De antwoorden variëren. De een wil meer tijd voor haar leerlingen, de ander wil de speel-/leerhoeken door de hele school uitbreiden, een derde wil nieuwe speel- en leermaterialen en meer ondersteuning in haar professionele ontwikkeling.
Een lerares vertelt over haar tevergeefse inspanningen voor een kleuter die blijkbaar hoog intelligent is, maar zich in de groep kwetsbaar en faalangstig gedraagt. Haar droom: dit meisje van vier te helpen. Ze geeft haar extra aandacht door individueel met haar samen te werken met speel-/leermateriaal van groep 2, maar het helpt niet. Het lijkt er zelfs op dat deze extra aandacht het kleutertje nog kwetsbaarder en faalangstiger maakt.
Ik herken haar verhaal. In mijn onderzoek naar hoogbegaafde kinderen ben ik dit zo vaak tegen gekomen. Cognitief hoogbegaafde leerlingen zijn veelal ook sociaal sensitief. Bij binnenkomst in groep 1 kunnen zij in verschillende mate lezen, schrijven en rekenen op het niveau van groep 3 en soms zelfs groep 4. Net in groep 1 verwachten zij nog veel van school. Vrijwel altijd worden zij snel en ernstig teleurgesteld. Het speel-/leeraanbod bevindt zich op het niveau van hun leeftijdgenoten, terwijl hún individuele ontwikkeling enkele jaren hoger ligt. Dan treft het uiterst slecht dat zij sociaal ook zo sensitief zijn: zij worden sterk beïnvloed door wat in de leeftijdgroep 'normaal' is. Binnen enkele maanden worden hun persoonlijke identiteit en ontwikkeling negatief aangetast door 'wat gewoon is in de groep'. Zij zoeken een uitweg voor zichzelf door over te nemen wat de andere leerlingen doen en wat de leerkracht blijkbaar zo belangrijk vindt. Maar die niveaus van spelen en leren heeft een cognitief hoogbegaafde leerling al enkele jaren achter de rug.
De leraar neemt, als het meezit, de resulterende onzekerheid waar en probeert met goede bedoelingen het kind te helpen, maar vaak op een veel te laag niveau. Dit lijkt ook precies wat er gebeurt in het voorbeeld van de lerares tijdens de cursus. Het gevolg is dat het kind onzekerder en faalangstiger wordt en nog meer schoolproblemen krijgt. Ofwel: de leerling wordt zich nog bewuster van het gevoel niet te passen in de groep en ook niet in school. Vergelijkbare processen doen zich ook voor bij leerlingen die relatief achterlopen in hun ontwikkeling ten opzichte van leeftijdgenoten.
Mijn droom staat in de publicaties die hieronder worden gelinkt: over de ervaringen van een 'cognitief afwijkende' leerling in de eerste schoolmaanden van groep 1, de praktijkervaringen met hoogbegaafden in een combinatiegroep, het verschil tussen hoogbegaafd en excellent zijn en tenslotte de benodigde schoolontwikkeling ter optimalisering van speel-/leerprocessen voor elke leerling. De droom van de lerares hierboven kan worden gerealiseerd.
Ton Mooij verricht onderzoek naar hoogbegaafdheid en excellentie, onderwijskwaliteit, veiligheid en vergroting van leeropbrengsten in scholen. Hij is werkzaam in het ITS (Radboud Universiteit, Nijmegen) en tevens bijzonder hoogleraar Onderwijstechnologie aan het CELSTEC (Open Universiteit Nederland, Heerlen).
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven