Nieuws

Minder regels, meer vertrouwen

Tekst Filip Bloem
Gepubliceerd op 19-09-2016 Gewijzigd op 02-03-2017
Steeds meer scholen maken bezwaar tegen de toenemende verantwoordingsdruk. Is het tijd voor meer autonomie en experimenteerruimte?

Elly Loman, rector van het Vathorst College (Amersfoort):

‘Ik zou van OCW en de Onderwijsinspectie graag meer tijd krijgen om bijvoorbeeld aan vernieuwing van het curriculum te werken. We hebben op onze school een mooi programma rondom 21ste-eeuwse vaardigheden ontwikkeld. Dat was een enorm karwei. Het zou mooi zijn als het ministerie een potje maakt om scholen te ondersteunen die zich aan zulke waardevolle innovaties wagen. Of dat de inspectie meer oog heeft voor onze vernieuwende aanpak. Dat gebeurt te weinig. Ik begrijp goed dat de inspectie een vaste meetlat hanteert – dat is ook goed, maar het is wel een smalle meetlat. Er wordt vooral naar kennisoverdracht gekeken, niet naar de persoonlijke vorming of de ontwikkeling van vaardigheden door leerlingen. Dat past niet bij eigentijds onderwijs.’

Jaap Dronkers, hoogleraar Onderwijssociologie, Universiteit Maastricht:

‘Bij autonomie moet je onderscheid maken tussen het “hoe” en het “wat”. In theorie gaan de scholen over het “hoe”, maar in de praktijk krijgen ze door Den Haag en pressiegroepen “hoe-zaken” als pestprotocollen en gratis schoolboeken opgedrongen. Bovendien blijkt uit onderzoek dat toezicht hierop niet veel effect heeft. Goede leerkrachten zijn wel cruciaal. Investeer dus daarin, niet in protocollen. Bij het “wat” is toezicht wel zinvol. Een leerlingvolgsysteem vind ik niet zo interessant, maar eindexamens en goede Cito-toetsen wel. Het zijn trouwens vaak scholen en hun vertegenwoordigers die om extra regels vragen –zie het pestprotocol. Vergeet ook niet dat clubs als de PO- en VO-Raad niet door onderwijsmensen geleid worden, maar door ex-politici. En die zijn dol op protocollen.’

Karin den Heijer, lerares wiskunde op het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam:

‘Ik voel me erg beperkt door de huidige eindexamens. Ik moet mijn leerlingen voorbereiden op toetsopgaven die ik soms nutteloos vind of waar ik vrijwel niets over te vertellen heb. Dat is heel demotiverend. Ik heb in België gewerkt en daar werd ik als professional serieuzer genomen. Verder vind ik het kwalijk dat het toezicht op scholen steeds omvangrijker lijkt te worden. Neem het ranking-systeem voor scholen waar Sander Dekker onlangs mee kwam. Dat gaat ongetwijfeld weer voor veel bureaucratie zorgen. Mijn eigen school is gelukkig redelijk immuun voor zulke bemoeienis. Laat de overheid ervoor zorgen dat onderwijzer weer een aantrekkelijk beroep wordt. Alleen zo krijg je goede mensen. Maar laat de didactiek aan het onderwijs zelf over.’

Dit artikel is eerder verschenen in de rubriek Opinie in Didactief, september 2014.

Click here to revoke the Cookie consent