De schoolbel

Tekst Jacques Dane
Gepubliceerd op 08-12-2020
Beeld Jozef Rutte
Van Alice Cooper met zijn schoolbel tot de punkbeweging en een luisterlied over body shaming: popmuziek verwoordt al decennia de emoties van jongeren.

Het popnummer School’s Out (1972) van Alice Cooper eindigt met een rinkelende schoolbel en het rumoer van joelende leerlingen. Vrijheid! In drie woorden bekritiseerde de rockmuzikant het Amerikaanse schoolsysteem: sleur, verveling en willekeur – dit laatste, welteverstaan, van de leraren. Kort daarop breekt de punkbeweging door. Met oorverdovend geluid vertolken bands als The Clash en Sex Pistols op scherpzinnige wijze het recht van jongeren op vrijheid en zelfbeschikking. De ironie, de zelfspot en de impliciete kritiek op lamlendige pubers ontgaat de meeste luisteraars.

Oorverdovend klinkt het recht op vrijheid en zelfbeschikking

Of zoals de twintigjarige punker Johnny Rotten in 1976 met gevoel voor understatement in de microfoon schreeuwt: ‘I don’t know what I want, but I know how to get it!’ Opvoeders trekken aan de schoolbel. Er groeit een generatie leerlingen op die als volwassenen een gevaar zouden zijn voor het voortbestaan van de beschaafde samenleving. In Groot-Brittannië worden optredens van de Sex Pistols gecanceld. BBC Radio boycot de anarchistische punkmuziek. Voor het orthodox-protestante Nederlands Dagblad geldt punk als het ‘evangelie van de Satan’. 

Sociaal bewogen popmuziek

Was die angst voor de punkbeweging terecht? Vanaf de jaren vijftig klonk in Nederlandse tienerkamers popmuziek uit goedkope transistorradio’s. In schoolagenda’s plakten leerlingen foto’s van jeugdidolen. Eerst was er muziek met een knipoog van Doris Day (Teacher’s Pet) en Cliff Richard (Schoolboy Crush). Later klonken protestsongs van bijvoorbeeld The Beatles (Getting Better) en Pink Floyd (Another Brick in the Wall). Opvallend is het aantal nummers waarin ‘school’ de hoofdrol speelt. Het palet aan emoties is groot: naast onbehagen en woede komen ook kwesties als schoolpleinerotiek en leerlingenverdriet aan de orde. Door de stijgende welvaart wordt de jeugd ‘vanuit marketingoogpunt een interessant marktsegment’, zoals reclameadviesbureau Prad N.V. het formuleerde in zijn rapport Twieneronderzoek 1967. Gevoelige ballads over puberleed, disconummers over ontluikende liefdes, protestsongs over een onrechtvaardig schoolsysteem – als platenmaatschappijen er grof geld mee kunnen verdienen, is alles geoorloofd te zeggen (of zingen). Niet voor niets contracteren ze ook bands uit de punkbeweging. Maar het feit dat middelbare scholieren een belangrijke doelgroep zijn voor de muziekindustrie, doet niets af aan de sociaal-maatschappelijke functie van popmuziek. 

Zo leidden studentenprotesten tegen de Vietnamoorlog op 4 mei 1970 op de Kent State University (Ohio, Verenigde Staten) tot een bloedbad. President Richard Nixon stuurde de Nationale Garde erop af, met vier doden als gevolg. Folkrockgroep Crosby, Stills, Nash & Young (CSNY) maakte er een scherp protestlied over. In Nederlandse schoolagenda’s uit begin jaren zeventig staan verwijzingen naar de Vietnamoorlog en CSNY. En met At Seventeen (1975) componeerde Janis Ian een luisterlied over body shaming. Een zeventienjarige scholiere wordt uitgestoten omdat ze lelijk zou zijn. Samen met hun Nederlandse leerlingen analyseerden docenten Engels indertijd dit ‘troostlied’ voor ugly duckling girls.

Jeugdwerkloosheid

De protesten vanuit de punkbeweging ontwrichtten de samenleving niet langdurig. Bands als de Sex Pistols en The Clash verwoordden een door de Britse jeugd breed gedragen ontevredenheid: jeugdwerkloosheid en angst voor de toekomst, veroorzaakt door conservatieve politici als Margaret Thatcher. Maar de meeste leerlingen verlieten de school met een diploma en werden eerbare burgers met gezinnen.

Popmuziek vertolkt al decennialang puberemoties. De eerste klanken van de schoolbel kondigen een lange, saaie schooldag aan. Diezelfde schoolbel na het laatste lesuur, in 1972 bezongen door Alice Cooper, symboliseert in 2020 nog altijd een gevoel van vrijheid.

Jacques Dane is hoofd collectie en onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht.

Dit artikel verscheen in Didactief, december 2020.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent