren aan.’ Dus dan werden de beleidsstukken uit de kast getrokken, afgestoft en aangepast. De lokalen werden opgeruimd, de schilderijen recht gehangen. Maar dat veranderde. ‘Op een gegeven moment kondigden ze het twee weken van te voren aan, daarna een week, daarna twee dagen, nu helemaal niet meer.’ Ze kijkt er ongelukkig bij. ‘We leven nu eigenlijk in permanente angst.’

Van een gewaardeerd instituut tot een soort Nazi’s die razzia’s plegen met nul-komma-nul gezag. Tijdens de groepsdiscussies wordt het er niet beter op. Tegenover me zit een man bij wie Ofsted kortgeleden nog langs is geweest. Ze zaten in de les: Ze vonden het goed. De uitleg, de werksfeer, de interacties. Allemaal prima. Tot de werkboeken open gingen. Daarin had de leerkracht geen geschreven commentaar geschreven. Hij kreeg een 3.

Tijdens de lunch tref ik twee docenten, een man en een vrouw. Hij zit op zijn mobieltje te kijken, en zij zit beleefd tegenover hem. Zouden ze getrouwd zijn? Ze blijken uit Schotland naar Londen verhuisd te zijn, voor de stad, niet voor het onderwijs. In Schotland was het onderwijs veel beter, want daar krijg je al het vertrouwen van de regering en van ouders. ‘Dat was hier wel even slikken.’ Zegt ze. ‘Met Ofsted enzo.’ De man legt zijn Iphone weg en begint aan zijn halve kip – zo worden ze hier geserveerd. ‘Het is toch raar, dat je goed opgeleide professionals zo wantrouwt.’ Zegt hij. ‘Het zou ondenkbaar zijn in Schotland. De vakbond zou daar meteen een einde aan maken.’ Tja, zeg ik. In Nederland staat ongeveer 15 procent onbevoegd voor de klas. De man verslikt zich en zet het hem op een hoesten. ‘Dat zou illegaal zijn in Schotland.’ Niet eens onwenselijk. ‘Dat zou echt illegaal zijn.’ Voegt hij er aan toe met nog steeds een rood gezicht. Hij schudt zijn hoofd. De vrouw prikt beleefd in haar eten.

Als de vrouw en ik naar het toetje lopen, ontspant ze zichtbaar. Toch getrouwd, of zou ze gewoon een hekel aan haar collega hebben? Ze praat nu honderduit. ‘Ik zou fruit moeten pakken, maar ik neem een taartje.’ Zegt ze demonstratief, maar ik begrijp niet precies voor wie. ‘Wil je er ook slagroom bij?’ vraag ik. Maar dat gaat haar te ver.

Ik neem ook een taartje. Daarvan blijkt de bodem keihard. De Schotse vrouw zit weer in haar zwijgzame modus naast me. Ze hakt agressief op de bodem van de taart in. De vrouw tegenover me kijkt me geamuseerd aan. ‘Je mag het ook met je handen eten. Doe je gewoon alsof het een koekje is.’

Is het niet raar dat een land dat zesde staat op de wereldranglijst, zichzelf op zo’n manier aanpakt? Wie verzint zoiets. ‘Michael Gove verzint zoiets.’ Zegt de vrouw tegenover me. Nu begint iedereen aan tafel zuur te kijken. ‘Dat is de man die gaat over onderwijs. Hij wil graag dat iedereen les krijgt zoals hij zelf les heeft gehad.’ Nog zo iemand die denkt dat hij het beter weet dan de onderwijzers zelf. ‘In Nederland hebben we daar een gezegde voor: “Niet gehinderd door enige kennis”.’ Iedereen lacht. Maar niet heel blij.

 

René Kneyber is docent wiskunde en auteur van het boek Orde houden in het voortgezet onderwijs. In januari 2013 verschijnt een artikel van hem over Dylan Wiliam in Didactief.

Gepubliceerd 21 december 2012

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent