Wereldverbeteraars

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 11-09-2014
Monique Marreveld - Je kunt het de tweede klap noemen. De publicatie van Het Alternatief was vooral een soort inventarisatie van de problemen in het Nederlandse onderwijs, maar hoe het concreet anders moest was nog niet zo duidelijk. Die witte vlek is nu ingevuld met het programma Samen Leren: aanbevelingen uit het onderwijs.

Rene Kneyber en Jelmer Evers, geestelijk vaders van Samen Leren, hebben de gave mensen in beweging te krijgen. En het tweetal neemt geen genoegen met gebakken lucht. Echte wereldverbeteraars zijn het. Je gunt ze succes. Dat zou nou zo maar eens kunnen komen want het programma Samen Leren dat zij hebben geformuleerd samen met Hetty Belgers, Jet Dekkers, Ilja Klink (Hyperion Lyceum, Amsterdam), Laurens van Lier, Ruud Prock, Jaap Versfelt (Stcihting LeerKRACHT) en Eric van 't Zelfde ('Superschool' OSG Hugo de Groot, Rotterdam) krijgt veel weerklank. Misschien mede dankzij een slimme zet: Evers en Kneyber kregen de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamerfracties van VVD en PvdA zover om met hen mee te denken. Of was het andersom? In ieder geval ben je publicitair in zo'n gezelschap al een stuk interessanter voor de meeste media.

Wat heeft deze gideonsbende nu bekokstoofd? Het programma van Samen Leren is veel omvattend. In het kort: geef het onderwijs weer terug aan de leraar.

Selectie aan de poort
Laten we bij het begin beginnen: de lerarenopleidingen. Samen Leren pleit voor ´streng bevragen' van toekomstige studenten op kennis, vaardigheden en motivatie voordat ze worden toegelaten tot de lerarenopleiding. Vraag is of dit een verbod gaat betekenen voor havisten die helemaal geen leraar willen worden, maar alleen uit zijn op een propedeuse van de lerarenopleiding om door te kunnen naar de universiteit? Dat kan tweedegraads lerarenopleidingen zo maar een kwart tot een derde van de instroom schelen en stelt hoge eisen aan deze leraren.

Opleiden in de praktijk
Zijn ze eenmaal toegelaten tot de opleiding, dan pleit Samen Leren voor het bijbrengen van vakinhoud ('vanzelfsprekend'), beroepseer en werken in een verbetercultuur. De opleiding moet voor een groot gedeelte plaatsvinden in de praktijk op opleidingsscholen en er moet specifieke aandacht zijn voor onder- en bovenbouw. Het zijn mooie criteria, maar ambitieus zijn ze op z'n minst. Nu klagen lerarenopleiders al dat ze niet alle vereisten in een curriculum kunnen proppen, laat staan dat er nog meer bij moet (zie Didactief, oktober 2014, pagina 16).

Tuchtrechtprocedure
De beroepsgroep zelf moet de kwaliteit van de leraar bewaken, zegt Samen Leren. Optimaal leren vergt leraren die samenwerken in een sterke verbetercultuur. Ze bezoeken elkaars lessen, bereiden samen lessen voor en analyseren het effect van gegeven onderwijs op leerlingen. Het zijn voorstellen die zeker nuttig zijn, blijkt ook uit onderwijsonderzoek, maar die vaak stuklopen op tijd. De vraag of lesbezoeken bijvoorbeeld moeten worden gefaciliteerd, beantwoordt Samen Leren niet en dat maakt het voorstel kwetsbaar.

Lerarenregister
Concreet is het voorstel dat alle leraren hun ontwikkeling bijhouden in het lerarenregister. Beginnende en zittende docenten. Het register stelt eisen aan de aantoonbare ontwikkeling van leraren, voor zittend personeel in de vorm van bijscholing. Samen Leren gaat ver: Als een leraar structureel onder de maat blijft, moet de beroepsgroep de lesbevoegdheid van de leraar via een tuchtrechtprocedure kunnen ontnemen.

Kritiek op Onderwijscooperatie
Wat betreft (bij)scholing is Samen Leren redelijk kieskeurig. Geen 'nutteloze trainingen', maar 'transformatieaanpakken met bewezen resultaat' die door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek op een rijtje worden gezet. Samen Leren verwacht veel van onderwijsonderzoek, dat lijkt duidelijk, en minder van onderwijsadviseurs in dure bmw's (zoals Rene Kneyber in een boze blog schrijft). Of van gevestigde organisaties, zoals de Onderwijscooperatie die professionalisering volgens Samen Leren vermengt met het behartigen van arbeidsvoorwaardelijke belangen. Vorm de Onderwijscooperatie om tot een onafhankelijke vereniging van leraren, zeggen de vernieuwers. Dit is een geluid dat wel vaker klinkt. De Onderwijscooperatie is een hybride organisatie die leraren niet volledig lijken te vertrouwen.

Professionele ruimte
Bottomline is de regie. En daar is Samen Leren heel duidelijk over: die moet terug naar de leraren. Docenten zijn de belangrijkste factor in het onderwijs – en dat zal iedere onderwijsonderzoeker met Samen Leren eens zijn. En wat professionele ruimte voor deze beroepsgroep inhoudt, is helder in het programma van Kneyber cum suis: schaf het taakbeleid af, flexibiliseer de onderwijstijd voor leerlingen, flexibiliseer de lestijd voor leraren en laat op het voortgezet onderwijs minder vakken geven. Zo kun je meer de diepte in en kunnen vakken ook meer in relatie tot elkaar (vakoverstijgend) en in projectvorm aangeboden worden. Hier lijkt de hand van Evers duidelijk zichtbaar in het programma, geschiedenisdocent op de vernieuwende Unic in Utrecht. Samen Leren noemt ook leren in levels als aanbeveling, een vak doorlopen op verschillende niveaus zoals in Engeland al kan.

Arbeidsvoorwaarden
De leraar zou moeten meegroeien met dit moderne onderwijs. Samen Leren stelt: Moderniseer het personeelsbeleid door te differentiëren in arbeidsvoorwaarden, uitstekende leraren te belonen, vrijere arbeidsvoorwaarden en een betere beoordelings-m en ontwikkelingscyclus. Zwakke leraren zouden hun gebrekkige prestaties moeten terugzien in hun salarisontwikkeling. Hier zullen de vakbonden wel een woordje over willen spreken met de heren en dames van Samen Leren.

Innovatiefonds
Groepen leraren daarentegen die zich willen onderscheiden, moeten een beroep kunnen doen op een innovatiefonds dat deels met privaat geld is gevormd (Samen Leren noemt een bedrag van 5 miljoen euro per jaar). De beroepsgroep zou zelf moeten beoordelen wie een subsidie uit dat fonds krijgen, mits die leraren in ieder geval wel ingeschreven zijn in het lerarenregister. Wie gefaciliteerd wordt, moet zijn ervaringen bovendien met anderen delen en zijn lessen ter beschikking stellen van andere scholen. Kennis delen, dat is wat voorop staat.

Vernieuwing curriculum
En passant bijna roept Samen Leren op tot een vernieuwd curriculum, dat tot stand komt met behulp van het veld zoals de toekomstige werkgevers van de leerlingen van nu. Opmerkelijk in dit opzicht: Samen Leren verwijst naar het advies van de Onderwijsraad 'Een eigentijds curriculum', maar over nationaal leerplanontwikkelaar SLO geen woord.

Kwaliteit bewaken: zelfrapportage
Resteert de vraag naar verantwoording en kwaliteitsbewaking. Hoe wil Samen Leren dat regelen? Van de auteurs van 'Het Alternatief, Reken af met de toetscultuur' zal het niet verbazen dat zij veel verantwoordelijkheid leggen bij de beroepsgroep zelf. Scholen moeten wat Kneyber en Evers betreft voor en over zichzelf 'een gebalanceerde rapportage' opstellen met indicatoren als prestaties van leerlingen in het vervolgonderwijs, percentage lessen van bevoegde docenten, het percentage schoolinkomsten dat daadwerkelijk in de klas terecht komt. De rapportage dient ook als onderdeel van een gestructureerde peer review met andere scholen. Vraag is hoe een dergelijk systeem precies wordt ingericht, want bij zelfevaluaties blijken scholen altijd positiever dan wanneer zij door een buitenstaander worden doorgelicht.

Peer review
Samen Leren heeft het in dit verband over een systeem van 'pressure en support', druk op leraren en scholen om zich open op te stellen naar elkaar en kennis te delen, feedback te geven en elkaar te helpen beter te worden. De vraag is waar die pressure precies zit. Bij de beroepsgroep? Maar wat als grotere belangen een rol spelen? Durft de beroepsgroep dan een stem te laten horen? En wat als concurrentieoverwegingen een rol gaan spelen in krimpgebieden? Is de beoordeling die peers elkaar geven dan objectief?

Toetsing
Toetsing is volgens onderwijsexperts als Maassen van den Brink en Scheerens een objectief instrument om als maatschappij de vinger aan de pols te houden.

Samen Leren onderscheidt een systeem van drieledige toetsing:

Formatief, voor de leraar die wil weten of en hoe hij zijn instructie moet verbeteren. Vanzelfsprekend zijn de uitkomsten van deze toetsen niet openbaar, ze dienen slechts als ijkpunten.
Dan zijn er summatieve toetsen, voor de samenleving die wil weten of een leerling gekwalificeerd is. Hier breken de auteurs een lans voor een loskoppeling van school- en centraal schriftelijk examen. Ook op dit vlak sluiten zij aan bij een discussie die al langer speelt: is het schoolexamen nog wel nodig of is het vooral ballast?
Tenslotte zijn er toetsen op systeemniveau om te kunnen beoordelen hoe het onderwijs in een land er voor staat. De categorie Maassen van den Brink en Scheerens, zeg maar. Dit laatste type toetsen mag van Samen Leren geen consequenties hebben voor leerlingen, scholen of leraren en wordt slechts steekproefsgewijs geanalyseerd.

Al met al gooien de auteurs van Samen Leren het Nederlandse model flink overhoop. Vraag is hoe ver ze komen. In hoeverre zullen zij representatief blijken voor hun beroepsgroep en hoeveel invloed gaan de politici hebben die zij bij hun plan hebben betrokken?

Monique Marreveld is hoofdredacteur Didactief
 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent