Helaas heeft het onderwijs in de afgelopen decennia zich steeds meer gericht op het aanleren van zogenoemde 21e-eeuwse vaardigheden zoals probleemoplossen, communiceren, samenwerken en kritisch denken in plaats van op vakinhoud (waarover je een probleem moet oplossen, waarover je moet communiceren, waaraan je moet samenwerken, en waarover je kritisch moet denken). En dat terwijl ongeveer alle onderzoek ondubbelzinnig aantoont dat dit niet effectief is. Alle denken, niet alleen kritisch denken, is vakgebonden. Kritisch denken in geschiedenis vereist andere kennis en vaardigheden dan kritisch denken in natuurkunde. Zonder een solide basis van vakkennis blijven abstracte denkvaardigheden oppervlakkig en nagenoeg niet toepasbaar.
Een van de kernpunten van het boek is dat kennis de basis is. Dit komt door de manier waarop onze hersenen informatie verwerken. Ons werkgeheugen is zeer beperkt in inhoud en tijd: we kunnen slechts een paar nieuwe feiten tegelijk onthouden voor een zeer korte tijd. Daarentegen is ons langetermijngeheugen onbeperkt in inhoud en tijd. Dit geheugen stelt experts in staat om snel complexe problemen te zien, te analyseren en op te lossen. Dit verklaart waarom experts niet alleen beter denken, maar vooral sneller en efficiënter werken in hun vakgebied dan leken.
Zonder achtergrondkennis raakt leerling snel cognitief overbelast
Zonder voldoende achtergrondkennis raakt een leerling snel cognitief overbelast. Wanneer je te weinig weet over een onderwerp, besteed je al je kostbare denkcapaciteit aan het begrijpen van de basis, waardoor er geen ruimte overblijft voor diep nadenken.
Het boek presenteert drie perspectieven op het belang van kennis:
Cognitief. Kennis verlicht de cognitieve last, waardoor nieuwe informatie makkelijker verwerkt wordt en kritisch denken mogelijk wordt;
Sociologisch. Een kennisrijk curriculum vergroot gelijkheid omdat het alle leerlingen een gedeelde kennisbasis biedt;
Democratisch. Kennis is essentieel voor een goed functionerende samenleving omdat burgers goed geïnformeerde beslissingen moeten (kunnen) nemen.
Een belangrijke misvatting is dat als je leerlingen denkstrategieën aanleert zoals samenvatten, hoofdpunten identificeren enzovoorts ̶ ze deze automatisch kunnen toepassen in elk vakgebied. Wat je ze aanleert is een procedure; een vaardigheid betekent dat je een procedure goed kan uitvoeren en hiervoor heb je inhoudelijke kennis nodig. In werkelijkheid werkt kritisch denken altijd binnen een specifiek vakgebied.
De auteurs brengen drie punten hierover naar voren. Om te beginnen, leesstrategieën helpen niet als je de inhoud niet begrijpt. Strategieën zoals ‘zoek het hoofdidee’ zijn nutteloos als je de onderliggende concepten niet kent. Voeg hieraan toe dat probleemoplossende vaardigheden nauwelijks over te dragen zijn van het ene naar het andere vakgebied. Het oplossen van een natuurkundig vraagstuk vereist diepgaande kennis van natuurkunde, niet alleen algemene probleemoplossingsprocedures. Ten slotte, leren ‘hoe te denken’ is niet hetzelfde als leren ‘waarover te denken’. Generieke denkoefeningen hebben weinig effect als ze niet gekoppeld worden aan inhoudelijke kennis.
Vaardigheden en kennis staan niet los van elkaar
De kernboodschap is dat vaardigheden en kennis niet los van elkaar staan. Een goed curriculum bouwt inhoudelijke kennis systematisch op, zodat leerlingen steeds complexere denkvaardigheden kunnen ontwikkelen.
Goed curriculum voorkomt opbouw fragmentarische kennis
De auteurs stellen dat een goed curriculum aan vier voorwaarden moet voldoen:
Duidelijkheid. Leerlingen moeten precies weten welke kennis en vaardigheden ze onder de knie moeten krijgen;
Coherentie over jaren. Nieuwe kennis moet voortbouwen op eerder geleerde kennis, zodat leerlingen complexe concepten kunnen begrijpen;
Coherentie tussen vakken. Kennis moet niet geïsoleerd worden aangeboden; vakken moeten op elkaar aansluiten en verbanden leggen;
Diepgang. Liever een paar onderwerpen grondig behandelen dan veel onderwerpen oppervlakkig aanstippen.
Een goed curriculum voorkomt dat leerlingen fragmentarische kennis opbouwen (feitjes) zonder een samenhangend beeld. Een goed curriculum zorgt ook dat docenten weten wat hun leerlingen kennen en kunnen!
In plaats van vaardigheden en kennis als tegengestelden te zien, moeten we erkennen dat vaardigheden voortkomen uit kennis. Daarom roept dit boek beleidsmakers en docenten op om kennis weer centraal te stellen in het onderwijs. Door een curriculum te ontwerpen dat kennis systematisch opbouwt, kunnen we leerlingen niet alleen leren denken, maar leren diep en betekenisvol te denken.
Surma, T,…Kirschner, P.A. (2024). Developing Curriculum for deep thinking: The knowledge revival. Springer.
Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België). Scan de code voor de online versie met de bronnen.
Deze column is verschenen in Didactief, april 2025.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven