Ook zouden toetsen later op de dag ingeroosterd moeten worden. Dit om het 'benadelen van avondtype-leerlingen tegen te gaan'. Dat vond ik meer dan een beetje raar. De onderzoekers hadden namelijk niet gekeken naar de effecten van schooltijden op het leren, maar naar het effect van de tijd van toetsafname op leerlingen. Bovendien vonden ze een correlatie en dus geen oorzakelijk verband. Als het onderzoek iets ondersteunt, is het hooguit dat we nader onderzoek moeten doen naar de tweede helft van het advies, namelijk het mogelijk later plannen van toetsen.
Slaaptekort, zo weten we al uit onderzoek, is nadelig voor de concentratie en het reactievermogen. Helaas, terwijl adolescenten circa negen uur slaap per nacht nodig hebben, haalt ruim de helft minder dan zeven uur. Dit slaaptekort heeft een duidelijk negatief effect op het leren en de schoolprestaties.
Wat moeten wij hieraan doen? Een vaak gehoorde oplossing (bijvoorbeeld van het Amerikaanse onderzoeksinstituut National Sleep Foundation) is later beginnen met school. Maar in welke klas begin je daarmee? De meeste eersteklassers hebben de hormonale veranderingen die 'slaapproblemen' lijken te veroorzaken, nog niet ervaren. Zij kunnen dus gewoon vroeg beginnen? De meeste derdeklassers daarentegen ondervinden wel de last van razende hormonen en dus moeten wij hen twee uur later laten beginnen? En wat te doen met de tweede klas? Voeg hieraan toe de grote verschillen in biologische rijping tussen leerlingen. En tot slot, ook onder scholieren heb je ochtend- en avondmensen. Als de schooldag later begint, benadelen wij dan de ochtendleerlingen niet?
Joke Meijer, hoogleraar neurofysiologie, schreef in NRC Handelsblad dat het veranderen van schooltijden zinloos is, omdat het effect gering is en van zeer korte duur. Zij vergelijkt het met de overgang van zomer- naar wintertijd. Even is het 'later opstaan' een verademing voor avondmensen, maar na enkele dagen verdwijnt dit voordeel, omdat zij aan de wintertijd gewend zijn geraakt. Je zou eigenlijk bij deze gewenning opnieuw de tijden moeten verzetten.
Wat is dan een oplossing? Terug naar het Groningse onderzoek. Wat de onderzoekers onderzochten en ook vonden, betrof de toetsresultaten van ochtend- en avondleerlingen op verschillende momenten. Zij kwamen erachter dat ochtendtypes geen nadeel hadden als de proefwerken in de vroege middag (tussen 12:45 en 15:00 uur) afgenomen werden, terwijl avondtypes veel lager scoorden op een proefwerk in de ochtend. Zij speculeren dat dit het gevolg is van de 'algemene aandacht- en leernadelen' die avondtypes ondervinden bij onderwijs dat vroeg begint. Hoewel zoiets mogelijk het geval is, hebben zij dit helaas niet bestudeerd en dus is hun advies zoals gezegd voorbarig.
Een tweede oplossing is om te zorgen dat leerlingen slaap van hoge kwaliteit krijgen. Helaas is dit niet vanzelfsprekend. Veel jongeren nemen hun mobiele apparaten (smartphone, tablet, etc.) mee naar de slaapkamer. Deze apparaten geven 'blauw licht' af. Dit soort licht onderdrukt de productie van melatonine wat invloed heeft op het slaap-waakritme. Onderzoekers van Harvard University bestudeerden de effecten van het lezen van een boek op een elektronisch apparaat met het lezen van dezelfde tekst uit een boek vier uur voor het slapen gaan. Het kostte de tabletlezers meer tijd om in slaap te vallen, ze waren veel alerter en hadden een mindere slaapkwaliteit (minder REM-slaap). Verder, werd hun circadiaanse ritme (biologisch ritme met een cyclus van een dag) met meer dan een uur uitgesteld. Het gevolg was dat zij 's ochtends slaperiger en minder alert waren, ook na acht uur slaap, dan de boeklezers.
Dus, om collega Meijer te parafraseren: slaaptekort onder jongeren is echt een probleem, maar het veranderen van de schooltijden is niet de oplossing.
Dit artikel is verschenen in Didactief, april 2015.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven