Laten zien werkt beter dan beschrijven

Tekst Christian van Houwelingen en Jacques Dane
Gepubliceerd op 01-04-2025
Hoe behandel je het Israëlisch-Palestijns conflict in de klas? Waar ligt de grens tussen kritiek en discriminatie? Hoe kan een leerkracht het beste reageren op islamofobie en antisemitisme bij leerlingen? Ruim een eeuw geleden speelden deze ingewikkelde vragen bij het nieuws nog geen rol. Op protestants-christelijke scholen was Palestina wel onderdeel van wat destijds ‘Bijbelsche geschiedenis’ en ‘Bijbelsche aardrijkskunde’ werd genoemd. Hoe zat dat? 

Klassenfoto

Op een klassenfoto uit 1926 hangt de Nieuwe schoolkaart van Palestina (1904) aan de muur. Onder deze geografische kaart, leermiddel bij het vak Bijbelsche geschiedenis, staat het Utrechtse schoolhoofd W.G. van de Hulst (1879-1963), in protestants-christelijk kring een bekend auteur van kinderboeken en lesmethodes. Waarom stond Palestina op het curriculum?

Klassenfoto met Utrechts schoolhoofd W.G. van de Hulst onder (rechtsboven) de Nieuwe schoolkaart van Palestina. Collectie Utrechts Archief.

In zijn studie over Bijbelsche geschiedenis (1921) noteerde Van de Hulst dat dit vak voor de  christelijke school hetzelfde is ‘wat voor ons leven ons hart is’. Bijbelkennis, zo stelde hij, is van levensbelang. Bijbelse archeologie en kennis over de zeden en gebruiken in Palestina zorgen ervoor, aldus Van de Hulst, dat leerlingen het Oude en het Nieuwe Testament beter zullen begrijpen. Waarom werd de Bijbel in de klas behandeld?

Sinds de invoering in 1848 van wat tegenwoordig bekend staat als ‘onderwijsvrijheid’, artikel 23 van de Grondwet (iedereen mag een school oprichten en deze naar eigen overtuiging inrichten), kunnen protestants-christelijke, rooms-katholieke en scholen met een andere religieuze identiteit hun eigen invulling geven aan godsdienstonderwijs. In de collectie van het Onderwijsmuseum is dit terug te zien in het grote aantal series schoolplaten, modellen (zoals een schaalmodel van Jezus’ rotsgraf) en lesmethodes voor de vakken Bijbelse geschiedenis en Bijbelse aardrijkskunde. 

Sfeer scheppen

Van de Hulst maakte onderscheid tussen het vertellen van Bijbelse verhalen en het behandelen van de cultuurhistorie van het Oude en het Nieuwe Testament. Het ene mocht het andere niet in de weg zetten. Het was beter een Bijbelse vertelling niet te onderbreken door het tonen van een plaat of een kaart om feiten te behandelen, omdat dit de sfeer in de klas niet ten goede kwam. Vertellen, boeiend vertellen – sfeer scheppen in de klas – was volgens Van de Hulst een essentiële vaardigheid om leerlingen mee te nemen in de gewijde boodschap van de Bijbel.

Het gebruik van schoolplaten, geografische kaarten en modellen was in zijn ogen iets anders dan vertellen. Een aparte les over de cultuurgeschiedenis van Palestina zou ervoor zorgen, dat met behulp van feiten over het land en de mensen van de Bijbel de vertelling – de Bijbelse boodschap – juist beter begrepen wordt. Iets laten zien – gereedschap, kleding, wapens, een stad – was in Van de Hulsts ogen beter dan het te beschrijven.

Op de vraag waaraan een goede schoolplaat moet voldoen, formuleerde Van de Hulst een duidelijk antwoord: ‘Ik voor mij vind goede, sober gehouden platen, die aan aesthetische eischen voldoen, en waarin men iets, iets ook maar van den harteklop van den kunstenaar voelt, een niet genoeg te waardeeren hulpmiddel bij onze Bijbelles.’ 

   

Twee maal ‘Een straat in Jeruzalem’ van schilder Ludwig Blum. Links het ‘artistieke schilderij’ (Collectie Matsart Auctioneers & Appraisers, Jerusalem, Israel) en rechts de ‘didactische schoolplaat’ (Collectie Nationaal Onderwijsmuseum, Dordrecht).

Lyrisch over Blum

Over de serie Palestina in woord en beeld (1927), twaalf schoolplaten met bijbehorende handleidingen, bestemd voor het vak Bijbelse aardrijkskunde, was Van de Hulst zeer te spreken. In het vaktijdschrift Paedagogische Studiën (1929) blies hij de loftrompet over deze Bijbelse wandplaten.

De handleidingen, gemaakt door de Groningse aardrijkskundedocent Arie van Deursen (1891-1963), zijn ‘verlucht met oriënteerende schetskaartjes en afbeeldingen, geven ‘op een prettige manier overzicht en wijze van behandeling der leerstof’. Opvallend is dat in de handleidingen het begrip ‘zionisme’ wordt uitgelegd. Daarnaast wordt ook verteld, dat Oost-Europese Joden wegens pogroms (gewelddadige vervolgingen en aanvallen) naar Palestina vluchtten, dat indertijd Brits protectoraat was. Palestina, het beloofde land uit de Bijbel (Genesis 15, 1-21).

Van de Hulst was lyrisch over het werk van de Joodse kunstschilder Ludwig Blum (1891-1974), die het Palestina van de jaren twintig voor leerlingen op het linnen doek verbeeldde: ‘Het viel mij op, dat op meesterlijke wijze het moeilijk te vinden evenwicht tusschen artistieke schilderij en didactische schoolplaat behouden is. De keuze der onderwerpen ook in verband met de Bijbelsche geschiedenissen valt te roemen. Onze scholen zijn een waardevol leermiddel rijker geworden.’

Via de schoolplatenserie Palestina in woord en beeld werd decennialang de wereld van de Bijbel in de klas voor het voetlicht gebracht. Naast het presenteren van historische, culturele, maatschappelijke en geografische feiten, werd ook liefde en eerbied voor de Bijbel en voor het Joodse volk overgedragen. Of zoals Van de Hulst het formuleerde: ‘'t Gaat om de liefde, den ernst, den eerbied tegenover de Heilige Schrift, ook van het kinderhart.’

Christian van Houwelingen is collectie- en onderzoeksmedewerker van het Nationaal Onderwijsmuseum. Jacques Dane is bij het museum hoofd onderzoek en conservator.

Gebruik schilderijen in het onderwijs

Christian van Houwelingen en Jacques Dane verrichten in samenwerking met hoogleraar George Harinck met een NWO-museumbeurs onderzoek naar de serie Palestina in woord en beeld, over de verbeelding van Palestina door de Joodse kunstenaar Ludwig Blum (1891-1974). Het gaat om een onderzoek naar zijn olieverfschilderijen uit de jaren twintig en hun gebruik in het Nederlandse onderwijs. Scan de code voor het onderzoeksproject. Dane verricht bovendien met een subsidie van het Letterenfonds onderzoek naar leven en werk van kinderboekenauteur en Utrechts schoolhoofd W.G. van Hulst.

Dit artikel is verschenen in Didactief, april 2025.

 

Contact met de redactie: contactpagina

Click here to revoke the Cookie consent