Stijl of geen stijl?

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 03-04-2012
Paul Kirschner - Nee, dit stukje gaat niet over een website of over mode. Het gaat over een zeer logisch klinkend, maar onbewezen idee in onderwijskringen, namelijk dat er leerstijlen te onderscheiden zijn en dat er iets te winnen valt als je daar als docent rekening mee houdt.

Wat is een leerstijl? Simpel gezegd: een persoonskenmerk dat te maken heeft met hoe je leert (of studeert). Het is, zogenaamd, jouw voorkeurmanier van leren met als onderliggend idee dat die keurmanier voor jou ook de beste is. Klinkt goed, toch? Maar als dit waar zou zijn, zou dit ook kunnen betekenen dat bijvoorbeeld jouw eetvoorkeuren (dus, als je op de meeste mensen lijkt, vet, zout en/of zoet) ook het meest gezond voor jou is. Dick Clark schreef al in 1989 over de ‘mathemathantische’ (letterlijk: het leren dodende) effecten van een leerstijlgebaseerde didactiek en liet zien dat die zeer destructief kan zijn.

Hoe kom je erachter wat iemands leerstijl is? We kunnen niet in de hersens van mensen kijken en zien wat ze denken en doen terwijl ze leren. Daarom vragen we de mensen zelf – al dan niet met vragenlijsten – hoe ze menen dat zij leren. Helaas blijkt zo’n ‘zelfrapport’ weinig betrouwbaar. Wetenschappelijk gezegd: er is geen correlatie tussen wat mensen zeggen dat zij doen en wat zij werkelijk doen (zie Busato c.s., 1995; Hamaker, 1999). Als wij echt in staat waren om zoiets te doen, waren proefwerken overbodig. Wij konden gewoon aan mensen vragen hoe goed zij ‘meenden’ te hebben geleerd en dan hen een cijfer daarvoor geven.

Er is een geweldig artikel in Psychological Science in the Public Interest getiteld ‘Learning Styles: Concepts and Evidence’. Hierin maken vier zeer vooraanstaande wetenschappers korte metten met ongeveer alle onderzoek naar leerstijlen en onderwijs. Eerst leggen zij uit waar goed onderzoek aan zou moeten voldoen om überhaupt te kunnen bewijzen dat er een verband is tussen ‘leerstijlen’ en onderwijsaanpak om vervolgens te constateren dat leerstijlenonderzoek daaraan bijna nooit voldoet! Ik citeer: ‘Hoewel de hoeveelheid literatuur over leerstijlen immens is, zijn er nauwelijks studies die een methodologie gebruiken waarmee je de validiteit kunt bewijzen van het toepassen van leerstijlen in het onderwijs. En de weinigen die dat wel doen, komen vaak tot tegenovergestelde resultaten dan verwacht of gehoopt.’ Hun conclusie: er is ‘ op dit moment geen voldoende bewijs voor het incorporeren van leerstijlen in het onderwijs’.

Auteurs van twee recentere artikelen in de British Journal of Educational Technology - Eyoboglu en Orhan over navigatiepatronen in hypermedia en Zacharias over de rol van de Kolb-leerstijlen (convergeerders, divergeerders assimileerders, accomodeerders) op leren van webgebaseerde cursussen – gingen ervan uit dat de kenmerken van de leerders een rol zouden spelen bij het leren. Ze vonden echter ‘geen significante verschillen tussen groepen in wat en hoeveel er geleerd werd’. Het leren noch het navigatiegedrag bleek afhankelijk van de cognitieve stijl – verbaal vs. visueel en holistisch vs. analitisch – van lerenden!

Tot slot, ook als leerstijlen er wel toe zouden doen – hebben wij daar dan iets aan? Stel dat er werkelijk bewezen visualiseerders, verbaliseerders, holisten, serialisten, diep- en oppervlakkige leerders, Kolb-achtige leerders (zie boven), Vermunt-achtige leerders (doeners, dromers, denkers, beslissers), en veldafhankelijke of veldonafhankelijke leerders zijn. En dat er ook geëigende manieren waren voor passende instructie. Dan hebben wij het over 2x2x2x4x4x2 oftewel 256 verschillende soorten lerenden met soms haaks op elkaar staande instructiewensen! En het kan nog erger: Coffield c.s. (2004), die 3800 verwijzingen van leerstijlen en onderwijs hebben bekeken, beschrijven 71 verschillende leerstijlschema’s. Als zij allemaal tweezijdig zijn (dichotoom en niet een continuüm) hebben wij het over 271 verschillende soorten lerenden en dus evenveel verschillende soorten onderwijs om te zorgen dat zij allemaal aan hun trekken komen. Ga er maar aan staan!

Paul Kirschner, hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, kiest tweemaandelijks de pareltjes uit recent onderzoek. De besproken onderzoeken zijn te vinden op http://www.didactiefonline.nl  Volg Paul ook pp Twitter: @P_A_Kirschner

Dit artikel verscheen in Didactief, april 2012.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent