Het dualisme van de onderwijspraktijk

Tekst Nick van Schaik
Gepubliceerd op 18-04-2014
Nick van Schaik - Op 9 april 2014 organiseerde de Onderwijscoöperatie de eerste inspiratiedag voor startende docenten in het Gregorius College, Utrecht. Met gastsprekers, workshops en dialoogtafels probeerde men hen te enthousiasmeren voor de onderwijspraktijk.

'Ik word als docent niet serieus genomen' vertelt Jeroen* tijdens een workshop timemanagement. Begonnen als invaller staat hij inmiddels op drie verschillende scholen voor de klas. Hij spreekt inspirerend over de interactie met mbo'ers, maar zijn ervaringen met het schoolbestuur worden gekenmerkt door frustratie. Er is geen enkele begeleiding. De werkdruk is hoog: naast de verwerking van de mailbox en het voeren van oudergesprekken heeft hij er allerlei taken bij gekregen. De randzaken slorpen al zijn aandacht op. De tijd glipt door zijn vingers. Gedesillusioneerd staart hij naar buiten.

Stencils met waardencirkels en resultaatgebieden worden uitgedeeld. Timemanagement. Jeroen kijkt nog steeds naar buiten.

De inspiratiedag was bedoeld voor docenten als Jeroen. Door de geringe begeleiding en hoge werkdruk valt volgens vakbond CNV de helft van de startende docenten binnen een jaar of vijf uit. Ondanks de gegronde kritiek op het onderzoek is de boodschap alarmerend. Voor wie de docenten op de inspiratiedag beluistert, zijn hoge werkdruk en geringe begeleiding alomtegenwoordig. De frustraties die hieruit voortkomen, moeten gedeeld en besproken worden. De openingsrede van minister Bussemaker was daarbij bemoedigend, al sprak de snelheid waarmee ze weer vertrok meer dan haar lange zinnen. De begeleiding van docenten is volgens Bussemaker cruciaal: passie moet tot ontplooiing kunnen komen.

Net als een conciërge heeft de overheid een ondersteunende functie. Onmisbaar. Maar docenten moeten het zelf bolwerken. En dat bleek eens te meer. In de loop van de dag werkte het enthousiasme van de meer ervaren docenten aanstekelijk. Passie en inspiratie vulden de gangen en lokalen van het schoolgebouw. Het delen van ervaringen voelde voor de startende docenten als een verademing. Ze stonden er niet alleen voor. Eindelijk tips van collega's. Eindelijk handvatten.

Maar wat betreft timemanagement. Is het behulpzaam? Als het aan schrijver en filosoof Joke Hermsen ligt, moet de notie van tijd aan de hand van de oude Grieken geherdefinieerd worden. In haar slotrede betoogt zij dat niet chronos (meetbare tijd), maar kairos (tijdloze momenten) meer ruimte moet krijgen in de onderwijspraktijk. Meer ruimte voor reflectie. Meer rust. Minder versnelling en minder toetsing. Het verschil tussen kairos en timemanagement, als vorm van chronos, wijst tevens op de dualiteit van het huidige onderwijs. Aan de ene kant moeten scholen efficiënt en opbrengstgericht werken. Instrumenten als leerwinst en toegevoegde waarde duiden meer op een bedrijfsvoering dan op een curriculum. Tijdens trainingen voor schoolleiders wordt het onderwijs zonder enige terughoudendheid vergeleken met het managen van een autofabriek. Aan de andere kant is het onderwijs opvoedingsgericht. Het creëert de volwassenen van morgen. Dit wordingsproces behoeft oplettendheid en precisie. Geen leerling kan over het hoofd worden gezien door de docent. En geen docent door het schoolbestuur.

Momenteel geeft de onderwijspraktijk vooral uitdrukking aan chronos, en niet aan kairos. Er wordt meer gesproken over drukte en efficiëntie dan over rust en reflectie. Waardoor komt dit? Kunnen scholen zowel een vrijplaats als een onderneming zijn? Of moet er gekozen worden voor één werkelijkheid?

Jeroen, aan jou het woord.
 

* gefingeerde naam

Nick van Schaik is stagiair bij Didactief.

Het dualisme van de onderwijspraktijk

 

 

‘Ik word als docent niet serieus genomen’ vertelt Jeroen* tijdens een workshop timemanagement. Begonnen als invaller staat hij inmiddels op drie verschillende scholen voor de klas. Hij spreekt inspirerend over de interactie met mbo’ers, maar zijn ervaringen met het schoolbestuur worden gekenmerkt door frustratie. Er is geen enkele begeleiding. De werkdruk is hoog: naast de verwerking van de mailbox en het voeren van oudergesprekken heeft hij er allerlei taken bij gekregen. De randzaken slorpen al zijn aandacht op. De tijd glipt door zijn vingers. Gedesillusioneerd staart hij naar buiten.

 

Stencils met waardencirkels en resultaatgebieden worden uitgedeeld. Timemanagement. Jeroen kijkt nog steeds naar buiten.     

 

De inspiratiedag was bedoeld voor docenten als Jeroen. Door de geringe begeleiding en hoge werkdruk valt volgens vakbond CNV de helft van de startende docenten binnen een jaar of vijf uit. Ondanks de gegronde kritiek op het onderzoek is de boodschap alarmerend. Voor wie de docenten op de inspiratiedag beluistert, zijn hoge werkdruk en geringe begeleiding alomtegenwoordig. De frustraties die hieruit voortkomen, moeten gedeeld en besproken worden. De openingsrede van minister Bussemaker was daarbij bemoedigend, al sprak de snelheid waarmee ze weer vertrok meer dan haar lange zinnen. De begeleiding van docenten is volgens Bussemaker cruciaal: passie moet tot ontplooiing kunnen komen.

 

Net als een conciërge heeft de overheid een ondersteunende functie. Onmisbaar. Maar docenten moeten het zelf bolwerken. En dat bleek eens te meer. In de loop van de dag werkte het enthousiasme van de meer ervaren docenten aanstekelijk. Passie en inspiratie vulden de gangen en lokalen van het schoolgebouw. Het delen van ervaringen voelde voor de startende docenten als een verademing. Ze stonden er niet alleen voor. Eindelijk tips van collega’s. Eindelijk handvatten.

 

Maar wat betreft timemanagement. Is het behulpzaam?Als het aan workshopleider en filosoof Joke Hermsen ligt, moet de notie van tijd aan de hand van de oude Grieken geherdefinieerd worden. In haar slotrede betoogt zij dat niet chronos (meetbare tijd), maar kairos (tijdloze momenten) meer ruimte moet krijgen in de onderwijspraktijk. Meer ruimte voor reflectie. Meer rust. Minder versnelling en minder toetsing. Het verschil tussen kairos en timemanagement, als vorm van chronos, wijst tevens op de dualiteit van het huidige onderwijs. Aan de ene kant moeten scholen efficiënt en opbrengstgericht werken. Instrumenten als leerwinst en toegevoegde waarde duiden meer op een bedrijfsvoering dan op een curriculum. Tijdens trainingen voor schoolleiders wordt het onderwijs zonder enige terughoudendheid vergeleken met het managen van een autofabriek. Aan de andere kant is het onderwijs opvoedingsgericht. Het creëert de volwassenen van morgen. Dit wordingsproces behoeft oplettendheid en precisie. Geen leerling kan over het hoofd worden gezien door de docent. En geen docent door het schoolbestuur. Momenteel geeft de onderwijspraktijk vooral uitdrukking aan chronos, en niet aan kairos. Er wordt meer gesproken over drukte en efficiëntie dan over rust en reflectie. Waardoor komt dit? Kunnen scholen zowel een vrijplaats als een onderneming zijn? Of moet er gekozen worden voor één werkelijkheid?

 

Jeroen, aan jou het woord.

 

* gefingeerde naam

 

Tekst Nick van Schaik, stagiaire bij Didactief.

Gepubliceerd op 18 april 2014

       

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent