Ik ben aangenomen in de vakvernieuwingscommissie voor het schoolvak economie. Ik had de uitkomst van mijn sollicitatie hier nog niet gemeld. Vanaf september ga ik een dag in de week voor de commissie werken. Hiervoor word ik natuurlijk gecompenseerd. In tijd. Betalen in tijd is in de onderwijswereld gebruikelijk.
Aan het begin of het eind van het schooljaar is het hierdoor altijd de vraag of de takenplaatjes van docenten kloppen. In de schooladministratie wordt alles uitgedrukt in uren. Wanneer iemand iets gevraagd wordt in het onderwijs, is de tegenvraag meestal ‘hoeveel tijd, hoeveel uur staat er voor deze taak?’
Het idee is dat alle taakuren bij elkaar opgeteld ongeveer overeenkomen met de betrekking. Wanneer iemand 0,6 fte werkt, dan zijn dat minder taken en minder uren dan wanneer iemand een volledige fte vervult. Dit is allemaal vastgelegd in de cao.
Het gebruik om tijd als valuta te gebruiken, heeft echter perverse effecten. Wanneer iemand iets uit zichzelf doet, dan is dat meteen vrijwilligerswerk. De ‘taak wordt niet gefaciliteerd’, zoals dat in onderwijsjargon heet. De persoon die een taak vervult, is daarmee in de organisatie meteen een soort Gekke Henkie. Het is extra demotiverend als docenten ‘over hun uren heen schieten’. Dan staat een docent in de min. Vaak worden deze uren niet doorbetaald. Soms krijgt de docent een vrije middag, terwijl het werk niet minder wordt.
Tegelijkertijd moet er natuurlijk bepaald worden hoeveel uur een bepaalde taak kost. Dit wordt vastgelegd op lange lijsten, die de werkelijkheid natuurlijk niet beschrijven. Op mijn hogeschool staat voor het geven van een vak in een kwartaal bijvoorbeeld 40 uur genoteerd. Maar een beginnend docent zal voor het geven van een vak veel meer tijd kwijt zijn dan een ervaren rot die het vak al jaren geeft. Die 40 uur is in het beste geval een gemiddelde.
Docenten gaan door dit systeem hun takenpakket op papier maximaliseren en soms proberen hun werkelijke inzet te minimaliseren. Het urensysteem wordt hierdoor een papieren werkelijkheid, die niet uitnodigt tot een stapje extra.
Het wonderlijke is dat dit takensysteem zo is ingeburgerd dat onderwijsmensen zich niet eens kunnen voorstellen dat er alternatieven zijn. Die zijn er. In het bedrijfsleven wordt niet in uren gedacht. Daar vervullen werknemers een functie en bij die functie horen taken en een bepaald salaris. Wanneer iemand zijn functie niet aankan omdat er te veel taken zijn, dan wordt daarover gesproken en wordt de functie aangepast of de salariëring. Dat hoort bij goed werkgeverschap.
Ferry de Haan is coördinator en opleider bij de master leraar economie aan de Hogeschool van Amsterdam.
Deze column verscheen in Didactief, september 2024.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven