Padumbo’s

Tekst Jo Kloprogge
Gepubliceerd op 12-05-2005
Jo Kloprogge - Met regelmatige tussenpozen van zo'n anderhalf jaar verschijnen er berichten in de krant dat de kwaliteit van de Pabo's niet deugt. Dat gaat nu al ruim 25 jaar zo.

Hoewel we de lat der verwachtingen steeds lager leggen, lukt het de Pabo's toch er alsmaar over te struikelen. De ambities ten aanzien van rekenvaardigheden van Pabo-abituriënten zijn al lang ten grave gedragen. Ik herinner me nog de wanhopige blik van een voormalig staatssecretaris op onderwijs toen we het onderzoekprogramma van het departement doornamen. 'Kunnen we ook eens kijken naar wat ze op de Pabo leren?', vroeg hij. 'Mijn neef studeert daar nu, maar een eenvoudig sommetje kan hij echt niet aan,'

Over de taalvaardigheden van Pabo-studenten heb ik geen recente gegevens beschikbaar. Maar het aantal taalfouten in sollicitatiebrieven van aankomende leerkrachten is volgens ingewijden nog steeds zeer groot. Basisscholen vragen daarom vaak om enthousiaste leerkrachten in hun advertenties. Wie dat is en het foutloos kan opschrijven, maakt al een aardige kans om voor de klas te komen.

Interessant wordt het als we straks een culturele canon in het onderwijs gaan invoeren. In verband met de vrijheid van onderwijs en de autonomie van de school, zal elke leerkracht de gelegenheid krijgen om die canon grotendeels zelf in te vullen. De kans dat er op school aandacht wordt gevraagd voor Jan Pietszoon Sweelinck of Willem Breuker is gelijk nihil. Frans Bauer en André Hazes zullen samen het muziekdeel voor de canon voor hun rekening nemen. De Nederlandse schilderkunst zal in de canon gerepresenteerd worden door de zigeunerinnetjes en een enkele Anton Pieck, deze laatste vooral rond de kerst. En Annie M.G. Schmidt zal in haar eentje literair Nederland in de canon representeren.

Ik weet niet of de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur beseffen welke risico ze hebben genomen door de culturele canon te adviseren. Dankzij de komende generatie Padumbo's zou er in de praktijk wel eens een canon tevoorschijn kunnen komen, die een geheel eigen kijk geeft op de Nederlandse cultuurgeschiedenis. Is dat allemaal erg? Ach, als een of twee generaties kinderen met een dergelijke canon zijn opgegroeid, weet niemand meer beter. Wie weet dan nog wie Rembrandt was en wie mist Mulisch, behalve enkele overjarige aow'ers met haast vervlogen herinneringen. Misschien dat de vaktijdschriften nog enig tegenwicht bieden, denk je dan. Maar ik hoorde laatst dat in veel lerarenkamers de Story al het meest gelezen blad is, dus dat zal ook wel ijdele hoop zijn.

Inmiddels heb ik nog niet veel reacties gezien uit Pabokringen die wijzen op enig besef dat er iets aan de hand zou kunnen zijn. Bevreemding, verongelijktheid, en ontkenning komen eruit naar voren. Het is dus wachten op het volgende vernietigende onderzoek of rapport. Misschien moeten we de huidige Pabo's maar uit de onderwijscanon van ons land schrappen.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent