Een meester neemt afscheid

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 10-03-2014
Monique Marreveld - Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen (Mattheus 25; 29). 'Daar is empirisch bewijs voor', stelde Theo Wubbels, hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit Utrecht, nuchter tijdens zijn afscheidscollege op woensdag 5 maart.

'De uitdaging van het onderwijs is dat Mattheus-effect te compenseren.' Selectie helpt, zo argumenteerde Wubbels: zet slimme kinderen bij elkaar en ze leren evengoed veel, ook als we slecht lesgeven. Maar ja, daarmee rekenen we onszelf dan wel rijk in het Nederlandse onderwijs.

Het Kees Posthumus-effect helpt ook, ofwel de normering aanpassen als je cijfers geeft. Iedere leerkracht zal het herkennen. Je wilt toch minstens gemiddeld een 6,6 in je klas. Maar hebben ze meer geleerd als je het cijfer hebt aangepast?

Time on task
Je kunt natuurlijk ook écht werken aan goed onderwijs, was de boodschap van Wubbels. Er zijn factoren in de klas die je kunt beïnvloeden als leraar. En met zijn kenmerkende humor ging Wubbels de belangrijkste langs. Time on task bijvoorbeeld, de tijd die leerlingen aan hun werk besteden, kun je vergroten door af en toe toetsen te geven. Dan besteden ze echt wel meer tijd aan hun huiswerk, weet de wetenschapper.

Je kunt ook focussen op leeractiviteiten die diepere verwerking van de lesstof stimuleren. ʽEen lang verhaal houden zoals ik nu doe, is meestal niet de beste oplossingʼ, aldus Wubbels. Leerlingen vooral lesstof laten memoriseren? Nee, beter van niet!

Het beste werkt het om leerlingen zelf met de leerstof aan de slag te laten gaan, liefst in groepjes. Zorg er dan wel voor dat ze niet teveel dingen tegelijk moeten doen en dat ze het ene blok of vak afmaken alvorens aan het andere te beginnen. En monitor dat. Met een verwijzing naar Montessori-onderwijs 'waar kinderen ook steeds grotere achterstanden krijgen', kreeg Wubbels de lachers op zijn hand.

Herkansingen aanbieden, terwijl je al aan nieuwe lesstof bent begonnen? Niet doen! Het suggereert dat een leerling het eerste blok niet zo goed hoeft op te letten en het leidt af bij het nieuwe blok.

Leraren die zich ergeren aan leerlingen die teveel tijd besteden aan bijbaantjes, sport en andere trivialiteiten, hielp Wubbels uit de droom. Niet zeuren, zei hij basically, de gemiddelde Nederlander wil parttime werken, de gemiddelde student en leerling wil parttime leren. Dat verander je niet, met andere woorden.

En meer contacturen, helpt dat dan? Wubbels' antwoord was genuanceerd. Op zich helpen meer contacturen, maar alleen als er een bekwaam leraar voor de klas staat met een goede mix van instructie, opdrachten en toetsen. Een leraar ook die vooral aandacht besteedt aan zijn relatie met de leerlingen.

Wubbels heeft sinds eind jaren tachtig wereldwijd naam gemaakt met zijn model voor interpersoonlijk gedrag, dat in veel talen (tot aan Mandarijn aan toe) is vertaald. Begonnen als vakdidacticus natuurkunde bewees hij al decennia geleden het belang van een goede relatie tussen leraar en leerling voor de beste leerresultaten. En hij besteedde veel aandacht aan het inzichtelijk maken van die relatie. Wat speelt daar allemaal en hoe kunnen we dat beïnvloeden?

Hij vertaalde de Roos van Leary, een communicatiemodel uit 1957 over gedragsrelaties, naar het onderwijs. Lerarengedrag kan de volgende kenmerken hebben: corrigerend, streng, leidend, helpend, vriendelijk, begrijpend, ruimte gevend, onzeker en ontevreden. In zijn onderzoek toonde Wubbels aan welke kenmerken van leraargedrag de prestaties van leerlingen positief beïnvloeden: leidend, helpend en vriendelijk. Nabijheid in vaktermen. Leerlingen gaan je vertrouwen.

Een goed begin is het halve werk
Wie erin slaagt een goede relatie op te bouwen met zijn leerlingen, beïnvloedt direct hun motivatie en hun time on task. Direct, zoals Wubbels nog maar eens benadrukte tijdens zijn afscheidscollege. En dat luistert nauw, want uit onderzoek van Tim Mainhard die bij Wubbels promoveerde, is gebleken dat de basis van die relatie eigenlijk al in de eerste les wordt gelegd en zeker in de eerste drie maanden die leraar en leerlingen samen in de klas doorbrengen. Een goed begin is het halve werk dus en niet zoals sommige leraren zeggen: Don´t smile till Christmas (met andere woorden: begin maar streng als je net voor de klas staat, dat is goed voor je autoriteit. Niet dus).

De school-Wubbels heeft de afgelopen jaren allerlei aspecten van de relatie leraar-leerling verder onderzocht en dat heeft geleid tot een behoorlijke body of knowledge over wat werkt in het onderwijs. Handig voor beginners die toch moeite hebben met die glimlach in de eerste maand. Want orde houden en goed beginnen worden nog al eens door elkaar gehaald door starters.

Hoe pak je het aan? Klassikaal lesgeven is niet handig, zoveel maakte Wubbels op vileine toon duidelijk. 'Dan moeten leraren gaan corrigeren en dan komen ze er niet aan toe hun vriendelijke kant te laten zien.' Hoe het dan wel moet? Reageer klein op kleine ordeverstoringen, maak oogcontact, probeer te letten op een vriendelijke uitstraling, wees voorspelbaar en zorg ervoor dat je jezelf niet teveel emotionele uitschieters permitteert. Word je een keer echt boos? Het vergroot je gezag misschien, maar de leerlingen zullen je als minder nabij ervaren en je minder vertrouwen. Gebeurt het te vaak, dan zal ook je gezag er onder gaan lijden en kun je in een negatieve spiraal raken met je klas.

De eerste keer
Wubbels oogt vrijwel nooit verontwaardigd. Woensdag 5 maart leek hij zich echter één keer echt op te winden. 'Onbegrijpelijk', zei hij, 'dat we in de lerarenopleidingen zo vaak tegen studenten zeggen tijdens hun eerste stage: "Ga het maar eens proberen", ónbegrijpelijk dat we niet trainen op die eerste les, terwijl we weten dat daar de relatie met de klas voor de rest van het jaar komt vast te liggen! Als het daar fout gaat, gaat de rest van het jaar fout.'

Zijn punt was duidelijk. Maar wat te doen als het fout lijkt te gaan? Valt er dan nog wat te repareren? Of als u dit stukje leest en denkt: ik wil graag beter kunnen opschieten met mijn leerlingen? Ook daar had Wubbels aan gedacht. Probeer leerlingen buiten de klas te ontmoeten. Dan is het soms makkelijker je vriendelijke kant te laten zien en dat is essentieel voor een goede relatie. Wees niet bang, want angst is contraproductief in een leraar/leerling-relatie. Zonder dat je erbij stil staat, ga je je agressief en controlerend gedragen en dat werkt niet. Bedenk waarom je wilt werken aan een betere relatie met je leerlingen. Die is van belang niet alleen om problemen te voorkomen, maar vooral voor je eigen welzijn. Je voelt je een stuk fijner in de klas en daar heeft iedereen wat aan: jijzelf, je leerlingen en uiteindelijk de hele school.

Eén ding was duidelijk na Wubbels afscheidscollege: we zijn nog lang niet uitgeleerd. De Utrechtse School van Wubbels is van essentieel belang voor het Nederlandse onderwijs. Dat lijkt iedereen ook te beseffen, getuige het slotapplaus dat Wubbels ten deel viel. Zoals op Twitter al voorspeld was: een afscheid van de Rolling Stones zal bleek afsteken bij dit afscheidscollege.

PS: Theo Wubbels is lid van de redactieadviesraad van Didactief.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent