En de economie werd ontmaskerd als een pseudowetenschap die op zijn best halfintelligente borrelpraat oplevert. Het meest vermakelijk vond ik dat een door de media tot topeconoom uitgeroepen hobbykok voor de camera een paar eieren in de pan klutste. Dat je die er na het klutsen niet meer uit kan halen, moest het ultieme bewijs zijn dat de euro definitief is en we de gulden nooit meer terug krijgen. Ik had graag het tegenbewijs geleverd door op tv een pan soep met balletjes te maken en te laten zien dat je die balletjes, mits ze een beetje stevig zijn, er best uit kunt lepelen. Dus de gulden kan heel goed weer terugkomen.
Het gevolg van dit soort zaken is dat het vertrouwen in de wetenschap afneemt. Eén argument dat tegenwoordig vooral door sommige politici wordt genoemd, is dat onderzoekers elkaar altijd tegenspreken. Dat zegt natuurlijk meer over domheid bij deze politici dan over de kwaliteit van het onderzoek. De tegenstellingen tussen onderzoekers leiden er juist toe dat we geleidelijk meer kennis ontwikkelen en toepassen. Dat die niet tot absolute zekerheden leidt, kun je jammer vinden, maar het is nu eenmaal zo. Niets is definitief en dat geldt ook voor wetenschappelijke uitspraken. Je moet er echter op kunnen vertrouwen dat onderzoek eerlijk wordt uitgevoerd en gerapporteerd en dat wetenschappers een onderscheid maken tussen wat ze op basis van kennis kunnen beweren en wat gewoon hun privémening is.
Het onderwijsonderzoek had gelukkig niet veel last van dit soort problemen. Er wordt naar mijn oordeel door veel relatief jonge onderzoekers heel goed werk geleverd. Verheugend is dat ze steeds vaker naar andere methodieken zoeken dan de eeuwige vragenlijsten. Maar ook boven het onderwijsonderzoek pakken donkere wolken zich samen. Het plan om een nieuwe bureaucratie te bouwen om het onderzoek te ‘regisseren’, heeft in de achterkamertjes vorderingen gemaakt. In de voorkamertjes wordt er vooral schamper over gedaan en niemand met enig historisch besef ziet er iets in. Maar ja, de politiek volgt graag kromme wegen.
Een nog groter probleem is dat de medewerking aan onderwijsonderzoek steeds verder terugloopt. Schoolbesturen, directies en leerkrachten zijn nauwelijks nog bereid aan onderzoek mee te werken. De responspercentages liggen doorgaans onder de 20%. Hoewel best te begrijpen is dat niemand erop staat te wachten om voor de zoveelste keer een prutvragenlijst in te vullen, wordt belangrijk onderzoek zo onmogelijk gemaakt. Dat snijdt op den duur in eigen vlees. Misschien kan NWO of wie dan ook eens een initiatief nemen om dit probleem aan te pakken. Of vindt men het daar prima dat het onderzoek de put in gaat?
Deze column verscheen in Didactief, maart 2012.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven