Het overkomt elke leraar wel eens. Je leerlingen hebben een tijd in een groepje gewerkt en als het erop aankomt om cijfers te geven, komt je ter ore dat de samenwerking niet goed is verlopen. De leerlingen zijn boos op elkaar. Wat moet je nu met de beoordeling?
Voor veel leraren is het lastig om goed zicht te houden op samenwerking tussen leerlingen. En als dat wel lukt: waar let je dan op? Hoe ziet goed samenwerken er eigenlijk uit? En hoe kun je het bevorderen?
Leraren zetten samenwerkend leren veelvuldig in. Uit onderzoek blijkt dat dit, mits goed vormgegeven, bij kan dragen aan de leerprestaties van leerlingen.
Gemengde groepjes van jongens en meisjes presteren beter
Toch is dit slechts een deel van het verhaal: het laat zien dat samenwerkend leren effectief kan zijn, maar helpt ons niet om te begrijpen waarom dit het geval is. Daarvoor is onderzoek nodig dat de samenwerkingsprocessen tussen leerlingen bestudeert en probeert die in verband te brengen met leerprestaties. Dergelijk onderzoek in zowel het basis- als voortgezet onderwijs is geregeld uitgevoerd, en nu voor het eerst samengevat in een overzichtsstudie: De ‘black box’ van samenwerkend leren geopend.
In deze studie stonden twee vragen centraal:
Hoe beïnvloedt de didactische vormgeving van samenwerkend leren (bijvoorbeeld het groepsdoel of de groepssamenstelling) de samenwerkingsprocessen tussen leerlingen?
Hoe beïnvloeden samenwerkingsprocessen tussen leerlingen de leeropbrengsten van samenwerkend leren?
In totaal kwamen er 124 studies in aanmerking voor deze meta-analyse. De belangrijkste uitkomst is dat het goed voorbereiden van leerlingen op samenwerkend leren essentieel is. Leraren kunnen leerlingen bijvoorbeeld laten oefenen in bepaalde samenwerkings- of sociale vaardigheden door met ze te discussiëren over welke afspraken van belang zijn voor goede samenwerking. In de discussie leren leerlingen redenen te geven voor hun opvattingen. Vervolgens kunnen ze met de afspraken oefenen, ze in eigen woorden opschrijven, en de resulterende lijst in de klas ophangen ter herinnering.
Ook het formuleren van een duidelijk groepsdoel blijkt van belang voor het stimuleren van een goede samenwerking. Een groepsdoel (bijvoorbeeld: ‘Iedereen moet deze week beter presteren dan vorige week’) creëert wederzijdse afhankelijkheid tussen leerlingen. Dit kan er onder meer voor zorgen dat ze tijdens het samenwerken taakgerichter bezig zijn en vaker op elkaar reageren door uitgebreide hulp en uitleg te geven.
In de literatuur over samenwerkend leren wordt vaak geadviseerd te werken met heterogene groepen. Daarbij ligt vooral de nadruk op groepen die heterogeen zijn wat betreft het prestatieniveau van de leerlingen. Uit onze meta-analyse blijkt echter niet dat deze heterogeniteit bijdraagt aan effectievere samenwerkingsprocessen (maar deze ook niet in de weg staat).
Gemengde groepjes samenstellen met meisjes en jongens heeft daarentegen wel aantoonbaar effect: de samenwerking wordt effectiever.
Ons onderzoek geeft ook antwoord op de vraag welke processen tijdens samenwerkend leren bijdragen aan de leerprestaties van leerlingen. Ten eerste is dit – niet geheel onverwacht – wanneer leerlingen bezig zijn met het bespreken van de inhoud van de taak. Voorbeelden hiervan zijn: het bespreken van concepten, het stellen van inhoudelijke vragen en het uitleggen van begrippen aan de ander.
Uit ons onderzoek blijkt dat het daarnaast niet alleen van belang is waarover de leerlingen praten, maar dat ook telt hoe zij dat doen. Het is belangrijk dat de interactie een hoge mate van ‘elaboratie’ bevat. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer leerlingen reageren op de ander door uitgebreide hulp of uitleg te geven: ze geven niet slechts antwoord op een vraag, maar vertellen daarbij ook wat de redenering achter dit antwoord is.
Ook is het van belang dat de samenwerking taakgericht is. Dit is het geval wanneer de leerlingen de taak inhoudelijk bespreken, maar ook wanneer ze spreken over de voortgang van de taak of strategieën bespreken waarmee ze de taak het beste kunnen aanpakken.
Tijdens het begeleiden van samenwerkend leren blijft de rol van de leraar belangrijk. Het is verstandig om leerlingen te stimuleren om de inhoud van de taak te bespreken. Het hoeft overigens helemaal niet erg te zijn als leerlingen af en toe over ander zaken dan de opdracht spreken. Gezelligheid kan de sfeer in de groep vergroten. Maar bespreking van de inhoud dient prioriteit te hebben.
Daarnaast is het wenselijk dat leerlingen tijdens het samenwerken uitgebreide uitleg aan elkaar geven. Wanneer ze de neiging hebben om vooral pasklare antwoorden te geven, is het verstandig om in te grijpen en leerlingen aan te moedigen om uitgebreider te reageren.
Deze reviewstudie is mogelijk gemaakt door een subsidie van NWO. Neem voor meer informatie contact op met Jeroen Janssen, [email protected], of kijk op www.projectsamenwerkendleren.nl.
Dit artikel is verschenen in Didactief, juni 2014
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven