Liever papier en pen

Tekst Jacques Dane
Gepubliceerd op 27-01-2022
Het gerikketik en gepiep van griffels op leien klonk oorverdovend in de klaslokalen. Maar leraren en de inspectie zagen weinig heil in dit schrijfgerei.

Het Onderwijsmuseum heeft een heus ‘schrijfpaleis’. In een witte carrousel met spiegels en schoolbankjes kunnen bezoekers met kroontjespen en inkt schrijven. Vooral voor kinderen is dit een feest. Geconcentreerd, soms met het tongpuntje uit de mond, krassen ze hun naam op het gelinieerde papier. In de schoolbankkastjes liggen ook griffels en leien. Hiermee schrijven is een andere ervaring. Geen gelijkmatig krassend geluid, maar het gerikketik van een schrijfstift (de griffel) op een dunne plaat leisteen. Geen inktvlekken. Schrijffouten kunnen meteen worden verbeterd: gewoon met een natte wijsvinger uitwissen.
Omdat er geen papier en inkt aan te pas komen, is dit verdwenen schrijfmiddel vanuit een hedendaags perspectief goedkoop en duurzaam. Desalniettemin zijn lei en griffel al decennialang uit het onderwijs verbannen. Waarom eigenlijk?


Stijve schrijfhand

In negentiende-eeuwse handboeken voor schrijfonderwijs staat gedetailleerd beschreven hoe lei en griffel gebruikt moeten worden. De houding en wijze van schrijven is hetzelfde als die bij papier en pen: ‘Hierbij wordt de top van den middelsten vinger op drie Nederlandsche duimen afstands boven de punt der griffel gehouden, welke steeds puntig moet zijn.’ Het gerikketik en gepiep van veertig met griffels op leien schrijvende kinderen klonk oorverdovend. Maar hier was een probaat middel tegen. Leg de griffels vóór het gebruik vierentwintig uur in zout water: zo worden ze zacht en piepen ze niet meer.
Hoe wijdverspreid lei en griffel ook waren, leraar schoonschrijven P.H. van Gestel veroordeelde het schrijven ermee als een noodzakelijk kwaad: ‘Men moet ze zoo spoedig mogelijk vervangen door papier en pen. Eene stijve schrijfhand is gewoonlijk ’t gevolg van ’t schrijven met den griffel. Dit mag dan ook nooit langer dan een half uur plaats hebben, daar de groote drukking noodig om de griffel duidelijk af te doen geven op de lei, zeer vermoeit.’
De griffel was meestal te hard en vaak slecht gepunt. Dit laatste zorgde ervoor dat letters breed en vaag werden. Zernike’s Paedagogisch woordenboek (1905) was onverbiddelijk: ‘Dit alles maakt, dat het kind de oogen dicht naar de lei brengt, wat het optreden van bijziendheid bevordert. Daar het ook nog moeilijk is de griffel in den goeden stand te houden, wordt door veelvuldig schrijven op de lei de schrijfhand bedorven, zoodat het om hygiënische en paedaegogische redenen beide wenschelijk zou zijn de lei uit de school te bannen.’
 

Economische crisis

Ook de onderwijsinspectie zag nauwelijks heil in het schrijfgerei. In de verslagen maakten inspecteurs gewag van het feit dat het schoolwerk op de lei niet goed nagekeken en gecorrigeerd kon worden. Ook het schoonmaken met een natte wijsvinger vond men vies en onhygiënisch. In het verslag over het schooljaar 1911-1912 noteerde men dat het te hopen is ‘dat de dag niet ver verwijderd moge zijn waarop de laatste lei uit de lagere school zal verdwenen zijn, want aan het gebruik daarvan zijn niet dan nadeelen verbonden zonder een enkel voordeel’.
Soms ging het enkele jaren goed en leerden alle schoolkinderen met kroontjespen en inkt schrijven. Maar in tijden van economische crisis en oorlog – met als gevolg inkt- en papierschaarste – haalden onderwijzers de op schoolzolders opgeborgen leien en griffels weer tevoorschijn. Na de Tweede Wereldoorlog verdween dit schrijfmiddel voorgoed uit het onderwijs. Uiteindelijk kregen de stevig bekritiseerde lei en griffel een vorstelijke plaats in het schrijfpaleis van het Onderwijsmuseum.

Jacques Dane is hoofd collectie en onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht.


Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2022.

 

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent