Coöperatief leren op de Emmaus

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 08-12-2016
Samenwerkend leren is effectief. Leerlingen leren van en met elkaar. Maar hoe zet je dat in, in een klas met minstens 30 kinderen? Leraren geven collega´s tips in de huisacademie van de Lucas Onderwijsgroep, gewoon op een basisschool, op woensdagmiddag.

‘Op de Emmausschool in Leidschendam hebben we schoolbreed afgesproken welke werkvormen we in welke groepen gebruiken. Zo kun je als leerkracht voortbouwen op werk van je collega’s,’ vertelt Kees Welbedacht, leraar groep 1/2.

Samen met Sylvia Overwater geeft hij deze woensdagmiddag om 14.00 uur een workshop coöperatieve werkvormen. Vanochtend stond hij nog voor de klas voor de kleuters. Het publiek bestaat uit 26 leraren, vooral vrouwen. Ze werken allemaal bij Lucas Onderwijsgroep in Den Haag en omgeving – uitgezonderd een enkele verstekeling die met een vriendin is meegekomen. De workshop is onderdeel van het programma van de Lucas Academie.

Stille willy’s

Als Onderwater het thema introduceert, doet zij dat vanuit haar persoonlijke ervaring. ‘Ik sta in groep 8 en vond het soms best moeilijk om die beginnende pubers te motiveren. Maar met de structuur die coöperatieve werkvormen bieden, krijgen zelfs stille willy´s een enorme inbreng in projecten. Ze moeten iets en daar groeien ze van.’

Als er één ding duidelijk wordt deze middag is het dat coöperatieve werkvormen iets anders is dan een stel leerlingen aan een tafeltje zetten en zeggen: ga het maar samen doen. Op de Emmausschool is er een dikke klapper coöperatieve werkvormen in gebruik waar we vanmiddag mee aan de slag gaan. Om het ijs te breken, beginnen we met gekleurde sponsjes. Opdracht: loop door het lokaal en geef je sponsje aan een ander terwijl je je voorstelt. Meteen vallen de verschillen op: de een drukt een collega wat besmuikt een sponsje in de hand, de ander gaat high-five’nd de ruimte door. Als Welbedacht op zijn kleine gong slaat, moeten de kleuren bij elkaar gaan staan. Groen bij groen, et cetera.

samenwerken in de klasAan tafel gaan groepjes van eenzelfde kleur vervolgens de placemat-oefening doen. Schrijf in een vakje van de placemat wat je vandaag wilt leren. Als iedereen dat gedaan heeft, ga je met je tafelgroepje drie leerdoelen bepalen. Je kunt immers niet alles tegelijk: overleg en onderhandelen is noodzaak om tot een resultaat te komen. Het zal een uitdaging zijn in sommige klassen.

Hoewel de middag vooral praktisch is, bieden Welbedacht en Overwater voor ze verder gaan eerst een stukje ‘theorie’. Die legt wel meteen de valkuil van dit soort professionalisering bloot. Want hoe betrouwbaar is die theorie eigenlijk? Overwater en Welbedacht baseren zich onder andere op Spencer Kagan, een Amerikaanse goeroe die onder wetenschappers veel bekritiseerd wordt om zijn nadruk op onbewezen meervoudige inteligentie. Kinderen zouden bijvoorbeeld beter leren als ze ook mogen bewegen. Deze twee leerkrachten hebben geen enkele twijfel en gebruiken hersenplaatjes om te onderstrepen ‘dat het dus allemaal wetenschappelijk bewezen is’.

Daar zal niet iedereen het mee eens zijn. Vraag is hoe schadelijk zo’n theoretisch verhaal is. Feit is dat de aanwezige leraren veel verschillende werkvormen aangeleerd krijgen. Wat ze leerlingen ook laten doen, voorop staat dat alle kinderen gelijkelijk deelnemen aan de les, tegelijk aan het werk zijn, individueel aanspreekbaar zijn op wat ze doen en op een positieve manier van elkaar afhankelijk zijn.

Met stip op nummer 1 in de lijst werkvormen staat bij Welbedacht en Overwater mix & ruil: een soort memory met open kaartjes dat je kunt inzetten om woordjes te oefenen maar ook om rekenopgaven bij de juiste uitkomsten te zoeken of woordjes bij cijfers, noem maar op. Gouden tip van deze ervaren leraren: houd het kort, geef leerlingen maximaal een halve minuut bedenktijd. Zo komen nog stijgen & dalen voorbij (‘alle kinderen met geel in de hand gaan staan’), tafelrondjes (vorm een groepje van vijf en noem om de beurt een woord rond het thema herfst, een leerling schrijf ze op), mix & koppel (alle leerlingen krijgen kaartjes met keersommen en lopen door de klas, op een teken van de leraar zoeken ze een maatje dat dichtbij staat en stellen een vraag, de ander probeert te antwoorden, daarna wisselen ze om).

Er zijn ook energizers zoals Welbedacht en Overwater ze noemen. Ben je effe klaar met je klas? Speel ‘zeg wat ik zeg, doe wat ik doe’ en dan is de grap natuurlijk ‘zitten’ te zeggen, terwijl je ‘staan’ doet. Vrijwel alle leraren in deze groep trappen erin en liggen dubbel.

Toch liever leerstof inoefenen, laat leerlingen dan op krullenjacht gaan. Geef ze kaartjes met woorden of uitdrukkingen en als ze het goed kunnen uitleggen aan klasgenoten, krijgen ze een krul bij dat woord. Wie alle krullen verzameld heeft, krijgt een kleine beloning. ‘Is de taalzwakke leerling dan niet altijd de laatste?’, vraagt een van de deelnemers. Welbedacht en Overwater denken van niet. En met tweepraat dan, waar je bijvoorbeeld kinderen aan elkaar laat vertellen waar een boekje over gaat? ‘Dat zal niet lukken met Poolse kinderen in de klas?’, vraagt iemand. ‘En hoe doe je dat met kleuters?’ Het publiek is kritisch, maar Welbedacht en Overwater hebben ervaring en laten zich niet snel uit het veld slaan. Wat ze vooral meegeven is: laat je boek en je digibord eens los en varieer. Ze pretenderen zeker niet dat hun collega´s na deze middag alles anders moeten gaan doen, maar zeggen: dit is maar een introductie, verdiep je eens in wat je allemaal nog meer kan met de kinderen.

Waar de leraren die hier zitten het meest bang voor lijken, zijn rumoer en chaos. Hoe gaan Welbedacht en Overwater daar mee om in de klas? Overwater: ‘Geluid is acceptabel, maar ik probeer mijn leerlingen wel te leren dat we verschillende stemmen kunnen onderscheiden en die benoem ik ook in de klas: een liniaalstem – voor de leerling die naast je zit, de teamstem – voor je tafelgroepje, en de groepsstem als je iets moet presenteren voor de klas.’

En hoe voorkom je dat altijd dezelfde leerlingen met elkaar samenwerken? Het arsenaal aan combinaties dat Welbedacht en Overwater kunnen maken, blijkt eindeloos: combineer leerlingen op huisnummer (thuis), kleur truitje, maak schoudermaatjes, oogmaatjes, formeer een binnen- en een buitenkring en ga zo maar door.

Sommige leraren die hier vanmiddag zijn komen luisteren, zeggen: ‘Veel deed ik al, maar ik benoemde het niet zo.’ Enthousiast zijn ze in ieder geval allemaal. Energized verlaten ze de school om 15.30 uur, vol goede moed om de volgende dag al te beginnen. Met de mix & ruil natuurlijk.

Bronvermelding

1 Een verzameling van energizers en cooperatieve werkvormen
2 Werkvormen voor in de les

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent