Het nieuwe goud

Tekst Inge de Wolf
Gepubliceerd op 10-11-2022
Beeld Stijn Rademaker
Vaak hoor je ronkende loftuitingen op leraren en hun belang. De mooiste die ik hoorde: ‘De leraar is het nieuwe goud’! Maar hoe belangrijk zijn leraren echt?

Op de Dag van de Leraar (5 oktober) was ik op College de Brink in Laren, een fantastische vmbo-school. Ik ben onder de indruk van de betrokken leerlingen, de rust, de lessen en de werksfeer. Dit is duidelijk een goede school met sterke lerarenteams. Maakt dat verschil? Het fraaiste Nederlandse onderzoek naar het belang van leraren is van Van der Steeg en Gerritsen uit 2016. Zij laten zien dat leerlingen die in groep 7 en 8 in Amsterdam een goede leraar hebben, maar liefst één niveau hoger presteren dan wanneer ze een slechte leraar hadden gehad. Een klas vol gemiddelde mavo-leerlingen zit met een goede leraar eind groep 8 op havo-niveau. En een gemiddelde havo-klas wordt met een topper een vwo-klas.

Onze Vlaamse collega Tim Surma voegt hier vaak aan toe dat het belang van goede leraren ook verschilt tussen leerlingen. Hierbij haalt hij een studie van Babu en Mendro uit 2004 aan. Zij keken hoeveel beter leerlingen bij goede leraren presteren. Een slimme leerling geeft dan geen 90% maar 100% goede antwoorden op een toets. Drie jaar een goede leraar zorgt ervoor dat deze leerlingen alle vragen goed hebben. Voor een minder slimme leerling is het verschil veel groter. Bij een slechte leraar geven deze leerlingen na drie jaar 40% goede antwoorden, bij een goede leraar maar liefst 90%. Een goede leraar betekent dus vooral leerwinst voor minder slimme leerlingen.

Praktijk en wetenschap
leiden tot zelfde conclusie:
wat telt is de leraar

Maar wat is een goede leraar? Gek genoeg kijkt de wetenschap vaak gemakshalve hoe leerlingen bij een leraar presteren. Er wordt aangenomen dat een goede leraar een leraar is bij wie leerlingen veel leren. Van der Steeg en Gerritsen gebruikten de resultaten van lesobservaties, waarin kenmerken van goed vakmanschap in de les beoordeeld werden. Opvallend is dat lesobservaties en leerlingprestaties sterk samenhangen. Een goede leraar herken je dus als allebei goed zijn.

En wie doen het dan het beste? Maakt een masteropleiding uit? Zijn mannelijke leraren beter? Doet leeftijd ertoe? Er is veel onderzoek, onder andere van topwetenschapper Hanushek, maar de antwoorden zijn weinig bruikbaar. Onderzoek laat vooral zien dat groepen leraren weinig systematisch verschillen in effectiviteit. Leraren verschillen weliswaar onderling sterk in de mate van vakmanschap, maar dat komt niet doordat ze een master hebben, jong of oud zijn, man of vrouw zijn of een specifieke vooropleiding hebben.

Kort samengevat laat het wetenschappelijk onderzoek naar leraren dus drie zaken zien. Ten eerste is een leraar zeer bepalend voor de toekomst van leerlingen, met name de meer kwetsbare leerlingen. Ten tweede verschillen leraren sterk in effectiviteit, afgemeten aan wat leerlingen in hun klas leren. En ten derde zijn goede leraren niet te herkennen aan eenvoudige kenmerken. Onderzoekers weten eigenlijk niet goed wat de oorzaak is van de verschillen in vakmanschap. De kenmerken van een goede leraar blijven dus voorlopig een mysterie. En dat is eigenlijk wel mooi. Het maakt dat we dit vakmanschap ieder jaar, op de Dag van de Leraar, groots kunnen vieren. En het maakt dat we ieder jaar spannende verkiezingen voor een Leraar van het Jaar kunnen organiseren. Daarom is het zo mooi om goede leraren aan het werk te zien, zoals op College de Brink in Laren. Hier leidden onderwijspraktijk en wetenschap tot dezelfde conclusie, namelijk dat er drie factoren belangrijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen: (1) leraar, (2) leraar en … (3) leraar. Deze vmbo’ers  boffen maar met hun nieuwe goud!

Inge de Wolf is bijzonder hoogleraar Onderwijssystemen aan de Universiteit Maastricht, directeur van Education Lab en inspecteur.

 

Bronnen:

Babu & Mendro (2004)

Steeg, M. van der & Gerritsen, S. (2016) Teacher evaluations and pupil achievement gains: Evidence from classroom observations, De Economist, doi: 10.1007/s10645-016-92805, juli 2016, pp. 1-25.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, november 2022.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent