Boefjes en zondaresjes

Tekst Jacques Dane
Gepubliceerd op 06-10-2020
Begin twintigste eeuw waait er een nieuwe sociale wind: de kiem van wat tegenwoordig kansengelijkheid heet. Ontspoorde jongeren belanden niet langer in de gevangenis, maar krijgen een opleiding op de tuchtschool.

Kinderen kunnen sluw, geslepen en agressief zijn. Onderzoeksjournalist Jan Feith (1874-1944) wond daar in 1911 geen doekjes om. Samen met een Amsterdamse ambtenaar van de Kinderwetten – ingevoerd om verwaarloosde, misdadige kinderen professionele hulp te geven – bezocht hij gezinnen waar ‘boefjes’ en ‘zondaresjes’ woonden. Zijn bevindingen tekende hij op in Misdadige kinderen (1911).
In de rechtszaal keek Feith met verbazing naar een veertienjarige jongen die tweehonderd maal van school spijbelde, diefstallen pleegde en achttien keer werd gearresteerd. Een ‘groot meisje’ liet ‘dameshorloges op zicht komen’, verkocht deze aan een heler en ging met de opgestreken buit feesten. Verbijsterd luisterde Feith naar het verhaal van een puberjongen die een weerloos meisjes aanviel en haar zodanig mishandelde dat ze in het ziekenhuis terechtkwam.


Geen straf, maar opleiding

Wat gebeurde er met deze misdadige kinderen? Het doel van de Woningwet (1901), Leerplichtwet (1901) en in het kielzog daarvan de Kinderwetten (1905) was het beschavingspeil van de Nederlandse bevolking te verbeteren. Degelijke huisvesting, onderwijs voor iedereen en een goede opvoeding zouden de fundamenten moeten zijn van een fatsoenlijke samenleving. Alle kinderen, zo bepleitte de opkomende reformpedagogiek, hadden daarin recht op zorg, affectie en onderwijs. Dit gold ook voor boefjes en zondaresjes.
De nieuwe sociale wind verspreidde de kiemen van wat later kansengelijkheid zou heten. Opmerkelijk is dat Feith niet alleen koters uit haveloze gezinnen portretteerde, maar ook het opgroeiend grut van beschaafde burgerfamilies. Een leerling van een Hoogere Burgerschool, in blauw kostuum, mishandelde zijn moeder en pikte alles wat los en vast zat. Geen wonder, aldus de kinderrechter, dat deze knaap al eerder in een tuchtschool was opgenomen.
Deze moderne pedagogische instelling, waarin ontspoorde pubers heropgevoed werden, was een uitvloeisel van de Kinderwetten; voorheen werden kinderen gewoon opgesloten in gevangenissen met volwassenen. Feith bezocht de tuchtschool in Velsen. In de lokalen zag hij jongens die een beroepsopleiding kregen en onder het toeziend oog van een onderwijzer schrijfopdrachten maakten. ‘Strenge straffen komen bijna niet voor!’ vertelde de tuchtschooldirecteur, een oud-marineofficier, zonder blikken of blozen. Zelfrespect, dat is wat de jongens aangeleerd zouden krijgen. Zo tracht het personeel, aldus Feith, de tuchtscholieren te verbeteren. ‘En dat is anders, dan toen ik bij vader thuis was!’ citeert hij – uit de mond van diezelfde directeur – een jongen wiens moeder dacht dat de scholieren dagelijks een pak slaag kregen. De zoon was bepaald beledigd: ‘D’r wordt hier nooit geslagen, moeder!’


Hardnekkig geweld

Was de tuchtschool in Velsen dan echt een pedagogisch paradijs? In 1913, twee jaar na Feiths publicatie, kwam Velsen negatief in het nieuws. Van alle tuchtscholen in Nederland kregen deze pupillen de meeste disciplinaire straffen. De gevreesde ‘cachotstraf’ – eenzame opsluiting zonder matras en deken – werd in 1911 maar liefst 77 maal opgelegd. Theorie en praktijk liepen hier kennelijk niet met elkaar in de pas.
Wat we tegenwoordig jeugdzorg noemen is geprofessionaliseerd. Er lijkt meer toezicht te zijn op wat er achter de instellingsmuren plaatsvindt. Toch constateerde in 2019 de Commissie-De Winter, na een omvangrijk onderzoek, dat geweld in de jeugdzorg sinds 1945 een hardnekkig probleem is gebleven. Twee aanbevelingen springen eruit: voorkom zo veel mogelijk plaatsing in (gesloten) instellingen en zorg voor goed geschoold personeel en pedagogische continuïteit.
Ook boefjes en zondaresjes hebben recht op zorg, affectie en onderwijs.


 


 

 

 

 

 

Jacques Dane is hoofd collectie en onderzoek van het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht.
 

Dit artikel verscheen in Didactief, oktober 2020.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent