Hansworstisering?

Tekst Jo Kloprogge
Gepubliceerd op 29-03-2005
Jo Kloprogge - In april 2004 wijdde de International Herald Tribune een artikel aan het succes van de scholen in Finland in internationale vergelijkingen.

Finland scoort namelijk altijd in de top bij deze onderzoeken, ongeacht of het gaat om taal, wiskunde of natuurwetenschappen. Nu is Finland een land met een kleine, vrij homogene bevolking, is die bevolking vrij welvarend en verloopt het lesgeven blijkbaar erg soepel. Dat werkt goed uit op de onderwijsprestaties. Maar het formele onderwijs begint laat, als de kinderen zeven jaar oud zijn (zij het dat bijna iedereen de voorschool volgt), de investeringen in onderwijs zijn niet hoog, en een gemiddelde klas telt rond de dertig leerlingen. Hoezo kan het Finse onderwijs dan zo goed zijn? Volgens deskundigen kan dat alleen te maken hebben met de kwaliteit van de leerkrachten. Die zijn in Finland goed opgeleid en hebben veel status. Op de vraag wat zij later willen worden, antwoorden de meeste Finse pubers dat leerkracht hun favoriete beroep is.

Het is niet nieuw om te poneren dat de kwaliteit van de leerkracht cruciaal is voor goed onderwijs, net zo min als het nieuw is om te wijzen op het belang van goede methoden. Maar het is in dat licht wel opmerkelijk dat in Nederland de bewuste degradatie van het leraarschap zoveel steun krijgt. Steeds meer hoor ik dat leerkrachten vooral procesbegeleiders moeten worden, die het kind sturen in zijn ontwikkeling. Kennis van het vak en kennis van didactiek schijnt daarbij vrij overbodig te zijn. De leerkracht wordt een schimmige figuur naast al die andere afstemmers en coördinatoren. De leerkracht wordt iemand die begeleidt en zorgt, ondersteunt en verwijst (en straks kreunt en vergrijst?). Er hoeft niet veel te gebeuren of de leerkracht wordt een hansworst, die van duizend dingen een beetje weet heeft, maar geen gedegen vakkennis meer heeft, geen les meer kan geven, geen kinderen meer enthousiast kan maken. De Finnen kunnen met veel vertrouwen de ontwikkeling van hun economie tegemoet zien. Zij kunnen rekenen op een goed opgeleide nieuwe generatie, terwijl bij ons het brood straks moet worden verdiend door een aan begeleiding verslaafd gemaakte jeugd. Ik weet wel waar het straks goed gaat en waar niet. Nederland ligt aan de voeten van Rousseau, die stelt dat de educatie voortkomt uit een intern ontwikkelingsproces van kinderen dat zich ontvouwt in een ondersteunende omgeving. Pal daartegenover staat Plato, die het omgekeerde predikt. Kennis stuurt de ontwikkeling, want het opdoen van hoogwaardige kennis leidt tot vooruitgang in de ontwikkeling.

De waarheid zal hier zoals zo vaak wel een beetje in het midden liggen, maar wat mij betreft meer aan de kant van Plato dan aan die van Rousseau. Ik zie wel enige ruimte voor de procesbegeleidende pedagoog in het onderwijs, maar zet mijn kaarten voor de toekomst toch liever op de leerkracht met kennis van het vak, die zijn didactiek beheerst en eigenwijs durft te zijn.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent