Een nieuw DNA?

Tekst Jessie van den Broek
Gepubliceerd op 27-11-2015
Jessie van den Broek - Het onderwijs is in de afgelopen honderd jaar nauwelijks veranderd, stelde EXOVA-oprichter Jan Hendrickx afgelopen dinsdag tijdens een congres over gepersonaliseerd leren. We geven nog steeds grotendeels klassikaal les, besteden bijna al onze tijd aan de laagste leerniveaus (onthouden, begrijpen) en komen aan creëren en analyseren maar weinig toe. Daardoor verliezen leerlingen al snel hun natuurlijke leergierigheid en raken ze gedemotiveerd.

Maar dat is niet het enige; ook op het meer persoonlijke vlak zitten we in het onderwijs vaak op de verkeerde weg, stelt Marcel van Herpen (NIVOZ). Met soms ontroerende voorbeelden laat hij zien hoe belangrijk persoonlijk contact is in de klas – en hoe groot de gevolgen kunnen zijn bij het ontbreken daarvan. 'Een leerling die drie keer zijn vinger opsteekt in de klas en drie keer niet gezien wordt, zal denken: hier moet ik niet zijn.' We zijn elkaar kwijtgeraakt in het onderwijs, vindt Van Herpen: leerkrachten die in paniek raken als het digibord uitvalt, klassen waar met een stoplicht wordt aangegeven wanneer leerlingen de juf mogen aanspreken. 'We zijn toch geen treinconducteurs?'

Het moet anders, is het idee achter het congres: we zijn toe aan een nieuw pedagogisch DNA. Meer maatwerk, minder toetsen, het kind centraal stellen. Het is een boodschap die goed valt bij de aanwezige schoolleiders en onderwijsbestuurders. 'We moeten minder uitgaan van de methode en meer van het kind', zegt de PO-directeur die naast me zit. 'Elke leerling heeft iets in zich, heeft talent. Maar op dit moment halen we dat er nog lang niet altijd uit.'

Gepersonaliseerd leren gaat verder dan differentiëren: leerlingen werken niet alleen op hun eigen niveau, maar krijgen ook meer ruimte om hun eigen leerproces te sturen. De geijkte lesmethodes kunnen dus terug in de kast, en de leerling krijgt meer mogelijkheden om zelf zijn tempo en weg te bepalen - vaak met behulp van ict. In het onlangs gepubliceerde rapport Effecten van flexibilisering en gepersonaliseerd leren zijn de onderzoekers van Oberon en het Kohnstamm Instituut voorzichtig positief. Ervaringen uit het buitenland wijzen erop dat meer ruimte, flexibilisering en keuze in werkvormen kunnen leiden tot een hogere motivatie bij leerlingen, maar over de effecten op leerprestaties is nog maar weinig bekend.

En dan blijft de vraag: hoe pakken we het aan? Die kant van het verhaal komt pas later op de dag aan bod, tijdens de presentatie van schoolbestuurder John van Meekeren (SKOD/Fidarda). Stop met het aanschaffen van methodes, is zijn devies; maak meer gebruik van ict, voer gesprekken met in plaats van over leerlingen, ga met portfolio's werken om leerlingen eigenaar te maken van hun eigen leerproces. En aanvaard dat je op weerstand zult stuiten: ouders zijn nu eenmaal opgegroeid in de 20e eeuw.

Toch blijft de praktische kant wat onderbelicht, op deze regenachtige dinsdagmiddag. Want kun je werkelijk zorgen voor maatwerk als je in je eentje voor een klas met dertig leerlingen staat? Volgens onderwijssocioloog Sietske Waslander (Onderwijsraad), die we interviewden voor het decembernummer van Didactief, is dat een bijna onmogelijke opgave. 'Voor iedere afzonderlijke leerling het allerbeste wat we kunnen verzinnen - dat is misschien iets wat we heel graag zouden willen, maar wat met de huidige bekostiging en zelfs een verdubbeling daarvan, gewoon niet realistisch is', aldus Waslander.

Maar, realistisch of niet: visie en idealen hebben we hoe dan ook nodig. Anders verandert er nooit iets, en zien de klaslokalen er over honderd jaar nog steeds hetzelfde uit.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent