In de praktijk blijkt dat lastig. Want ouders hebben vaak zoveel macht dat met name de belangen van startende docenten soms op de tweede plaats komen. Wanneer ouders consequent de kant van hun kind kiezen bij elk meningsverschil. Wanneer ze hun kinderen zo ‘vrij’ opvoeden, dat het kind niet met tegenslagen om leert te gaan. Wanneer ouders elk probleem van hun kinderen oplossen. Dan is het resultaat een grotere druk op de leerkracht.
Een collega, met veel ervaring, heeft een term gemunt voor deze moderne ouder: de Curling-ouder. Curling is de maffe sport waar vooral de teamleden met de bezempjes opvallen. Door het ijs te vegen voor de schijf, glijdt deze beter over het ijs. In deze metafoor is de schijf de leerling, en vegen de ouders elk obstakel weg dat in de baan komt.
Deze ouders dienen het belang van hun kinderen uiteindelijk slecht. Omgaan met tegenslagen wordt niet geleerd, zodat de eerste tegenslag die zelfstandig wordt geïncasseerd iemand volledig overvalt. Daarbij, en dat is hier belangrijker, legt de Curling-ouder veel druk op de startende docent.
Je zou verwachten dat wanneer het belang van de leerling en dat van de docent botsen, een schoolleiding voor de docent zou kiezen. Schoolleiding en docenten zouden elkaar - in redelijkheid - moeten steunen en beschermen tegen onredelijke eisen.
Maar in het basisonderwijs is de rol van ouders zo groot, dat scholen inmiddels nauwelijks kunnen functioneren zonder hun inzet. Daar staat tegenover dat ouders in ruil ook veel eisen van ‘hun’ school. Het consumentisme tiert welig in het onderwijs. Leerkrachten kunnen onredelijke ouders niet negeren.
In het vo is het niet veel anders. Ik heb op mijn middelbare school inmiddels genoeg beginnende docenten meegemaakt die meteen prima meedraaiden. Alleen van de tienminuten gesprekken met ouders kregen ze vlekken in hun nek. De stress die de oudergesprekken veroorzaken zijn soms een veelvoud van de druk die de lastigste klas geeft.
Zodra ouders zich beklagen over een docent, ligt de loyaliteit van veel schoolleiders niet meteen bij het personeel. Ook in het vo is de macht van ouders groot. Het imago van de school is kwetsbaar voor slechte publiciteit. De instroom aan nieuwe leerlingen is heilig.
Begrijp me niet verkeerd, er zijn hele goede redenen om ouders te betrekken bij het onderwijs. Wanneer ouders zich inzetten, dan presteren hun kinderen beter. Zijn de ouders aan boord, dan komt het met de kinderen ook goed.
De vraag is echter waar de grens ligt. De berichten dat ouders nieuwe docenten niet eens een kans geven, omdat ze ‘geen ervaring’ hebben, nemen zorgelijk toe. De klachten van ouders over scholen waar veel wisselingen van leerkrachten zijn, zijn niet van de lucht.
Wat telkens ontbreekt in de redenering van ouders, is hun mede-verantwoordelijkheid voor de personele problemen in het onderwijs. Ervaren krachten ontwikkelen een dikke huid voor ouders die te ver gaan. De startende docent trekt zich doorgaans de feedback van ouders erg aan. Wanneer hij of zij geen waardering krijgt van ouders, dan is een besluit over vertrek uit het onderwijs snel genomen. Zeker bij een aantrekkende economie.
Dus zijn de voornemens voor het komend schooljaar wat mij betreft duidelijk. De (startende) docent moet centraal. Schoolleiding, neem je nieuwe mensen in bescherming tegen Curling-ouders. Wees het hitteschild. Ervaren docenten zouden hun jonge collega’s meer bij moeten staan door standaard aan te schuiven bij oudergesprekken. De belangrijkste boodschap is natuurlijk aan de ouders: ‘Steun de docent en laat uw kind zo veel mogelijk de eigen problemen oplossen’. Daar wordt uw kind groot van en u geeft vertrouwen aan de docent en bevordert daarmee de werkvreugde. Twee vliegen in één belangrijke klap.
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven