Wat kan met ict en wat zonder?

Tekst Nick van Schaik
Gepubliceerd op 05-06-2014
Nick van Schaik - Leren en lesgeven met kennisclips, games en sociale media. Op 22 mei 2014 organiseerde het iXperium/ Centre of Expertise het iXcamp.

Leraren uit het primair en voortgezet onderwijs, studenten en lerarenopleiders van de HAN en experts kwamen bijeen in het Arnhemse Rozet om de bewustwording van ict-toepassingen in het onderwijs te vergroten.

'Ok, glass', zegt workshopleider Ronald van der Lingen hardop tegen het montuur op zijn neus. 'Who is the president of the United States of America?' In slechts enkele seconden verschijnt de naam Barack Obama in de rechterhelft van zijn gezichtsveld. Even later op het projectiescherm van het auditorium. Google glass. Snel en behulpzaam. Zoals technologie behoort te functioneren. Met grote ogen kijken de leraren en studenten uit naar het laatste deel van de workshop. Niet om vragen te stellen. Nee, om te ervaren hoe het is om zo'n slimme bril te dragen.

Het iXcamp bestaat uit een multidisciplinaire mix van geïnteresseerden. Lerarenopleiders en studenten. Experts op het gebied van ict. Leraren. Onderzoekers. Bijeengekomen via de architectonische trappen van het Rozet om de mogelijkheden van ict-toepassingen in het onderwijs te verkennen, maar waarom ict in het onderwijs?

'Ict-toepassingen bieden veel nieuwe mogelijkheden, maar zowel studenten als lerarenopleiders hebben weinig ervaring met het didactische gebruik ervan', stelt Marijke Kral, lector aan de HAN. 'Ze zijn niet overtuigd van hun eigen kennis en vaardigheden. Het valt wel op dat het urgentiebesef onder leraren juist erg groot is. De meesten zien de noodzaak, en geloven dat het gebruik van ict in het klaslokaal meerwaarde heeft.' Aansluitend bij het advies van de Onderwijsraad om de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden als ict-geletterdheid te stimuleren, is professionalisering noodzakelijk, zegt Kral. 'Er moet een slag gemaakt worden. iXperium is hier al mee begonnen door in samenwerking met opleiders en leraren de eindkwalificaties voor leren en lesgeven met ict voor de lerarenopleidingen van de HAN vast te stellen. Daarbij kan een multidisciplinaire setting zoals vandaag erg helpen om partijen bijeen te brengen om praktische, educatieve ict-leermiddelen te ontwikkelen.'

Aan creatieve toepassingen geen tekort. Zo kunnen 'flipping the classroom' kennisclips bijdragen aan het gedifferentieerd onderwijs, omdat er meer tijd is in het klaslokaal voor de individuele leerling. Smartphones en tablets zorgen voor interactief lesmateriaal. Het ontwerpen en printen van 3D-modellen stimuleert het creatieve denken en de toepassing van Twitter maakt het mogelijk om wereldoriëntatie via een quiz te koppelen aan de digitale leefomgeving van de leerlingen. Bijvoorbeeld een tweet met de volgende vraag: Je bent hier (link naar Googlemaps). Hoe zeg je 'ziekenhuis' in de taal die zij spreken? Kortom, leren en lesgeven met ict biedt perspectief. En dat al op een 5.0 inch beeldscherm. Docent Multimedia aan de HAN, Guido Crolla, is enthousiast: 'Er liggen veel kansen voor ict in het onderwijs. Leerlingen kunnen zichzelf ontwikkelen. Met het gebruik van internet en de verschillende apps en tools kunnen ze kennis opdoen en hun vaardigheden uitbreiden. Sociale media hebben daarbij de functie van een collectief bewustzijn, van de school, van de klas.'

In het iXlab experimenteren leraren met het gebruik van 3D-printers. Onder leiding van de workshopleider leggen enkele leerlingen uit hoe het ontwerpen, printen en de besturing van de softwareprogramma's werkt. Een lerares, werkzaam in het speciaal onderwijs, bouwt een windmolentje van ijsstokjes, doppen en een lege chloorfles. Het mechanisme achter de wieken ontwerpt ze met het softwareprogramma. De 3D-printer gaat ijverig aan de slag. Secuur, in hoeken van negentig graden. Tenslotte koppelt de lerares een klein zonnepaneel aan de windmolen om energie op te wekken. Eenmaal op het zonnige dakterras beginnen de wieken te draaien. 'Het is leuk en niet al te ingewikkeld. 3D-printen biedt zeker mogelijkheden voor het speciaal onderwijs. Drukke kinderen hebben meer aan zo'n opdracht, dan stil zitten achter de lessenaar met een boek voor hun neus.' De lerares vraagt zich echter wel af in hoeverre scholen de financiële middelen hebben om een 3D-printer, die toch al snel duizend euro kost, aan te schaffen. Een terechte opmerking, want ict kost geld, nietwaar?

Justine van den Berg, community manager bij iXperium, antwoordt: 'Het is inderdaad een financiële uitdaging om gebruik te maken van ict, maar de middelen worden steeds meer betaalbaar. Een 3D-printer was een paar jaar geleden nog hartstikke duur (€ 10.000,-), maar is tegenwoordig al financieel haalbaar voor sommige scholen. Deze ontwikkelingen gaan door. Ook is het mogelijk om de devices van leerlingen te benutten. Iedereen heeft tegenwoordig een smartphone of tablet bij zich, de school kan hier op inspelen.'

Kijk tevens naar de beperkingen van ict-toepassingen. Een Google glass is prachtig speelgoed, maar is nog niet bruikbaar in de onderwijspraktijk. Kinderen mogen de bril niet dragen, omdat de gezondheidsrisico's nog onduidelijk zijn. De verdere ontwikkeling van augmented reality als toepassing voor de glass is echter wel veelbelovend; door live elementen aan het beeld van de werkelijkheid toe te voegen kunnen leerlingen dan bijvoorbeeld naar het museum om met de bril allerlei virtuele informatie tot zich te nemen.

Wat betekent ict voor de rol van de docent? Op de TU Delft is bijvoorbeeld de Robotutor ontwikkeld. De robot fungeert als onderwijsassistent en kan met gebruik van PowerPoint lesgeven. De lichaamstaal van de robot zou zorgen voor een positieve stemming in de klas en kan daardoor het leren vergemakkelijken. De vraag is echter of een robot ook tot negativiteit kan leiden? Is de Robotutor de toekomst?

Workshopleider Petran Meertens legt deze vraag bij de leraren: 'Zij moeten de keuze maken, wat kan ik met ict, en wat zonder? Wat zijn de mogelijkheden? Past het in het leerplan? De leraar heeft de taak om er achter te komen of leerlingen zich op hun gemak voelen en binnen welke kaders ze optimaal kunnen presteren.' En dan kan het antwoord nog wel eens verrassen. Als leraren bij het maken van mindmaps de keuze geven - digitaal of op papier met viltstiften – dan kiest tweederde van de kinderen voor de ouderwetse manier. Knippen en plakken kan dus altijd nog met schaar en lijm. Dave Kradolfer van het Candea College merkt op: 'Je vraagt je af of ze wel willen leren met ict, of dat het vooral de wil van de leraar is om van ict-toepassingen gebruik te maken.'

Het is een nuancering die Marijke Kral onderschrijft. 'We zijn vooral gefocust op het onderzoeken en ontwerpen van ict voor leren vanuit onderwijsvraagstukken, zodanig dat het meerwaarde heeft. We houden dus rekening met de "werkende oplossingen" en de problemen die we tegen komen in een bepaalde context. Ict is géén panacea voor alles. Het brengt niet de motivatie, leerwinst of onderwijsverbetering, daarvoor is altijd meer nodig.'

Meer info over onderzoek iXperium en HAN.

Nick van Schaik is stagiair bij Didactief.
 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent